Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

VC Talks: ‘Stap niet uit passie in een startup’

Sommige investeerders stoppen geld in startups zonder dat ze de oprichters kennen. Ze volgen direct het instapadvies van één angel investor. Ook Sebastiaan Hooft voelt zich na enkele uitglijders het prettigst in deze rol.

Dit is het tweede deel van een serie interviews met durfinvesteerders, verzorgd door CxO.nl.

Een ‘zakelijke borderliner’. Met deze typering die een vriend recent van hem gaf, is Sebastiaan Hooft het wel eens. Nadat hij zijn aandeel in elektronicawebwinkel Centralpoint had verkocht omdat hij overwerkt op de intensive care was beland, heeft Hooft geld in allerlei projecten gestoken.

Soms leverden ze wel en soms geen succes op, maar geen van alle wist echt zijn volle aandacht te trekken. In ieder geval niet voldoende om de tijd die hij nu graag besteedt aan hobby’s als racen, zijn carrière als DJ, aan zijn mentorschap bij Startup Weekends en het bereiden van delicatessen en smoothies volledig uit zijn agenda te schrappen.

Een sociale koffiebranderij, gerund met gehandicapten, groeide en groeide totdat hij er geen plezier meer uit putte en zich aan de beperkte schaalbaarheid van het concept begon te storen. “Een oud-ceo van Douwe Egberts participeerde in het bedrijf, maar ik werd er niet meer gelukkig van.” Vorig jaar trok hij de stekker eruit.

Gestrande investeringen

Ook als investeerder kon Hooft zijn draai niet vinden. “Eerst heb ik geïnvesteerd in startups, van vrienden bij wie ik het geloof had dat ze hetzelfde succes als ik konden boeken. Dat liep niet goed af, zowel zakelijk als privé. Ik had bijvoorbeeld iemand meerdere malen gefinancierd met het idee dat het goed ging, maar hij durfde me niet te vertellen dat zijn omzetcijfers per ongeluk dubbel geboekt waren.”

Hooft stapte af van investeringen binnen zijn vriendenkring, maar stapte vervolgens in een volgende valkuil. Hij was zo onverstandig om te investeren in ondernemers die ‘op zijn pad kwamen’. “Het zijn meestal ondernemers die heel veel bijeenkomsten aflopen, overal in de media proberen te komen maar zich onvoldoende op de executie concentreren en dus ook niet slagen. En ik dacht, onterecht, dat ik ze wel bij kon sturen.”

Het zijn lessen die Hooft na ‘vele duizenden euro’s financiering’ in zijn oren heeft geknoopt. Nog altijd krijgt hij naar eigen zeggen wekelijks honderden toenaderingsmailtjes van ondernemers die hem een gratis lunch aanbieden. Maar hij gaat er niet meer op in.

Angelsyndicaten

Alle op niets uitgelopen investeringen weerhouden Hooft er niet van in bedrijven te participeren. Hij zocht en vond een veiliger en minder tijdrovend systeem: de wereld van de angelsyndicaten. Deze syndicaten, die ook toegankelijk zijn via online platformen als Angellist, geven informele investeerders de gelegenheid om deel te nemen in een door een lead investor opgezet investeringsfonds. Doorgaans zitten daar angels achter met een trackrecord, die startups via hun netwerk leren kennen én uitvoerig op potentie hebben bestudeerd. Syndicaatleden volgen hem of haar en leggen allen een aantal duizenden dollars in.

Hooft: “Zo nu en dan vragen Amerikaanse vrienden die in zo’n syndicaat willen stappen mij of ik ook wil participeren. Het is dé wijze geworden waarop ik momenteel opereer. Het scheelt mij kopzorgen, omdat van mij niet wordt verlangd dat ik actief help en meedenk. Dat doet de lead investor wel. Het werkt zo ontzorgend dat ik soms niet eens meer weet waar ik in investeer, zo merkte ik laatst toen een ondernemer mij bedankte voor mijn bijdrage.”

Zelf doen

Hooft heeft het idee dat er in Nederland niet veel investeerders zijn die zo te werk gaan: “De meeste angel investors in ons land hebben er een handje van om uit passie voor het concept in een startup te stappen. Net zoals je bij mij de gevoelige snaar zou kunnen raken met een innovatief idee voor de muziekwereld. Dat is heel mooi, want de ondernemer krijgt daarmee veel aandacht van zijn geldverstrekker, maar het is in mijn ogen onverstandig en ongepast.”

In tegenstelling tot bijvoorbeeld het in San Francisco opererende Quest Venture Partners van Maarten ‘t Hooft, dat zichzelf juist in de markt zet als ideale sparringpartner voor startups, vindt Hooft het intussen zelfs een zwaktebod als startups om zijn hulp vragen.

“Heb je mij nodig om aan een bepaald netwerk te komen? Dat is voor mij een reden niet in je te investeren. Oprichters zouden zich al in het voor hun relevante netwerk moeten bevinden, of in ieder geval in staat moeten zijn op eigen houtje er deel uit van te gaan maken. Ik leg geld in en verwacht dat jij zelf het bedrijf met factor 10 à 20 kan laten groeien.”

Business founder overbodig

Hooft heeft na 5 jaar ervaring als investeerder zelfs de conclusie getrokken dat business founders overbodig zijn. “De dynamiek van een techstartup bestaat hoofdzakelijk uit ontwikkelaars die continu een dienst bijwerken en uitbouwen, mogelijk met iteraties in de beginfase. Hoogstens moet er iemand langs komen die meehelpt een businessmodel uit te tekenen.”

Voelt een ontwikkelaar zich ongemakkelijk in de rol van verkoper, dan vindt hij wel een developer bij een hackathon die dat graag oppakt. “Die twee hebben ook veel meer een klik met elkaar dan de meeste business-minded en tech-minded oprichters samen ooit zullen hebben.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Hoopt iemand toch op Hoofts hulp in de toekomst? Die biedt hij wel degelijk, maar dan als consultant. “Ik bedien drie type klanten: ten eerste de ondernemers die zo’n tien jaar een bedrijf runnen, niet meer zo snel groeien en een blik van buitenaf kunnen gebruiken. Daarnaast investeerders die visie van buitenaf nodig hebben, omdat de CEO van hun participatie bijvoorbeeld ziek is geworden. Ten slotte de corporate accelerators die naar coaching voor hun intrapreneurs zoeken.”

Neem de investeringen van Sebastiaan Hooft, inclusief video’s, door op CxO, het platform voor beslissers die IT-investeringen doen.