De ondernemer
“Op mijn achttiende nam ik het glazenwasserbedrijf van mijn vader over. Maar ik wilde niet doen wat hij 35 jaar lang deed: laddertje op, laddertje af. Ik vormde het om tot schoonmaakbedrijf.
Het was redelijk succesvol en ik vroeg de boekhouder of het niet verstandig was om mijn eenmanszaak in een BV om te zetten. Dat vond hij niet nodig. De winst was inderdaad niet dusdanig dat een BV belastingtechnisch voordeliger zou zijn. Achteraf gezien had ik dat beetje extra belasting dat ik zou afdragen voor een BV als verzekeringspremie moeten zien. Mijn schoonmaakbedrijf ging failliet en na het faillissement van een eenmanszaak zit je met je blote billen op het koude beton. Ik leerde nooit meer blind te vertrouwen op een adviseur. Je moet een keer met je tanden op de keien om dat te ontdekken.
Mijn fout? Ik wilde een investering financieren uit toekomstige inkomsten. Ik was 24, verdiende een ton per jaar, had een dikke Chrysler onder m’n gat en wilde wel investeren in een waanzinnig tapijtreinigingssysteem. Met een lening van 50.000 gulden bij de bank werd ik franchiser. Helaas vertrok de franchisegever met de noorderzon en de opbrengsten van 15 franchisecontracten op zak. De cashflow uit lopende activiteiten kon de aflossing naar de bank niet opvangen.
Nota bene op mijn verjaardag hoorde ik de hamer vallen. Je denkt: shit, als ik failliet ga komen ze mijn spullen halen. En dat is ook echt zo. Het enige dat ik over had was een wit, plastic tuinameublement. Die korte, droge tik van de rechtershamer betekende wel rust. Ik kon even uitblazen. Ik dacht: ondernemen, dat gaan we dus niet meer doen. Maar ik probeerde drie keer bij een baas te werken en dat duurde respectievelijk zes, twee en negen maanden. Als je eenmaal het ondernemersvirus te pakken hebt, wordt het lastig om nog binnen de lijnen van een functieprofiel te lopen.
Ik startte een fotostudio, er kwamen partners bij en het werd een reclamebureau. Uiteindelijk liet ik me uitkopen. Het tweede faillissement kwam nadat ik de stekker uit een retailproject moest trekken. Schitterend pand, mooie collectie en trouwe klanten. Maar het was niet genoeg om door te gaan; er moest nog steeds geld bij.
Het deed me minder dan het persoonlijk faillissement. Enerzijds omdat het me privé veel minder raakte – het was een BV -, anderzijds misschien omdat het niet de eerste keer was. In de afgelopen twintig jaar heb ik acht ondernemingen gehad en alles meegemaakt wat je kunt bedenken.
Financieel heeft het ondernemerschap me na twintig jaar nog niet gebracht wat je misschien zou verwachten. Maar ik ben er wel op een andere manier rijk van geworden. Ik heb eelt op mijn ziel en ben chronisch positief; ik geef me niet zomaar gewonnen. Ik heb even geworsteld met de vraag: wat nu? Het antwoord: mijn ervaring. Die maak ik als coach te gelde. Ik zeg niet dat ik weet hoe het moet, maar ik heb alle fouten gemaakt die je kunt bedenken, zodat jij ze niet hoeft te maken.”
De adviseur
“De beste stuurlui staan aan wal en dat heeft een reden. Veel ondernemers hebben last van een hyperfocus. Ze zien alleen nog maar het probleem: de ijsberg. De stuurman op de wal kijkt met meer afstand naar die ijsberg en ziet of je beter linksom of rechtsom kunt gaan. Een typerend voorbeeld was een restauranthouder met te lage bezoekersaantallen. Hij zocht de oplossing in het probleem zelf. De te lage bezettingsgraad moest opgelost worden in de uitbreiding van het aantal tafels. Hij leende 75.000 euro en verbouwde zijn restaurant om twintig extra tafels kwijt te kunnen. Vanaf de zijlijn zie je ook andere opties, zoals een nieuwe chef-kok. Een half jaar later moest het restaurant sluiten.
Mijn belangrijkste tip: zorg dat het je privé niet treft als het misgaat. Met de juiste juridische structuur kun je persoonlijke aansprakelijkheid grotendeels afdekken. Een bepaalde mate van beroeps- of bestuursaansprakelijkheid kun je natuurlijk verzekeren. Maar je kunt je niet indekken tegen veranderende marktomstandigheden of slecht ondernemerschap. Start een BV en verdiep je vooraf in alle eisen.
Bij het faillissement van een eenmanszaak verjaart de schuld pas bij overlijden, óf als schuldeisers vijf jaar lang niets van zich laten horen. Gelukkig schrijven de meeste schuldeisers een bedrag op een gegeven moment af als oninbare schuld. Maar het UWV en de Belastingdienst weten je te vinden.
De rekeningen die je niet kunt betalen zijn soms niet het grootste probleem, maar wel de debiteuren die jóu een half jaar op je geld laten wachten. Verdiep je in je liquiditeitspositie en de cashflow van je bedrijf. Wéét waar je geld is. Er is veel dat de Kamer van Koophandel níet vertelt.
Zelf ben ik zeer actief op ondernemersforum Higher Level. Daar kom ik ook vragen over faillissement tegen. Laatst iemand wiens boekhouder adviseerde geen WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen) aan te vragen, maar voor een faillissement te gaan. Ik begrijp dat niet. Zo iemand mag zich geen adviseur noemen. Als je bijna failliet bent; vraag die WSNP aan. Dat kan zelfs nog ter zitting bij de rechtbank. Het is een zware periode waar je doorheen moet, maar dan komt het in ieder geval niet tot een faillissement. Je inboedel mag je houden, dus het speelgoed van je kinderen blijft staan.
Verdiep je in de regels én de mechanismen daarachter. Ik heb in de loop der jaren bijvoorbeeld wel de noodzaak gevoeld om me in het ondernemingsrecht te verdiepen. Nu ben ik een volwaardig gesprekspartner voor mijn advocaat, en de samenwerking loopt daardoor erg prettig. Informatie is overal beschikbaar. Maak daar in godsnaam gebruik van. Wijsheid schuilt tenslotte in de veelheid van raadgevers.” (HvdK)
http://www.rubenvandenoord.nl/