Internetondernemer Boris Veldhuijzen van Zanten (35) is een bouwer en niet iemand die lange tijd op de tent wil passen. Als zijn bedrijven eenmaal bloeien, verkoopt hij ze of maakt als directeur plaats voor iemand anders. “Ik maak van niets iets. Ik zet een bedrijf op en de exit komt altijd snel. Ik ben niet geschikt om lang als directeur aan te blijven en schoolmeestertje te spelen.” De eigenzinnige Amsterdammer – altijd in maatpak en opgeleid aan de Circusschool en Kunstacademie – wilde altijd al miljonair worden. Als kind liet hij adreskaartjes drukken met de tekst ‘Boris Veldhuijzen van Zanten, miljonair’. Op zijn 28e lukte het ook met de verkoop van V3, krap drie jaar na de start van het internetbedrijf. Ook zijn tweede grote bedrijf, Hubhop, dat draadloze internettoegang biedt, wist hij voor een mooi bedrag aan KPN te slijten. Vorig startte Veldhuijzen van Zanten een nieuw groot project, Fleck, (waarmee gebruikers ‘een tweede laag over internet heen kunnen leggen’) en ook daar heeft hij nu al de exit voor ogen. Maar hoe gaat dat precies in zijn werk, starten, groeien en verkopen, en dat in een hoog tempo?
Exit I: V3 Redirect Services
Begonnen 1997
Exit 1999
Geïnvesteerd ong. 100.000 euro
Verkoopprijs 9,5 miljoen euro (waarvan 6,3 miljoen in aandelen)
Werknemers 1
In 1997 startte Veldhuijzen van Zanten met marketeer Eric Visser en zijn technisch onderlegde neef Hans-Poul zijn eerste bedrijf, V3 Redirect Services. De drie kochten voor honderd dollar per stuk tien domeinnamen met de handige landenextensie .’to’ (de afkorting voor het eilandenrijk Tonga) en wilden die aan particuliere en zakelijke klanten doorverkopen. Een in die tijd veel voorkomend, ingewikkeld adres als http://geocities.com/wa/ma/colorado/~mike werd dan bijvoorbeeld go.to/mike, inclusief bijpassend mailadres. Aanvankelijk konden klanten zo’n domein kopen, voor 100 dollar per jaar, maar dat sloeg niet aan. Pas toen V3 de domeinnamen gratis weggaf, liep het storm en groeide het aantal leden naar 650.000, zonder een cent uit te geven aan reclame. De inkomsten kwamen uit banneradvertenties.
Veldhuijzen van Zanten zag al snel wie hen zou kunnen overnemen. “Klanten kregen bij free homepage providers als Geocities, Tripod en Fortunecity die lange, vervelende adressen. We moesten zorgen dat we bij hen opvielen.” Dat leek te lukken bij Tripod. De Amerikanen waren net overgenomen door het Amerikaanse Lycos en Veldhuijzen van Zanten vloog naar de VS om zijn verhaal te vertellen aan de directeur van Tripod. Dat ging goed en twee maanden later mailde hij met de mededeling dat hij V3 wilde overnemen en nodigde de drie ondernemers uit op het Amerikaanse hoofdkantoor.
“Dat was onze eerste ervaring met een overnamegesprek”, kijkt Veldhuijzen van Zanten terug. “We waren behoorlijk naïef. Ze vroegen ons al snel wat we voor V3 wilden hebben, maar daar hadden we nauwelijks over nagedacht.” De Tripod-directie verliet daarop de vergaderruimte om de drie tijd te geven voor overleg. Hun eerste gedachte was 3 miljoen dollar (‘dan waren we alle drie in ieder geval miljonair’), daarop werd het 5 miljoen. “We durfden het niet hardop te zeggen, dus schreven we het maar op een bord. Vlak voor ze weer binnenliepen, schreef mijn neef nog snel een 1 voor de 5.”
De Amerikanen wilden niet verder gaan dan 8 tot 10 miljoen, maar V3 leek dichtbij een deal te zitten. De dagen erna, het was eind december, mochten zij het kerstfeest vieren bij de Tripod-oprichter thuis. Maar ondanks veel gezelligheid en gesprekken tot diep in de nacht trokken de Amerikanen zich de dag erop toch terug. Zwaar teleurgesteld keerde het trio terug naar Nederland. Jaren later bleek dat moederbedrijf Lycos zelf overgenomen leek te worden en dat Tripod zich daarom gedeisd moest houden.
