Jan Dingemans ‘Negen van de tien keer ben ik geen slager’
Jan Dingemans, curator en partner bij de Advocaten van Van Riet, is 22 jaar advocaat, waarvan twintig jaar in de insolventiepraktijk. De kneepjes van het vak leerde hij van éminence grise Louis Deterink (DAF, Fokker).
“Wat ik zeker wil dat je opschrijft? Nou, gewoon, dat faillissementen leuk zijn.” Het klinkt vreemd. Een beetje ongevoelig ook. Faillissementen leuk? “Ja. Een groot faillissement is waanzinnig leuk”, herhaalt Jan Dingemans (48). “Niemand wordt in beginsel blij van een faillissement. Maar er kan ook iets moois uit voortkomen. Mijn ervaring is dat het verdriet omslaat in een euforisch gevoel als je met zijn allen een doorstart voor elkaar krijgt.”
De situatie in de bouw stemt een stuk minder vrolijk, geeft de curator toe. Daar worden projecten nauwelijks overgenomen. Een ander teken des tijds is het stijgende aantal gevallen van faillissementsfraude. Een halfjaar geleden nog trof hij een spoor van vernieling aan bij een onderneming – op papier een afbouwbedrijfje – dat in twee maanden tijd zonder aanbetaling voor 450.000 euro aan scooters, parfum en VVV-bonnen had besteld en doorverkocht. Voor een curator, die de schade bij een faillissement voor alle betrokkenen zoveel mogelijk moet beperken, valt aan zulke zaken geen eer te behalen.
Liever praat Dingemans daarom over de doorstart van Selexyz waar hij als bewindvoerder de hand in had. De zestien Selexyz-winkels kwamen vorig jaar voor 3,5 miljoen euro in handen van investeringsmaatschappij ProCures, tevens eigenaar van De Slegte. “We hebben de continuïteit kunnen borgen. Dat is kicken.” Daar gingen wel twee weken keihard onderhandelen aan vooraf met huisbankier ABN Amro en boekenleverancier Centraal Boekhuis.
Dingemans herinnert zich een cruciale vrijdagnacht. “Er was bonje met de bank. Ze wilden de salarissen niet betalen en de inkoop niet financieren. Doordat we juridisch een sterk verhaal hadden, heeft de bank het hoofd gebogen. Toen voelden we ons zaterdagochtend wel een uitgeperst citroentje. Niet alleen omdat we weinig slaap hadden gehad, maar ook omdat we er met elkaar, potverdorie, hard aan moesten trekken. Bijna tot tranen aan toe bij de bestuurders. Die winkels moesten gevuld worden. Of niet. Dat was het makkelijkst geweest, om op dag één de winkels op slot te draaien. Maar ik wilde proberen alles door te laten draaien.”
Soms moet hij inderdaad harde maatregelen nemen. Dat voedt het imago van de curator als aasgier en doodgraver. Wat zegt Dingemans daarop? Don’t shoot the messenger. “Wij zijn niet de oorzaak van het faillissement. Begrijp me niet verkeerd, curatoren zijn niet altijd lieverdjes. Wij moeten vaak de degens kruisen met de ondernemer, de tegenpartij of met wie dan ook. Maar negen van de tien keer ben ik niet als een soort slager aan het werk. Ik denk dat een vrij fors percentage van de curatoren het menselijk aspect wel in de gaten houdt.” De rechtbank selecteert daar de curatoren ook op, vermoedt hij. “Op de softere faillissementen zet de rechter meestal een mens, geen ijskast.”
Het meest emotionele aspect van zijn werk vindt hij de communicatie met werknemers: “Als ik voor de mensen sta, op dat sinaasappelkistje en ik moet hen het slechte nieuws vertellen; ‘u heeft mij nog nooit gezien, ik kom hier voor het eerst, en ik kom u tegelijkertijd ontslaan’. Vaak weten ze het nog niet. Daar word ik zelf ook door geraakt.”
Marc van Zanten ‘Een faillissement is geen schande’
Marc van Zanten, partner bij advocatenkantoor CMS Derks Star Busmann, zag in zijn twintig jaar als curator meer dan honderd faillissementen voorbijkomen. Soms zien directies hem als degene die hun levenswerk gaat vernietigen. “Maar meestal trekt dat wel bij.”
“Elk faillissement is veroorzaakt door de directie. Punt.” Duidelijk taal van Marc van Zanten (44). “Ik heb de dotcomcrisis meegemaakt, 9/11, de vastgoedcrisis; uiteindelijk is altijd de directie verantwoordelijk. Dat wil niet zeggen dat de bestuurder aansprakelijk is. Maar als zich een crisis voordoet, moet je dan niet op een gegeven moment de boel omgooien en een andere koers inzetten?”
