De winst zit hem in een product dat zelfstandig in staat is om gebruikers te signaleren, die in dezelfde buurt wonen, en deze bij elkaar te brengen.
Peerby
Wat voor marktplaats?
Peerby is een nog niet gelanceerde app en website, waarmee je spullen kan huren bij mensen in de buurt. Het is de eerste Nederlandse p2p-marktplaats die goed gebruik maakt van de mogelijkheden van p2p 2.0: als een gebruiker op zoek is naar bijvoorbeeld een hogedrukreiniger of een beamer, gaat de app automatisch zoeken naar mensen die nabij er één te huur aanbieden. Dat doet Peerby door pushnotificaties te versturen naar alle leden die zich (enigszins) in de buurt van de klant bevinden. Het schermpje van de smartphone van een potentiële verhuurder licht dan op en brengt de bestelling onder de aandacht. Hij kan daarna een prijs stellen, waar de klant mee akkoord kan gaan. Zo ja, dan maakt Peerby automatisch een contract voor huurder en verhuurder en zorgt voor de transactie. De startup vraagt hierover een kleine marge.
Volgens oprichter Daan Weddepohl, ook te horen in de pitch hiernaast (na 8 sec.), zijn er drie voordelen aan Peerby. Ten eerste is de kans groot dat mensen voor een relatief goedkoop bedrag een apparaat kunnen huren, wanneer je dit vergelijkt met een traditioneel verhuurbedrijf. Ten tweede focust de app zich op lokale aanbieders, zodat je niet zoals met Marktplaats helemaal naar een uithoek van het land hoeft te reizen om je bestelling op te halen. Ten slotte leer je daardoor ook mensen uit jouw buurt kennen, wat helemaal interessant is voor mensen in een sociaal isolement. Peerby stelt dat dit niet alleen voor ouderen, maar ook jongeren geldt: 75% van de mensen onder de 35 zou zijn buren niet of niet allemaal kennen.
“Ook bevorderen we een duurzaam en meer milieuvriendelijk gebruik van de wereld, omdat gebruikers minder snel over zullen stappen tot de koop van een nieuw product”, vertelt Weddepohl, die tevens acteur is maar geen medeoprichter van The Founder Institute, zoals in andere media werd bericht. “Op mijn LinkedIn-profiel staat ‘Founder’ bij ‘The Founder Institute’, maar dat was onderdeel van een opdracht van The Founder Institute Amsterdam. Iedere cursist moest zichzelf als Founder omschrijven.”
Wat voor verdienmodel?
Peerby is van plan om een marge van elke transactie op te eisen. Dat verdienmodel zou volgens Weddepohl genoeg schaalbaarheid moeten opleveren, omdat zijn bedrijf niet bedoeld voor één soort product, maar voor alle type huisproducten die je kunt verhuren. “In de totale markt van duurzame goederen gaat 46 miljard dollar om. Bijna eenderde, 9 miljard euro, komt op het conto van verhuurde goederen. En deze markt groeit momenteel enorm snel, afgelopen jaar nog met twintig procent. Als je in die verhuurmarkt kijkt, zie je dat in de laatste drie jaar de omzet van online marktplaatsen wereldwijd naar zo’n 36 miljard dollar (27,5 miljard euro, red.) is gestegen.”
Hoe loopt het?
Peerby kan op papier de tweede Nederlandse mobiele marktplaatsapplicatie worden. Tot nu toe bestaan er slechts twee apps voor Marktplaats.nl, waaronder een van Mediabunker. Maar die maken geen gebruik van pushnotificaties, net als de andere p2p-apps die er wereldwijd worden aangeboden. “Ik heb ook niet voor niets een innovatiesubsidie ontvangen. Tot nu toe bestaat er nog geen app die actief naar mogelijke verhuurders gaat zoeken.”
Ondanks deze in theorie beloftevolle feiten, bestaat er momenteel nog geen Peerby in de AppStore of in de Android Market. Ook is het concept nog niet op de site van het bedrijf gelanceerd. “Ik heb meer groeikapitaal nodig”, zegt Weddepohl, die begin februari als tweede eindigde bij een pitch van startuponderwijsinstituut The Founder Institute Amsterdam. Bij deze pitch, die als afsluiting van de cursus gold, waren angel investors en vertegenwoordigers van startup accelerators aanwezig, zoals Rockstart Accelerator-oprichter Oscar Kneppers. Rockstart had Peerby inmiddels al uitgenodigd om te pitchen bij een wedstrijd van Interactieve Professionals Associatie Netherland (IPAN).