De maanden daarna sprak V3 nog met twee andere overnamekandidaten, World Access en World Online, maar dat liep allemaal op niets uit. Voorjaar 1999 was het wel raak. Het Amerikaanse Fortunecity belde op om te adverteren, was aangenaam verrast door de cijfers van V3 en zei hen te willen kopen. De kosten van V3 waren laag, de bezoekcijfers hoog en het bedrijf was net cashflowpositief. Maar de drie hadden hun lessen geleerd. Ze beseften hoe tijdrovend overnames zijn en hoe al die onderhandelingen en berekeningen afleiden van het dagelijks werk. Daarom stelden zij Fortunecity voor alleen in de weekeinden te onderhandelen en er in maximaal twee weekeinden uit te komen.
Zeker zo belangrijk bleken hun lessen over bedrijfswaardering. V3 had zelf voor bedragen van 1.000 tot 5.000 dollar tientallen bedrijfjes gekocht die hetzelfde deden als zij, maar wie de kosten van het internetverkeer en het tijdrovende klantencontact te veel werden. V3 had, zo konden zij Fortunecity melden, zelf 6 miljoen pageviews per dag (600.000 leden, met gemiddeld tien bezoekers), allemaal potentiële advertentieruimte. Op basis daarvan kwamen zij tot een jaaromzet en een groeiscenario voor de aantallen leden en inkomsten. Plus een multiple: een aantal keer de omzet of de winst om de uiteindelijke waarde van het bedrijf te bepalen. Veldhuijzen van Zanten zegt zich de details van de deal niet meer te kunnen herinneren. Wel blijft bedrijfswaardering iets subjectiefs, meent hij. “Ook als ik tegenwoordig een waardering geef aan een bedrijf heb ik altijd al een bedrag in mijn hoofd dat ik hoop te krijgen. En daarna onderbouw je dat goed.”
De onderhandelingen met Fortunecity, in Monaco, verliepen soepel. Belangrijkste twistpunt bleek welk deel van het verkoopbedrag cash en wat in aandelen zou worden voldaan. Uiteindelijk kwamen de partijen 9,5 miljoen euro overeen, waarvan 6,3 miljoen in aandelen (bij een koers van 19 euro). En tijdlang was Veldhuijzen van Zanten op papier multimiljonair, zeker toen de aandelen naar 34 euro stegen. De drie kregen meer aandelen naarmate het aantal leden van Fortunecity steeg. Maar tegen de tijd dat hij 600.000 aandelen bezat, was de koers van het bedrijf begonnen aan een vrije val, die eindigde bij 4 eurocent. Eigenwijs als hij is (‘ik begreep er niks van dat het allemaal klapte’) verkocht Veldhuijzen van Zanten zijn aandelen pas jaren later, op een koers van 1 euro 50, een laatste plukje zelfs voor 18 eurocent. Na de overname bleven de drie nog een jaar aan, als goedbetaalde adviseurs.
Exit II: Hubhop
Begonnen 2002
Exit 2003
Geïnvesteerd 80.000 euro
Verkoopprijs 1,5 miljoen euro
Werknemers 11
In 2002 begon Veldhuijzen van Zanten zijn next big thing, Hubhop, een landelijk netwerk voor draadloos internet (wifi). De exit was vanaf het begin al duidelijk en de Hubhoppers – dit keer waren zijn partners Casper Wenckebach en Koen Kam – hadden een glashelder verhaal naar investeerders. Mobiele operators hadden miljarden verspild aan umts-licenties en Hubhop zou het tweehonderd keer zo snel en zestig keer zo goedkoop doen. Het bouwen van zo’n netwerk raamde Veldhuijzen van Zanten op een half miljoen euro. Binnen twee tot vier jaar zou ons land honderden hotspots tellen en moesten de operators wel in actie komen, waarschijnlijk door een overname.
Het liep allemaal anders. Veldhuijzen van Zanten ontmoette een KPN-manager en stuurde hem ‘s avonds, lichtelijk aangeschoten, een mail met de vraag ‘wie er verantwoordelijk was voor wifi, omdat we een licentie willen kopen voor de telefooncellen’. Pure bluf. Maar twee dagen later belde KPN dat het wilde praten, over een overname. Hubhop was net een half jaar bezig. Wekenlang zat het trio met een aantal financiële mensen van KPN te onderhandelen. Vantevoren hadden ze zelf al alles uitgerekend: hoeveel mensen hebben een laptop, hoe ontwikkelt zich dat? Ze gaan gemiddeld één keer per dag bij een hotspot zitten en betalen gemiddeld 5 euro. Overnamespecialisten gebruikten ze niet, Veldhuijzen van Zanten ziet daar niks in. “We doen het liever zelf. Alles is te onderbouwen, maar mensen hebben een eigen agenda. Het is een ontzettend subjectief verhaal.”
