Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Hoe een Nederlandse startup de oprichter van Twitter binnenhaalde

Thierry Schellenbach en Tommaso Barbugli speelden slim in op de explosie van bedrijven die chats, feeds en meldingen nodig hebben. Dankzij een recente investeringsronde van 15 miljoen dollar profiteren zij nu ook van de kennis van Twitter-co-founder Dick Costolo.

Werken vanuit een relatief kleine, ver van Silicon Valley gelegen stad zoals Boulder (Colorado) heeft zo zijn voordelen, zegt Thierry Schellenbach (foto boven links), wanneer we hem bellen in die vlakbij Denver gelegen stad. De Nederlandse ondernemer haalde onlangs samen met zijn in Amsterdam gevestigde co-founder Tommaso Barbugli (foto rechts) 15 miljoen dollar groeigeld op voor Stream, een (API-)dienst waarmee bedrijven relatief eenvoudig feeds en chat kunnen toevoegen aan hun websites en apps.

Met die miljoenen kun je in Boulder en Amsterdam langer vooruit dan in bijvoorbeeld San Francisco, waar de salarissen en kosten voor levensonderhoud veel hoger liggen. Schellenbach wijst op een concurrent (Layer) die zichzelf eind vorig jaar moest opdoeken, terwijl de dienst in totaal 35 miljoen dollar aan investeringen had binnengetikt. Ook met die hoeveelheid geld bleek het lastig om genoeg schaarse ontwikkelaars te vinden.

‘De dagen dat Silicon Valley het centrum was zijn een beetje voorbij’, zegt Schellenbach. ‘Amerikaanse vc’s investeren nu overal in de wereld. Dat was vijf jaar geleden minder. Maar Covid-19 heeft dat versneld.’

Corona

Covid-19 versnelde ook de groei van Stream. Schellenbach en Barbugli begonnen de dienst vijf jaar geleden nadat zij bij sociaal netwerk Fashiolista hadden gezien hoe het platform bijna bezweek onder de groei van het aantal gebruikers (Fashiolista werd in 2017 verkocht aan investeerder VentureBuilders).  

Toen ‘corona’ zich liet gelden viel een aantal (grote) klanten van Stream weg als klant. Maar al snel daarna begon een nieuwe stroom klanten aan te zwellen uit bijvoorbeeld de onderwijswereld, waar docenten ineens op afstand moesten communiceren met hun studenten. Ook vanuit de gezondheidszorg en – naar online verhuisde – events nam het aantal aanvragen toe. 

De oprichters besloten dat het met de door corona aangejaagde groei een goed moment was om nieuwe funding op te halen. Die financiering werd, zoals nu zo’n beetje gangbaar lijkt te worden, opgehaald zonder ook maar één fysieke ontmoeting met investeerders. Alle gesprekken met geldschieter GGV en andere aangehaakte investeerders zoals Olivier Pomel (Datadog) en Tom Preston-Werner (GitHub) gingen per video. ‘Ik heb op een gegeven moment maar wat afbeeldingen op de muur achter me geplakt’, gniffelt Schellenbach, ‘want het werd wel wat saai qua uitzicht’.

Of zo’n financiering-op-afstand haalbaar is hangt wel af van de omvang van de investering, en het stadium waarin je als bedrijf opereert, zegt Schellenbach. ‘Als je een seed-ronde wil ophalen is het nu veel lastiger. Nu konden onze investeerders ook met onze eerdere investeerders en mentoren van Techstars overleggen. Die volgen ons al jaren, en kennen onze business.’ Ameikaanse investeerders kijken weliswaar vaker buiten de Bay Area, maar dat betekent niet dat je makkelijk geld ophaalt wanneer je woont en werkt in Nederland, waarschuwt hij Nederlandse ondernemers.  

Techstars

De investering van 15 miljoen dollar is een voorlopig hoogtepunt in de vijf jaar oude geschiedenis van Stream. De investering is een min of meer logisch gevolg van het feit dat Schellenbach en Barbugli vijf jaar geleden, amper twee maanden na de lancering van Stream, in Boulder werden toegelaten tot de gerenommeerde startup-incubator Techstars. 

De ondernemers besloten zich daarna in Boulder te vestigen. Maar mede omdat Barbugli moeite had om een visum voor de VS te bemachtigen, bleef het bedrijf ook in Nederland actief, waar het tot op heden een kantoor heeft in Amsterdam. 

Voordeel

Het werken in twee verschillende tijdzones was dus niet echt gepland, zegt Schellenbach, maar het bleek een groot voordeel. ‘Met een dienst als de onze moet je eigenlijk altijd beschikbaar zijn. En daarnaast heeft Amsterdam veel ervaren ontwikkelaars, en vindt Europees talent Amsterdam een aantrekkelijke plek om naartoe te verhuizen.’  

Verdeeld over ongeveer duizend klanten bedient Stream (78 medewerkers) nu naar eigen zeggen bijna een miljard eindgebruikers. In Nederland gebruiken bijvoorbeeld de klanten van Basic-Fit, roosterdienst Eitje en gebruikers van activiteitentracker Relive (zonder het te weten) de (live)chat- en feed-techniek van Stream. Diensten zoals Dubsmash, NBC Sports en Bandsintown (25 miljoen gebruikers) benutten Stream om hun achterban meldingen te sturen.

Stream begeeft zich deels op het terrein van Twillio en Messagebird. Omzetcijfers openbaart het bedrijf niet, al draaide zijn dienst – voor de recente investering althans – volgens Schellenbach break-even. 

Twitter

Een investeerder die ook is aangehaakt is Twitter-oprichter Dick Costolo, die zijn geld aan het werk zet met investeringsfonds 01 Advisors. Costolo is een mentor met wie Schellenbach nu zo’n beetje maandelijks kennis uitwisselt. ‘We bellen regelmatig en praten over alles rondom het opschalen van een bedrijf, zoals het aannemen van mensen en het bijhouden van je KPI’s.’ Costolo kan ook waardevolle lessen delen over Twitter, waar hij net als Schellenbach in de begindagen worstelde met het opschalen van de feed.

Als er nu ondernemers zijn die the next Twitter of Instagram willen bouwen, ‘dan gebruiken ze onze technologie’, zegt de Nederlander. ‘En dan hebben ze niet die issues die wij wel hadden.’ Hij wijst op een snelgroeiende dienst als Bunch.live, een sociale appgame die met gebruik van Stream binnen korte tijd naar miljoenen gebruikers knalde. Ook Tinder-moederbedrijf Match is klant van Stream. Bij dit soort diensten moet de chatfunctie het gewoon doen, zegt Schellenbach.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Uitbouwen

De nieuwe investering brengt het totaal opgehaalde bedrag naar ruim twintig miljoen dollar. Bijna al dat geld gaat volgens Schellenbach naar het aan boord halen van nieuwe programmeurs, salesmedewerkers, marketeers en customer support-medewerkers.

Hij vertrouwt erop dat die medewerkers ook in de toekomst, als de coronapandemie wellicht weer op zijn retour is, genoeg werk zullen hebben. ‘Of bedrijven nu overstappen op digitale tickets of online congressen, veel van die use cases zullen niet verdwijnen. Sterker nog, eigenlijk hadden deze dingen al lang ‘online’ moeten zijn.’