Afgelopen maandag kwam goed nieuws, toen bekend werd dat de Nederlandse accelerator Peerby opneemt in zijn allereerste selectie van 10 startups.”Nu kan ik mijn drie developers, die tot nog toe vrijwel als vrijwilliger aan het werk waren, een iets beter salaris en meer technische knowhow bieden. Ook kom ik in contact met een groter netwerk aan potentiële partners en investeerders.”
Sindo
Saillant was dat Sindo, een concurrent van Peerby, ook bij de pitch van IPAN aanwezig was. De vier oprichters, Fredrick Insinger (22), Enzo Slijpen (20) en tweeling Ravi en Yuri Roosblad (24), lieten zich volgens Emerce niet bepaald collegiaal uit over Peerby, toen deze een week eerder in een uitzending van DWDD ‘zomaar’ de revue passeerde.
Verbaasd was Insinger over het optreden van concurrent Daan Weddepohl bij DWDD, waar een nagenoeg identiek idee Peerby werd gelanceerd. “We wisten dat hij er mee bezig was, maar hij heeft nog niet eens een werkende pagina.” De website van Sindo is inderdaad sinds eind januari wel live, al biedt de startup nog geen app aan.
Zie ook: Hoe slaag je in vredesnaam met P2P? Weddepohl: “Ik mocht bij de pitch tegelijkertijd met Sindo het podium op. Dat was mooi, want daardoor kon ik direct aantonen hoe Peerby zich van deze site onderscheidt. Ik vind het hartstikke leuk dat zij vanuit hun opleiding een eigen bedrijf hebben opgestart, maar ik zie ze toch een beetje als een kloon van Marktplaats. Niet voor niets stak niemand in het publiek zijn hand op, toen ik vroeg of mensen wel eens hebben overwogen om spullen te verhuren aan hun buren. Aan de andere kant waren er wel genoeg mensen die aangaven ‘Ja, ik heb wel eens gedacht, had ik nu maar een boormachine’. Alleen met Peerby kun je die vraag actief koppelen aan het aanbod.” Sindo kon overigens sowieso niet claimen dat het de eerste van Nederland is die een huur-van-je-buur concept lanceert. Zo bestaat in Nederland ook Justrent.it en de, weliswaar simpele, site hurenvanjeburen.nl.
Werk samen met partners
Weddepohl wil zijn app bij de lokale community kenbaar maken, door samen te werken met lokale partners. “Wij gaan echt de wijk in. Binnenkort starten we een pilot met een Amsterdamse woningcorporatie. Verder ga ik samen met horecapartijen buurtfeesten organiseren, waarbij benodigdheden als barbecuesets, een tap, tafels, etcetera, dankzij Peerby bijeen verzameld moeten worden. Op die manier kunnen we echt hyperlokaal te werk gaan.”
Focus je eerst op een buurt
Weddepohl wil zich eerst richten op Nederlandse buurten. Vooral voor zijn concept is dit belangrijk, omdat hij voor een werkend systeem eerst lokale communities moet weten te mobiliseren. “Eerst slechts een of twee steden, zoals Amsterdam. Alle aandacht moet daarop geconcentreerd zijn. En dan langzaam uitbouwen. Om de lokale focus te versterken, wil ik pop-up stores in de wijk openen, zodat Peerby ook echt zichtbaar aanwezig is in de wijk.”
Wees innovatief
Er zijn al genoeg online marktplaatsen in de wereld. Aan het aanbod ligt het dus niet. Als je tweedehands spullen in Nederland wil lenen, zit je snel goed bij Marktplaats. De winst zit hem in een product dat zelfstandig in staat is om gebruikers te signaleren en bij elkaar te brengen die in dezelfde buurt wonen. “Daarom zet ik in op een app die met pushnotificaties werkt. En zo’n app moet je doorontwikkelen. De bedoeling is dat Peerby steeds slimmer matches gaat maken tussen vraag en aanbod. Het moet signaleren of mensen thuis zijn of ergens op een andere locatie, waar ze ook in staat zijn dingen uit te lenen. Zoals bijvoorbeeld op de camping.”
Gidsy
Wat voor marktplaats?
Wie van plan is iets leuks te gaan doen, en daar andere mensen bij wil betrekken, kan op Gidsy een groep gelijkgestemden verzamelen of vinden. De site, ontstaan zonder het opstellen van een businessplan, heeft wat weg van het grote Amerikaanse Meetup.com. Gidsy ziet er echter wel slicker uit en stimuleert je eerst naar een activiteit te zoeken, in plaats van een groep. Je hoeft je bovendien niet permanent bij een groep aan te sluiten, om mee te kunnen doen aan een activiteit.