Van Zanten is gespecialiseerd in omvangrijke, vaak langlopende faillissementen. Bij DSB Beheer was hij medeverantwoordelijk voor de verkoop van de kunstcollectie van Dirk Scheringa. Sinds een halfjaar heeft hij vijftien Nederlandse vastgoed bv’s onder zijn hoede die in Duitsland honderden miljoenen euro’s aan winkelcentra, hotels en kantoren bezitten. Een complex faillissement.
Het staat in schril contrast met zijn eerste zaak: de Uitbox, een bedrijfje in informatiezuilen waarop mensen uitgaansinformatie konden opzoeken. “Ik kreeg alle post doorgestuurd, dus ik was maandenlang op de hoogte van elke festiviteit in Haren, Zuid-Laren of Roermond die het plaatselijke culturele centrum organiseerde. Heel informatief.”
Behalve de speeldata van het lokale poppentheater leert Van Zanten in die tijd ook meteen een belangrijke les. Hoewel de Uitbox best wat schuld heeft, treft hij maar driehonderd gulden aan in de boedel. Dus niets voor de crediteuren en niets voor hemzelf, terwijl hij voor tienduizend gulden heeft uitgezocht of de bestuurder aansprakelijk is. En dat is hij uiteindelijk niet. “Een enorme zeperd. Ik kon 9.700 gulden afboeken.”
Bij een lege boedel grijpt een curator dus naast zijn salaris. Dat betekent niet dat Van Zanten een zaak laat lopen als hij vermoedt dat die niets oplevert. “Absoluut niet. Ik heb te maken met mijn relatie met de rechtbank. Als ik word benoemd in een faillissement, kan ik alleen maar weigeren als er een tegenstrijdig belang is: als een kantoorgenoot of ik zelf bijvoorbeeld advocaat zijn geweest voor het bedrijf voordat het failliet ging, of als wij veel contact hebben met een grote crediteur. Het enige wat ik kan doen, is op het faillissement een jonge curator zetten die goedkoper is.”
De zaak die hem het meest is bijgebleven, is de zwavelzuurfabriek die hij in 2004 kreeg toegewezen, midden in een Amsterdamse woonwijk. Waren de machines meteen uitgeschakeld, dan was het zuur door de buizen gebrand en waren 60.000 mensen in gezondheidsgevaar. “De rechter-commissaris heeft me achteraf toevertrouwd dat ze elke dag fietsend naar de rechtbank naar boven keek of er niet al ergens een gele wolk hing.”
Maar het is niet alleen om die reden een van zijn heftigste faillissementen ooit. “Ik zal ook de fabrieksmanager Freek niet snel vergeten. Hij heeft de hele zaak nog zes weken draaiende gehouden totdat de buizen leeg waren. Zijn loyaliteit, en die van de andere werknemers was aangrijpend om te zien. Ze waren hun baan kwijt. Maar ze wisten ook: we kunnen de knop nu niet omzetten.”
Net als veel van zijn collega’s adviseert Van Zanten ook bedrijven in moeilijkheden. In dat geval heeft hij niet de pet van curator op, maar die van insolventieadvocaat waarbij hij in feite aan de andere kant staat dan als curator. In die hoedanigheid adviseerde hij bouwbedrijf Moes vorig jaar om na een stille bewindvoering en opvolgend faillissement een doorstart te maken met sectorgenoot Hurks. “Een faillissement moet niet worden gezien als een schande, maar als een effectieve manier om een bedrijf te reorganiseren en een nieuwe kans te geven. Ik hoop te bereiken dat we dat met de faillissementswet in de hand nog beter kunnen doen dan nu het geval is. Het mag uit de taboesfeer.”
Jacqueline Zuidweg ‘Ik ben een doordouwer’
Jacqueline Zuidweg, zakenvrouw van het jaar 2012, startte achttien jaar geleden Zuidweg & Partners, een bedrijf in schuldhulpverlening voor kleine ondernemers. Vooral de afgelopen jaren groeide ze hard.
“De een zijn dood is de ander zijn brood. Die heb ik heel vaak gehoord.” Jacqueline Zuidweg (47) moet er een beetje om lachen. Haar bedrijf helpt ondernemers die persoonlijk aansprakelijk zijn op het moment dat hun bedrijf financieel klem zit: eenmanszaken, zzp’ers, vennoten in een firma en directeuren van een bv die persoonlijk hebben meegetekend voor een bankkrediet. De Nederlandse faillissementswetgeving is volgens haar te zeer gericht op grote bedrijven. “Ik ben hiermee gestart omdat ik zag dat er níets was voor de kleine zelfstandige.” Een faillissement lost voor deze mensen niets op; ze blijven immers twintig jaar lang aansprakelijk voor hun schulden. Met een gemiddelde ongedekte schuld van 120.000 euro is dat “een heel zware straf”.