Dat bleek ook tijdens de onderhandelingen. Er werd gewerkt met een pessimistisch, een realistisch en een optimistisch scenario, maar ook bij de meest positieve variant dook de grafiek in de min. Ze besloten gezamenlijk dat de aannames anders moesten. “Ook zij moesten hun eigen chefs overtuigen van de deal. Die willen graag een succesvol bedrijf overnemen. En dat moet het eindbedrag ook uitstralen: dit wordt een groot succes.”
Na drie weken onderhandelen waren beide partijen eruit: 1,5 miljoen euro voor 51 procent van de aandelen. De Hubhoppers hadden stiekem gedroomd van 100 miljoen na vier jaar, het werd dus veel minder. Toch kijkt Veldhuijzen van Zanten tevreden terug. De markt was volgens hem veel moeilijker dan ze aanvankelijk dachten. Wifi bleek minder ver ontwikkeld en ook de technologie was nog niet goed genoeg. Minstens zo belangrijk waren de woorden van een investeerder. “Die wees ons op het belang van een tweede succes. Geld verdienen is leuk, maar zo’n track record op deze leeftijd is goud waard.”
Ook hier bleven de partners nog een tijdje aan als adviseur. Wel had de deal een wrange nasmaak. De partijen hadden afgesproken dat KPN, dat de naam Hubhop veranderde in KPN Hotspots, na een bepaalde periode ook de rest van de aandelen in handen zou krijgen. Maar na zes maanden, veel eerder dan afgesproken, wilde KPN alles overnemen en ontstond een conflict met de oprichters over het bedrag.
KPN leek zich op te maken voor een harde strijd en tegen zoveel macht konden de Hubhoppers niet op. Heeft Veldhuijzen van Zanten, ondanks alle ervaringen daarvoor, zich dan toch laten overvallen? Hij vindt van niet. “Door in eerste instantie 51 procent te verkopen wisten we dat we ons overleverden aan KPN. Daarna was het een kwestie van hopen op een goede afloop en go with the flow. Dan moet je dus ook niet zeuren als het toch mis gaat.”
Exit III: Fleck
Begonnen 2005
Geïnvesteerd 150.000 euro
Werknemers
Anderhalf jaar geleden startte de ondernemer met Fleck. Daarmee kunnen gebruikers
‘een tweede laag over internet heen leggen’. Voorlopig blijf dat beperkt tot het plakken van digitale post-its op websites, maar uiteindelijk moet het gevoel ontstaan dat ‘elke internetpagina door een bezoeker aan te passen is’.
De start van Fleck was onstuimig. Maandenlang gonsde het in het online wereldje dat Fleck iets heel revolutionairs zou worden en kreeg Veldhuijzen van Zanten het aanbod het bedrijf te presenteren op een goedbezochte New Yorkse party. Dus ging Fleck voortijdig live, terwijl de dienst nog lang niet klaar was. Nu blijft het nog flink sleutelen, de komende maanden. Dat is niet zonder risico. Mensen kunnen voortijdig teleurgesteld afhaken. Maar Veldhuijzen van Zanten en zijn partners, Arjen Schat en Patrick de Laive, denken met nieuwe functies voor Fleck alsnog grote groepen te overtuigen.
De Amsterdamse entrepreneur merkt wel dat de tijden voor exits veranderd zijn. V3 en Hubhop waren duur om op te bouwen en te onderhouden: serverruimte was eind vorige eeuw nog kostbaar en ook het aanleggen van een wifi-netwerk vergde veel investeringen. Daarom had hij steeds haast en hoopte zijn bedrijven te verkopen nog voor ze winstgevend waren.
Met Fleck werkt dat anders. Het is een typisch web 2.0-bedrijf: internetverkeer kost bijna niks meer, er is veel meer publiek online, de bezoekers zijn erg betrokken bij de site en zijn gewend te betalen voor sommige diensten. Daarom verwacht hij het bedrijf snel winstgevend te krijgen. Dat maakt een exit minder dringend. Veldhuijzen van Zanten: “Ik zoek wel naar exitpartners, maar eerst moet Fleck een succes worden. We gaan ervoor zorgen dat we snel winstgevend worden.”