“Je gaat naar Gidsy om te zien wat er gebeurt in je omgeving”, vertelt Edial Dekker (foto rechts), met zijn broer Floris de oprichter van de site. “Het is een marktplaats voor activiteiten. Dat loopt uiteen van hiken tot yogales en van Trabant rijden tot het bouwen van een cocktailbar in je huis. Dingen waar je in de offline wereld nooit mee in aanraking had kunnen komen. En je doet iets met echte mensen, niet aan de hand van voorgekookte programma’s van bedrijven waar je maar moeilijk een persoonlijke connectie mee kan maken. De site beschrijft de activiteiten met foto’s, beschrijving, tijd en locatie.”
Wat voor verdienmodel?
Een ander verschil met Meetup.com is het verdienmodel. Waar bij Meetup de activiteitenorganisator maandelijks of halfjaarlijks geld betaalt voor het runnen van een online groep, daar ontvangt Gidsy tien procent commissie over alle boekingen van deelnemers. Voor de organisatoren van activiteiten is het concept daarmee laagdrempeliger, want ze zijn niet aan vaste kosten van Gidsy gebonden. Ze promoten een activiteit op Gidsy, en halen het benodigde geld op bij de deelnemers. Gidsy zorgt ervoor dat er betaald en geboekt wordt.
Een activiteit kost minimaal vijf euro, verder zijn de prijzen volledig variabel. Ook de organisator zelf kan geld verdienen, als hij voldoende mensen voor een activiteit weet te interesseren. “We kennen inmiddels bijvoorbeeld mensen in New York die met het aanbieden van tours via Gidsy hun brood aan het verdienen zijn”, reageert Edial Dekker. “En in Amsterdam loopt het onder meer storm bij een kok die thuis cursussen Franse keuken aanbiedt. De startuptour van Wakoopa-oprichter Robert Gaal was binnen twee dagen volgeboekt. Twintig euro van twintig man leverde hem, als je de commissie ervan aftrekt, toch 360 euro op.”
Hoe loopt het?
“Supergoed”, reageert Dekker. En al wil hij nog geen concrete resultaten delen van zijn website, behalve dat deze inmiddels in Berlijn, Amsterdam, Londen, San Francisco en New York gelanceerd is, hij heeft ook reden tot aardig wat optimisme. Hij geniet namelijk de weelde van een investering van 1 miljoen euro via steracteur Ashton Kutcher, Amazon-CTO Werner Vogels, Matt Stitchcomb van Etsy, de oprichters van Soundcloud, Nikolaj Nyholm van het Deense Sunstone Capital, de Londense angel investor Peter Read en het vermaarde investeringsfonds Index Ventures.
Zie ook: Hoe slaag je in vredesnaam met P2P?“Voordat ik je überhaupt cijfers kan voorleggen, moet ik eerst overleggen met al mijn investeerders. Binnenkort hopelijk meer. Ik kan je alleen vertellen dat we onlangs onze groeiverwachting naar boven hebben moeten bijstellen, en dat we afgelopen maand van zes naar tien medewerkers zijn gegroeid. Ook zal er dit jaar geen investeringsronde meer nodig zijn.”
Vestig jezelf op de juiste plek
Twee jaar terug vertrokken hij met zijn broer in een camper naar Berlijn, met het idee om er zes maanden te verblijven en rond te komen met wat freelance webdesignopdrachten. Maar toen ze in twee maanden tijd al veel vrienden hadden gemaakt in de startupscene en onder meer dankzij deze contacten aan opdrachtgevers als Nokia, Telkom en Rammstein waren gekomen, besloten ze langer te blijven: Berlijn bleek het ideale klimaat om een eigen startup te beginnen. Dekker: “Alles is hier. Goedkope en grote kantoor- en woonruimtes, accountants, advocaten, lekker eten en talent.”
Waar Nederlandse startups vaak lang moeten zoeken naar investeerders, verkeert het Berlijnse Gidsy volgens Dekker in de luxepositie om aanbiedingen af te slaan. “Vertegenwoordigers van buitenlandse investeerders komen zo ongeveer om de twee weken naar Berlijn toe. Niet alleen omdat er veel goede ideeën worden ontwikkeld, maar ook omdat de investeringskosten door het goedkope leven hier betrekkelijk laag zijn. In Silicon Valley is een startup veel meer kwijt aan vaste lasten.” Dekker voegt daar overigens aan toe dat een goed idee absoluut wel vereist is, en je moet ook eerst een werkende versie kunnen showcasen aan investeerders.
Werk in ieder geval met investeerders
“Ons idee voor Gidsy ontstond ook door onze fascinatie voor p2p-marktplaatsen, waaronder die van Etsy. Maar het is wel supermoeilijk om break-even te gaan draaien, vanwege de kleine marges. Voor de lange termijn die daarvoor nodig is, is het dus erg belangrijk om investeerders te hebben. Geld verdienen zit er binnenkort echt niet in. Wij hopen dat we het break-even point eind 2013 behalen.”
