1. Wees niet te vrijblijvend
Een boodschap mist te vaak urgentie. Een spreker staat er als dweil bij en spreekt op vrijblijvende toon. Wees dwingend. Als spreker moet je van te voren goed weten wat je publiek anders moet gaan doen. Je moet daar zelf in geloven. Schroom niet je publiek aan te spreken met ‘doe dit’ en ‘doe dat’.
2. Altijd concreet zijn
Strooi niet met woorden als synergie, integrale aanpak of ‘holistische benadering’. Die woorden zeggen niets. Houd abstracte terminologie beperkt tot maximaal twintig procent van je verhaal. Een ruggensteuntje om concreter te praten: begin zinnen met ‘stelt u eens voor’. Het dwingt je om zintuiglijke beschrijvingen te maken. Zo krijgen luisteraars je verhaal op hun netvlies.
3. Laat je boodschap landen
Je staat zelfverzekerd op het podium, maar gaat veel te snel. Mensen hebben tijd nodig om te kunnen verbeelden. Veel ondernemers kijken over de hoofden van hun publiek heen. Zo hebben ze niet in de gaten dat hun tempo te hoog ligt. Aanleren: je over het podium bewegen en om de paar zinnen een ander persoon aankijken. Dat helpt je een passend tempo te vinden.
4. Durf te dromen
Zet een stip op de horizon. Spreek je verbeelding aan en wees niet te bescheiden. Waar staan we met ons bedrijf over twintig jaar? Stel: je bent fietsfabrikant. Fout antwoord: ‘Ook in de toekomst leuke dingen blijven maken’. Tikkeltje gewaagd, maar vele malen beter: ‘Een fiets op de markt hebben waarmee je in een half uur van Amsterdam naar Parijs fietst.’
5. Blijf niet hangen
Veel sprekers beloven een vergezicht, maar blijven in hun verhaal nodeloos lang steken bij het verleden en heden. Als je aankondigt het over de toekomst te gaan hebben, behandel het verleden en het nu dan ook echt kort.
Inspiratie nodig? Kijk welke woorden Steve Jobs gebruikte tijdens zijn beroemde commencement speech op Stanford in 2005.
Foto: Flickr