Als deze ondernemers bij Zuidweg aankloppen is het vijf voor twaalf. Of vijf óver twaalf. Vaak heeft de bank de lening opgezegd en is er beslag gelegd op bezittingen. “Als een ondernemer bij ons komt, krijgt hij eerst een zakdoek om even uit te janken. Daarna moet hij in actie komen”, spreekt ze streng. “De een heeft daar een zachte aanpak voor nodig, de ander een pak op zijn lazer. Dat heb ik, figuurlijk, regelmatig gedaan. Er zijn mensen die met hun vinger naar de hele wereld wijzen in plaats van naar zichzelf.”
Ondanks de schijnbaar uitzichtloze positie waarin veel bedrijven verkeren, kan 60 procent een doorstart maken na een regeling met de schuldeisers. Is de onderneming niet levensvatbaar, dan moet een baan worden gezocht en kan de schuld in drie jaar worden afgekocht. Lukt ook dat niet, dan volgt de Wet schuldsanering natuurlijke personen. Na drie jaar op een houtje bijten onder toezicht van een bewindvoerder, hebben ook deze oud-ondernemers dan weer een schone lei en kunnen ze opnieuw beginnen.
“Ondernemers willen graag een tweede kans. En die verdienen ze.” Zuidweg roept het al jaren, in een poging het taboe op faillissementen te doorbreken. “Aan de voorkant staat iedereen te juichen, met startersdagen. Maar op het moment dat het niet goed gaat, gaan alle luikjes dicht.”
Op dit moment werkt ze aan een interviewboek met oud-cliënten. “Uiteindelijk beschrijf ik daarin de angst van elke ondernemer want daar mag je het niet over hebben, daar moet je je mond over houden. Onzin. Op het moment dat je je angst onder ogen ziet, kun je plannen maken.”
Dat moest ze ook tegen haar eigen negentig werknemers zeggen toen een belangrijke opdrachtgever, een grote gemeente, twee jaar geleden opeens zei dat het geld op was. Bijna de helft van de Nederlandse gemeenten verwijst naar Zuidweg door. Maar de gemeenten, waar ze haar honorarium van krijgt, moeten bezuinigen. Sinds januari zet de zakenvrouw haar kennis daarom ook op een andere manier in, door voor een grote bank quick scans te doen bij klanten die in zwaar weer verkeren. Zij adviseert of ze kunnen doorgaan of niet. De bank hoopt zo minder geld te hoeven stoppen in de stroppenpot voor slechte leningen.
“Ik hou vol. En ik vind het leuk. Ik ga altijd voor het uiterste. Met sport ook. Ik kan niet normaal op een fiets zitten. Het moet hard. Altijd weer sneller willen gaan. Dat zie je terug in mijn werk. Ik ben een doordouwer. Ieder ander zou allang zijn gestopt.”
Meest gemaakte fouten bij faillissementen
1. Te veel geld uitgeven en denken dat de omzet wel volgt
2. Niet snel genoeg omschakelen of bijsturen in een veranderende markt
3. Slechte adviseurs
4. Geen adviseurs
5. Te lang door blijven modderen
6. Te laat of niet deponeren van jaarcijfers. Dan ben je aansprakelijk voor de schuldenlast in het faillissement
Tips om een faillissement te voorkomen
1. Ga geen verplichtingen aan waarvan je vermoedt dat je ze niet kunt nakomen. Plaats dus geen nieuwe bestelling om je mensen aan het werk te houden als je weet dat je misschien niet kunt betalen.
2. Meld op tijd je betalingsonmacht bij de fiscus. Anders ben je aansprakelijk voor de schuldenlast in het faillissement.
3. Speel sowieso geen verstoppertje richting schuldeisers, bank en fiscus; een open vizier wordt op prijs gesteld.
4. Verdiep je in de cijfers, hoe saai je het ook vindt. Vraag door bij de accountant of financieel manager als je iets niet snapt.
5. Zoek een kritische sparringpartner, buiten je bedrijf.
6. Blijf jezelf en doe wat je leuk vindt. Dan hou je het langer vol.
7. Houd zakelijk en privé gescheiden.
Recordaantal faillissementen
In 2012 werden er 11.235 faillissementen uitgesproken, 18 procent meer dan in 2011. Dat is het hoogste aantal faillissementen ooit. Het vorige record dateert uit 2009. De grootste stijging vond plaats bij eenmanszaken (+29 procent).
De meeste faillissementen werden uitgesproken in de handel (1.532). Ook de bouw kreeg harde klappen. Daar steeg het aantal faillissementen met ruim 35 procent naar 1.213.
Bron: CBS