Haal wel groeikapitaal op bij gelijkgezinden:
Gidsy verwacht dezelfde vibe van zijn investeerders, als dat ze zelf hebben. Dekker: “Wij werken slechts met aardige mensen die het concept begrijpen, goede brainstorms genereren, en niet vanuit een soort geldbelustheid alleen van een afstandje aan de touwtjes willen trekken. Kutcher is een voorbeeld van zo’n investeerder. Hij is erg betrokken bij de productie, weet wat er speelt en investeert alleen in diensten die hij zelf ook graag gebruikt. Het is geen toeval dat hij geld heeft gestoken in succesvolle startups als Skype, Soundcloud en Foursquare.”
Blijf aan je platform werken
“Je platform mag geen stilstand uitstralen. Wij zijn nu bijvoorbeeld bezig met het ontwikkelen van een functionaliteit waarmee special events aangeduid en aangemaakt kunnen worden. Ook wordt het mogelijk om een verzoek naar een organisator te sturen, omdat je over twee weken toevallig in Berlijn bent. Je vraagt hem of hij iets zou willen organiseren. Verder maken we activiteiten ook vindbaar op basis van datum, en ontwikkelen we Gidsy-apps voor verschillende mobiele platformen.”
Probeer stad voor stad te veroveren
“We merken dat vraag en aanbod per stad verschilt. Dus we besteden veel tijd om te leren hoe dat werkt. Via metrics bijvoorbeeld. We proberen verschillende strategieën per stad uit. Daarom dus ook onze stapsgewijze lancering in wereldsteden. Later willen we waarschijnlijk ook gebieden gaan veroveren.”
Snappcar
Wat voor marktplaats?
SnappCar is sinds oktober 2011 een marktplaats voor mensen die een auto willen huren of verhuren. De site brengt vraag en aanbod bij elkaar en zorgt er op geautomatiseerde wijze voor dat contracten worden opgesteld, de betaling plaats vindt en dat de huurder van een verzekering is voorzien. Achmea Centraal Beheer verstrekt deze polis. Victor van Tol, een van de drie oprichters: “Wij zagen in 2010 dat de p2p-markt nu echt los begint te barsten. Daar wilden we iets mee doen. Na een marktverkenning hebben we gekozen voor de automotive sector.”
Wat voor verdienmodel?
SnappCar verdient op twee manieren geld: door transactiekosten (€ 5,- per transactie) en 17,5% commissie over het verhuurbedrag te vragen. Iemand verhuurt daardoor bijvoorbeeld zijn auto voor 17,63 euro voor één dag. Daar bovenop komen dan 5 euro transactiekosten, 17,5 procent commissie voor Snappcar à 3 euro 10 en 12,5% aan verzekeringspremie à 2 euro 20. De totale kosten komen dan uit rond de € 28,-. In dit geval verdient SnappCar iets meer dan 8 euro. Verhuurbedragen worden altijd volledig door de verhuurder zelf bepaald.
Van Tol: “Wij ontvangen geen geld van Achmea Centraal Beheer voor het feit dat we hen aan ons platform koppelen. Dat is ook wettelijk verboden, want dan worden we tussenpersoon en daar moet je bepaalde vergunningen voor hebben. Maar het is in de toekomst wel voor te stellen dat we met hen aan cross- en upselling doen. Verder is het denkbaar op termijn om tegelijkertijd met de verhuur het mogelijk te maken om auto-accessoires tegen een bedrag uit te lenen.”
Hoe loopt het?
“Voorlopig zitten we op target. We hebben na vier maanden al 300 actieve verhuurders op de site, variërend van mensen die eenmaal een auto verhuurd hebben tot gebruikers die dat 5 à 10 maal per maand doen. Goed is om te zien dat ons ranking systeem, die een betrouwbaarheidswaardering aan een aanbieder koppelt, door bezoekers echt gebruikt wordt. Precies zoals we dat hadden verwacht.”
Zie ook: Hoe slaag je in vredesnaam met P2P? “We beginnen nu omzet te draaien en verwachten eind dit jaar break-even te draaien. Het geld dat er in gestopt is, komt van onszelf en van een informal investor. Willen we echter volledig volgens plan functioneren, dan hebben we nog vier ton nodig. Daarvoor zijn we in gesprek met investeerders. Over anderhalve maand denken we daarover uitsluitsel te hebben. De investering is puur bedoeld voor marketing en het optimaliseren van onze website voor de Nederlandse markt. Als we naar het buitenland gaan, zullen we daar later per land een investeerder voor zoeken.”
