Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

‘KPMG pompte overnameprijs Jumbo op’

Handelshuis M&R de Monchy ging als gevolg van foute jaarrekeningen het schip in met de overname van spellenfabrikant Jumbo. Met een vernietigend onderzoek naar de rol van KPMG in de hand wil het de miljoenenschade op het accountantskantoor verhalen. “We zien niet in waarom we nu nog bakzeil zouden halen."

Het is een absolute voorwaarde om betrouwbaar zaken te kunnen doen. Als de accountant zijn zegen geeft aan de jaarcijfers moet je er vanuit kunnen gaan dat die ook kloppen. Daar ging ook het Rotterdamse handelshuis M&R de Monchy vanuit. Dat kocht in 2007 spellenmaker Jumbo, dat viel onder het holdingbedrijf Hausemann & Hötte. De fabrikant van speltitels als Stratego en Pim Pam Pet werd bij die deal gewaardeerd op een bedrag van 6,5 miljoen euro.

Er stond voor 440.000 euro aan materiële vaste activa op de balans, die achteraf onvindbaar bleek in het bedrijf. 

Maar in de jaarrekeningen, die zijn gebruikt om de juiste overnameprijs vast te stellen, bleken achteraf grove fouten te zijn gemaakt. Er waren ten onrechte activa opgevoerd en verliezen aan een dochterbedrijf toegerekend die de vennootschapbelasting drukten. De schatting van de totale schade door de koper: ongeveer 2,1 miljoen euro.

Te hoge waardering

Volgens M&R de Monchy is het de KPMG-accountant die heeft zitten slapen en daarmee dus heeft meegewerkt aan een veel te hoge waardering van Jumbo.“De basisvraag is of ze dezelfde beslissing hadden genomen als ze hadden geweten hoe de werkelijkheid er uit zag”, zegt Wibe Reddingius van Kneppelhout & Korthals, advocaat namens M&R de Monchy, tegen Sprout.

Volgens het handelshuis heeft de vorige eigenaar van Jumbo het eigen vermogen in de jaarrekening van 2005-2006 en 2006 te hoog voorgesteld. Er stond voor 440.000 euro aan materiële vaste activa op de balans, die achteraf onvindbaar bleek in het bedrijf. Ook bleek de administratie van een Duitse dochter niet op orde waardoor “3,1 miljoen euro aan gecumuleerde verliezen” niet werden erkend door de Duitse fiscus. Het leverde in de jaren na de overname een belastingstrop op van 980.000 euro.

Miljoenenschade

M&R de Monchy beweert inmiddels concreet bewijs in handen te hebben dat de accountant aansprakelijk te stellen is voor de miljoenenschade. De onderneming heeft accountantskantoor BDO ingeschakeld voor een second opinion. “Het onderzoek is afgerond en ligt ter commentaar bij KPMG. In juni nemen we actie,” zegt Reddingius. Hij wil in een bodemprocedure de schade verhalen. “Ik zie niet in waarom we nu nog bakzeil zouden halen.”

M&R de Monchy lijkt een sterke zaak te hebben. Eind 2010 stelde het handelshuis in kort geding dat KPMG een “onrechtmatige daad” heeft gepleegd en “in strijd heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die een accountant in het maatschappelijk verkeer dient te betrachten.” Inzet van dat kort geding was toen om inzage te krijgen in de betreffende accountantsdossiers. De rechtbank van Amsterdam stelde toen M&R de Monchy in het gelijk. “Er is in de tussentijd geen inhoudelijk contact meer geweest tussen de advocaten”, zegt Reddingius.

KPMG ging in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechter, maar die zaak is op ‘de parkeerrol’ gezet. “Dit ging vanuit het perspectief van mijn cliënt over de procedurele vraag of een accountant inzage moet verschaffen, daar zijn we het niet mee eens. De zaak is nu aanhangig, minder relevant geworden, maar nog niet ingetrokken”, zegt Koos de Blécourt van De Brauw Blackstone Westbroek N.V, de advocaat namens KPMG. Hij zegt in een reactie verder niet inhoudelijk op de beschuldigingen te willen ingaan, maar bevestigt wel dat hij het BDO-rapport heeft ontvangen. De Blécourt: “We gaan er maar eens rustig naar kijken en dan bepalen wat we doen.”

Rol management

Wat verder precies de rol is geweest van het toenmalige Jumbo-management is onduidelijk. De Blécourt weet wel te vertellen dat M&R de Monchy “regelingen getroffen heeft met het verantwoordelijke management en aandeelhouders.” Reddingius zegt dat er momenteel geen stappen worden genomen tegen het management, dat “er mogelijk geschikt is”, maar hij er niet betrokken bij was.

Op het moment van de verkoop was het bedrijf voor 55 procent in handen van Berk Partners III, een investeringsfonds met zo’n 150 participanten. Drie directieleden hadden ieder 15 procent in handen. Een van de managers is na de verkoop aan de slag gegaan voor een Jumbo-dochter in Spanje. De algemeen directeur en de financieel directeur zijn in 2008 van het toneel verdwenen. De betrokken accountant van KPMG is sinds begin van dit jaar niet meer werkzaam bij KPMG.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

In een reactie op de vraag welke stappen zijn genomen richting de verantwoordelijke accountant zegt een woordvoerder van KPMG: “Dat is nu niet aan de orde.” Verder zegt de woordvoerder in een reactie: “BDO heeft naar ons weten nog geen definitief oordeel gevormd. Evenmin is duidelijk wat de opdrachtgever met de eventuele conclusies van BDO richting KPMG beoogt. Mocht het komen tot een (aansprakelijkheids)procedure dan vertrouwen wij op een voor KPMG positieve uitkomst.”

Lees ook: