Autofabrikant Toyota, computerspelletjesmaker Nintendo en robotbedrijf Fanuc, die relatief veel producten verkopen in het buitenland, stegen respectievelijk 1,8, 3,1 en 1,7 procent. Een goedkopere yen versterkt de concurrentiepositie van Japanse bedrijven en maakt hun producten goedkoper in het buitenland. Ook bleek dat de lonen in Japan in juli in het sterkste tempo zijn gestegen sinds 1997. De groei was echter onvoldoende om de stevige toename van de inflatie te compenseren.
De andere belangrijke aandelenmarkten in het Verre Oosten lieten dinsdag een gemengd beeld zien. De Hang Seng-index in Hongkong noteerde 0,3 procent lager. De Kospi in Seoul zakte 0,8 procent. De Zuid-Koreaanse automakers Hyundai en Kia stonden onder druk na dalende autoverkopen in augustus. De All Ordinaries in Sydney kreeg er 0,4 procent bij nadat de Australische centrale bank voor de 13e maand op rij de rente ongewijzigd liet op 2,5 procent.