Het moet echt waarde toevoegen
“In mijn opinie betekent dat het alleen werkt als de gebruiker er echt iets aan kan verdienen. Daarom hebben we gekozen voor auto’s. Het probleem met andere artikelen is dat ze niet per se een tussenpartij vereisen. Als jij via Peerby een kettingzaag regelt, dan stap je de volgende keer rechtstreeks op zo’n persoon af. Je zou wel gek zijn om de prijs te laten opvoeren omdat een platform nog een marge wil opstrijken. Bij Snappcar speelt ook mee dat een auto voor sommigen nog echt een heilige koe is. De afgifte van een kopie van het rijbewijs en de ID-gegevens, alsmede onze geleverde verzekering, zorgen ervoor dat gebruikers niet om ons heen willen en kunnen.”
Realistisch over je marges nadenken
“Wij denken dat er voor iedereen te weinig geld te verdienen is met het verhuren van heggenscharen, kook- en barbecuesets of grasmaaiers. Ook niet in de verre toekomst. Je hebt teveel gebruikers nodig om het rendabel te kunnen maken. En als je kijkt naar welke marktplaatsen op het moment succesvol zijn, dan hebben die bijna allemaal met huizen en auto’s te maken.”
Betrouwbaarheid
“Het gaat allemaal om betrouwbaarheid. Dat doe je door zoveel mogelijk informatie van de gebruiker inzichtelijk te maken voor diegenen die er zaken mee willen doen. Bezoekers willen niet met een anonieme partij werken. Dus de afgifte van persoonsgegevens, een rijbewijs en de vermelding van een rating per gebruiker.”
Je moet sowieso eerst lanceren
“Voordat investeerders geld in je service stoppen, moet je eerst iets online hebben. Op die manier zijn we aan onze informal investor gekomen. Een week nadat we live gingen met Snappcar werden we door hem gebeld. Daarvoor was het praktisch onmogelijk om een investeerder te vinden. Ineens was het klimaat veranderd.”
Denk goed na over je doelgroep
“Maak een profiel op waarin duidelijk naar voren welke type mensen echt een behoefte hebben aan onze site. Voor ons werd bijvoorbeeld duidelijk dat de tweede auto van een huishouden vooral ingezet wordt voor verhuur. En die zijn vaak in bezit van vrouwen. Daarom staan we binnenkort een week op de Huishoudbeurs.”
Dealrt
Wat voor marktplaats?
Dealrt is een marktplaats, die vraag en aanbod via Twitter inzichtelijk maakt. De opmaak is vergelijkbaar met Marktplaats: mensen maken een advertentie aan, beschrijven hun product en stellen een prijs. Vervolgens kunnen mensen er op bieden. Je doorzoekt het aanbod als bezoeker echter nauwelijks op de site zelf, maar via Twitter.
Mensen die bewust hashtags in de gaten houden, zoals #televisie, #telefoon of #bankstel, kunnen aanbiedingen op Dealrt opmerken. Tenminste, als de aanbieder van een televisie of bankstel zo verstandig is geweest om een van deze woorden op Dealrt als hashtag aan zijn advertentie te koppelen. “Je hoeft niet zoals op Marktplaats een profiel aan te maken, je logt gewoon in met Twitter”, reageert Leon Pals, die de site in 2010 oprichtte. “Je kunt je advertentie ook laten retweeten door mensen in je Twitternetwerk.”
Als iemand een bod plaatst op een advertentie, dan kan hij hier via Dealrt direct op Twitter melding van maken. “Met als gevolg dat de exposure groter wordt”, zegt Pals. “Mocht een ander weer een hoger bod plaatsen, dan krijg je al gauw een online realtime veiling doordat dat bod ook getweet wordt. Hierin staat een vermelding richting de persoon die de advertentie plaatste, maar ook richting degene die het laatste bod deed.” Dealrt is echter geen Ebay in de zin dat een advertentie per se aan de hoogste bieder verkocht moet worden. “Weliswaar kan iedereen een bod doen op jouw advertentie, maar als mensen uit je eigen netwerk erop bieden, denken wij dat je het liever aan hen verkoopt.”
Wat voor verdienmodel?
Dat is er (nog) niet. Momenteel maakt Dealrt het niet mogelijk om het product op de site te betalen. “Maar je kunt je voorstellen dat we dat in de toekomst wel gaan doen”, stelt Pals. “Ook zouden we een vergoeding van bijvoorbeeld twee euro kunnen vragen voor het plaatsen van een advertentie. Ik ben echter voorstander van de klassieke stelling ‘Eerst traffic, dan komt dat verdienmodel vanzelf wel’.”
Hoe loopt het?
Zie ook: Hoe slaag je in vredesnaam met P2P?Daar gaat het nu mis. Dealrt loopt namelijk helemaal niet meer: er is sinds een half jaar bijna geen aanbod meer. “Er is op dit moment te weinig animo voor”, stelt ook Pals vast. “Het nadeel is dat zowel ik als mijn compagnon het er een beetje vrijwillig bij doen naast onze vaste werkzaamheden”, aldus de ondernemer, die ook al eigenaar is van designbureau Zwirt en van Appatize. “Maar in de toekomst willen we een herstart maken. Liefst binnenkort al. Ik denk nog steeds dat deze service het een en ander kan opleveren.”
Timing is heel belangrijk
“Dat zeg ik uit eigen ervaring. Dealrt is namelijk te vroeg gebracht, naar mijn mening. Veel mensen wisten nog amper hoe ze een foto moesten verspreiden op Twitter. Inmiddels zitten we al meer in een fase waarin mensen het heel normaal vinden om dingen via Twitter te delen. In Amerika was men er eerder klaar voor.”
Usability is key
“Naar mijn mening moet de service zo laagdrempelig mogelijk zijn. Geen moeilijke inschrijfprocedures, het automatisch herkennen van je locatie, dat soort functionaliteiten moet een p2p-marktplaats gewoon bevatten. De dienst moet zo eenvoudig mogelijk zijn.”
Er moeten altijd transacties plaats vinden
“Daarmee erken ik direct dat Dealrt nog een slag te maken heeft. Zonder geautomatiseerde betalingstool blijft het allemaal te vrijblijvend en heeft de aanbieder te weinig garantie dat hij daadwerkelijk ook zijn geld krijgt. Op een site als Marktplaats hebben mensen dat al vaak genoeg mee gemaakt. Of denk aan al die couchsurfingsites, waar je overeenkomt dat iemand jouw kamer tijdelijk kan gebruiken, maar je wel zelf de betaling moet regelen.”
Toogethr
Wat voor marktplaats?
Automobilisten kunnen met Toogethr hun ritten aan een ander aanbieden en aangeven of ze wel of niet een onkostenvergoeding willen ontvangen. Mensen die ergens naartoe willen gaan en met iemand willen meerijden, kunnen in het aanbod zoeken. Toogethr laat je met een automatische Facebook-registratie meteen toe tot het netwerk, faciliteert de transactie en maakt het mogelijk om inzichtelijk te maken welke automobilisten betrouwbaar zijn en welke niet.
Wat voor verdienmodel?
“Ons businessmodel is simpel”, vertelt Martin Voorzanger, met Bart Selders de oprichter van Toogethr. “Als een rit tot stand komt, waarbij de automobilist een vergoeding wil hebben, dan berekenen we 25 procent commissie aan de passagier (die een all-in prijs ziet). Hiervan moeten we ook de BTW afdragen en de payment service provider betalen. We zijn dus gebaat bij volume, net zoals de gebruiker, die zoveel mogelijk vraag en aanbod wil.”
Hoe loopt het?
“Beter dan verwacht. De app is pas in januari live gegaan, maar nu zijn er al 2000 ritten aangeboden en is er 3200 keer naar een lift gezocht. Maar het is nog te vroeg om te juichen. Omdat er relatief veel aanbod nodig is, is de kans om een passende rit te vinden op dit moment echter nog relatief klein. Vandaar dat we onder meer met High Tech Campus Eindhoven (8000 mensen) en Huishoudbeurs (250000 bezoekers) marketingactiviteiten ontplooien.”
“Voorzanger geeft zichzelf een jaar, om te kijken of dit platform echt een toekomst heeft. “Dat wil hij de komende tijd financieel mogelijk maken met een crowdfundingtraject, een geldinjectie van een informal investor en een krediet voor innovatie van AgentschapNL. “Om up and running te kunnen zijn, heb je als p2p-marktplaats tussen de 15.000 en 50.000 euro nodig.”
Zie ook: Hoe slaag je in vredesnaam met P2P? De kosten zitten vooral in de software, maar Voorzanger heeft bijvoorbeeld ook aan juridische zaken 8000 euro uit moet geven. Voorzanger: “Dit omdat, gelet op de Wet Personenvervoer, ten onrechte wel eens de suggestie gewekt wordt dat gebruikers zich tot een commercieel taxibedrijf kunnen ontpoppen op Toogethr. Alles is vrijblijvend en transacties vinden online plaats, niet in de auto.”
Voorzanger’s voorbeelden zijn het Amerikaanse RelayRides en het Franse Covoiturage. “Zij zijn heel wat verder dan ik. Covoiturage haalde onlangs nog een investering van 10 miljoen dollar binnen bij Accel Partners.”
Marketing is van grote waarde
“Je moet accepteren dat voor een groot deel van je aanvankelijke doelgroep de dienst niet direct geschikt is. Dat heeft wat mij betreft niets te maken met leeftijd, geslacht, inkomen of opleiding, maar alles met iemands karakter. Je moet je er fijn bij voelen dingen uit te lenen aan een ander. Uiteindelijk zul je zien dat slechts tien à twintig procent van je doelgroep het concept meteen omarmt, en de rest niet.
Om mensen toch te overtuigen, is word of mouth dus heel belangrijk. Potentiële gebruikers moeten door de eerste enthousiaste klanten overgehaald worden. Dat stimuleer je als ondernemer zelf onder meer via social media. Zelf hoop ik binnenkort bijvoorbeeld de koppeling met Twitter gerealiseerd te hebben. Verder moet je als ondernemer zo veel mogelijk zichtbaar zijn in de media, en met promotieteams rondlopen.”
Betrouwbaarheid is belangrijk, maar heeft geen prioriteit
“In het begin is het vooral belangrijk om zoveel mogelijk gebruikers te verzamelen. Er is dus voor ons reden geen om nu al mensen te stimuleren om ratings en reviews te maken. Gebruikers en aanbieders mogen redelijk anoniem blijven. Als het tot stand brengen van de transactie maar uitstekend geregeld is. Dit geldt overigens niet voor alle marktplaatsen. Snappcar moest vanaf begin af aan bijvoorbeeld werk maken van het aansprakelijkheidspunt bij schade.”
Spreek zoveel mogelijk met ondernemers, die ook marktplaatsen opzetten
“Je kunt ervaringen uitwisselen en expertise delen. Ik heb daarom met Daan Weddepohl (Peerby) en Michel Visser (Konnektid) een Meetup-groep opgericht, speciaal voor p2p-startups. 3 mei is de eerste bijeenkomst.”
Zippio
Wat voor marktplaats?
De mobiele app Zippio speelt in op het feit dat er veel Zuid-Amerikaanse online gamers zijn, maar slechts weinigen een credit- of bankkaart hebben. Daardoor kunnen ze geen virtuele tegoeden kopen. Dat is vooral teleurstellend voor mensen die populaire spelletjes als Farmville willen spelen, ware het niet dat Zippio ze te hulp kan schieten. De Amerikaans-Argentijnse startup brengt namelijk vraag en aanbod bij elkaar. De aanbieders zijn de mensen die wel over een creditcard beschikken: zij worden door Zippio in staat gesteld om een deel van hun virtuele valuta, ofwel tegoeden waarmee je online game-items kan kopen, in ruil voor cash aan hun vrienden en kennissen af te staan. Ook krijgen resellers kortingen bij de aanschaf van een online spelproduct.
“We zijn sinds kort gelanceerd in Brazilië”, vertelt ceo en oprichter Ariel Meyer, een geboren Argentijn die op latere leeftijd in Silicon Valley ging werken en nu in Miami leeft. Sprout sprak hem in januari in de hoofdstad van Florida. “Brazilië was de meest logische locatie om in Zuid-Amerika te beginnen, omdat het land een online gaming community van 40 miljoen mensen heeft en tegelijkertijd maar 24 procent van die spelletjesspelers over een creditcard of bankpas beschikt. Daarnaast is het de afgelopen jaren snel tot de zesde economie ter wereld uitgegroeid.”
Voor de Latijns-Amerikaanse markt is de app de eerste in zijn soort, maar Meyer weet dat er soortgelijke initiatieven in andere snelgroeiende werelddelen voorkomen. “Wat betreft de techniek achter de app zijn we uniek. Maar in Indonesië bestaat ook een entertainmentplatform dat nu van miljoenen gebruikers een reseller van virtuele tegoeden heeft gemaakt. Ook in Afrika is men er mee bezig.” De startup kwam dankzij de achtergrond van Meyers compagnon op het spoor van dit marktmodel: deze heeft in Mexico een p2p-marktplaats gerund, waarmee eigenaren van creditcards prepaid belminuten konden doorverkopen aan anderen. “Maar eigenlijk is het model om van je consument een reseller te maken, al veel ouder. Kijk maar naar Herbalife bijvoorbeeld.”
Wat is het verdienmodel?
Zippio ontvangt telkens commissie van de reseller als er virtuele valuta worden doorverkocht. De app zelf is gratis. Maar omdat de startup zelf geen gameplatform vormt, moet het samen werken met partijen die dit wel bieden. Meyer: “Dankzij een partnership met Paymentez, een grote uitgever in Brazilië, hebben we onze software kunnen lanceren. Het vormt het grootste Braziliaanse gameplatform, met eigen games maar ook onder meer spellen van Zynga. Zippio opent grote mogelijkheden voor ze, want zo zijn ze in staat om meer mensen bij hun games te betrekken.”
Geld ontvangt Zippio niet van de uitgevers, aangezien de startup tegelijkertijd voor succes ook volledig afhankelijk is van deze partijen. “Vooralsnog hanteren we alleen het commissiemodel. Maar we hebben al wel andere verdienmodellen op papier staan, waar ik verder nog niks over mag vertellen”, aldus de Latino-immigrant, die wel aangeeft dat verzamelde consumentendata in de toekomst mogelijk waardevol kan zijn. Ook zou het bedrijf in de toekomst zich buiten de gamewereld kunnen gaan begeven. “Onze technologie is in principe overal geschikt voor.”
Hoe loopt het?
Zie ook: Hoe slaag je in vredesnaam met P2P?“Tot nu toe heel goed”, komt Meyer zelfverzekerd over. “Elke dag voegen zich duizenden gamers toe aan ons resellernetwerk. En we hebben inmiddels al meer dan tienduizend resellers. Dat moet ook, want anders werkt het niet. We hebben veel massa nodig, willen we dit winstgevend maken.” Tot de tijd dat Zippio break-even kan gaan lopen, heeft het de steun van angel investors. Hoewel Meyer aangeeft dat extra geldschieters altijd welkom zijn. “Mijn compagnon, die ik al heel lang ken, woont in Boston en heeft daar contact met onze angels. Ik richt me intussen op onze commerciële partners in Brazilië, en ons team van developers in Argentinië.”
Geef niet te snel op, want deze markt barst net los
“Ik maak me geen zorgen over de vraag of over 10 of 20 jaar iedereen een creditcard heeft in Brazilië. Natuurlijk zal de markt er dan heel anders uitzien, maar ik ben ervan overtuigd dat het type marktplaats van Zippio dan een nog veel grotere rol speelt. P2p-marketplaces are here to stay. Kijk naar grote bedrijven als Paypal en Amazon, ook zij zijn de p2p-markt opgestapt. Ons businessmodel zal vast anders zijn over 10 jaar, maar onze markt heeft sowieso niet aan waarde ingeboet.”
Volgens Meyer zullen p2p-marktplaatsen vooral dankzij de smartphone belangrijker worden. “Smartphones geven heel veel mogelijkheden aan p2p-marktplaatsen. Niet voor niets vinden de meeste innovaties in de wereld momenteel op het mobiele platform plaats. In de toekomst zullen er veel p2p-startups zijn die falen en failliet gaan, maar er zullen er ook veel overleven. Momenteel is p2p 2.0 nog relatief nieuw, en hebben wij als Zippio de kans om als een van de eerste startups een footprint achter te laten. In principe hebben we alles wat we willen. De Zuid-Amerikaanse markt is er nu perfect geschikt voor.”
Kies voor een concept dat aanbieders graag uitdragen
“Het voormalige bedrijf van mijn compagnon, een p2p-marktplaats voor prepaid belminuten, heeft goed gedraaid. Maar de marges waren wel erg klein en er was enorm veel concurrentie. Een probleem was ook dat de resellers niet echt een passie voor het product hadden. En dat is anders bij de producten die Zippio nu laat verhandelen. De resellers zijn niet alleen tevreden dat ze speltegoeden kunnen doorverkopen, ze zijn ook blij dat ze daardoor tegen hun vrienden spelletjes kunnen spelen. En hoe meer je verkoopt, hoe meer korting een gameplatform aan je biedt.”
Kies de juiste uitvalsbasis
Om je bedrijf te kunnen opbouwen, adviseert Meyer om ieder geval in een land te starten waar investeerders je product begrijpen. Ook hij ziet de VS als een uitstekende uitvalsbasis. “Amerikaanse investeerders begrijpen ons product veel beter, dan Argentijnse venture capitalists zouden doen. Die hebben niet zoveel ervaring met investeren in online startups, maar meer met bijvoorbeeld een koekjesfabriek. Ze willen gedetailleerde vijfjarenplannen, grote aandelen en in twee jaar de eerste winstbedragen zien.”
Daar staat tegenover dat Meyer voor de productie wel weer graag uitwijkt naar Argentinië. In Cordoba staat een team van developers onder leiding van de Argentijn Duncan Steblyna, voormalig development director van de Nederlandse startup Nimbuzz. “Werknemers verdienen de helft van het salaris van Amerikanen en Europeanen. Bovendien zijn het erg gepassioneerde, getalenteerde en flexibele medewerkers. Verder hebben ze een goed oog voor wat mooi is en wat niet. Kijk wel uit dat je niet meteen teveel mensen aanneemt. De arbeidswetten in Argentinie zijn namelijk heel streng. Waar je in de VS makkelijk een werknemer kan ontslaan, loop je daar een hoog risico aangeklaagd te worden.”