Eén van de eerste dingen die je móet doen als je faillissement is uitgesproken door de rechtbank is je klanten informeren. Je kunt namelijk de verplichtingen uit je overeenkomst niet meer nakomen. Dat zijn moeilijke telefoontjes. Je hebt je namelijk dood geknokt in tijden van crisis om je klanten te vinden en te behouden. En dan moet je ze wegsturen van de curator.
Ze willen nooit meer zaken met me doen, dat is wat je denkt als je dat telefoontje gaat doen. Dat wordt vakkenvullen, want niemand neemt me ooit nog serieus als ondernemer, denk je.
Maar wat blijkt, de meeste klanten vinden het erg vervelend voor je. Zeker degenen met wie je al een lange relatie hebt. En bij klanten die opdrachten hebben ingetrokken proef je zelfs bijna een schuldgevoel. En uiteraard willen ze gewoon weten waar ze aan toe zijn: wie hun contactpersoon is voor nog lopende gesprekken met kandidaten. Dus zorg dat je die informatie paraat hebt.
Mogen ze nog wel zaken met je doen?
Het schijnt dat er bedrijven zijn die in hun ‘code of conduct’ hebben staan dat ze geen zaken mogen doen met ondernemers of bestuurders die bij een faillissement betrokken zijn geweest. Daar heb ik na mijn doorstart eerlijk gezegd weinig van gemerkt, ondanks dat ik dacht dat al mijn corporate klanten die clausule zouden hebben.
Overigens mag je geen nieuwe opdrachten aannemen tussen het moment van failliet gaan en doorstarten, daar was de curator heel (heel) helder over. Je mag namelijk geen nieuwe verplichtingen aangaan waarvan je niet weet of je ze kunt nakomen. Zo belde een klant me op, die ik om die reden doorverwees naar een concurrent. De concurrent voerde de opdracht uit en bedankte de klant voor de samenwerking en melde dat hij er van uit ging dat de volgende opdracht weer voor mij was. Ik was inmiddels doorgestart. Waarop de klant reageerde dat ze dat ook zeker zouden doen. Kijk, daar word je stil van.
Aan de andere kant kreeg ik brieven van inkoopafdelingen die melden dat ze kennisgenomen hadden van het faillissement en dat daarmee volgens artikel-X en paragraaf-Y de overeenkomst ontbonden was. Dat was een heel zakelijke reactie.
Zijn er klanten die er misbruik van maken?
Jazeker, maar dat zijn doorgaans klanten waarmee je al een moeizame relatie had. Zo heeft een klant van mij aan door mij geïntroduceerde nieuwe medewerker gevraagd om op LinkedIn zijn indiensttreding een maand later te zetten. Op die manier zou onze plaatsing van die werknemer niet onder de werking van het contract met die klant vallen. Met de curator zijn we daar gelukkig achtergekomen en hebben we met een pittige brief alsnog de fee weten te incasseren. Zo konden er weer een aantal leveranciers betaald konden worden.
Een andere klant was ineens een bepaalde, separaat per e-mail overeengekomen, clausule ‘vergeten’. Het betrof de minimum fee bij een plaatsing. De klant stond er op alleen het percentage van het jaarsalaris te betalen wat in het arbeidscontract stond. Dat was in dit geval erg laag, het betrof een parttime starter. De klant gokte erop dat de curator die e-mail met de minimum fee niet meer kon vinden. Maar ja, ik was er natuurlijk ook nog.
Crises vergroten relaties uit
Zoals ik al eerder meldde bij mijn column over leveranciers, vergroot het ook je relaties met klanten uit. Goede klanten steunen je en komen na je doorstart gewoon terug. Lastige klanten proberen een slaatje te slaan uit je situatie.
Kortom
• Ken je juridische positie, ga geen nieuwe verplichtingen aan
• Werk samen met je curator om de laatste vorderingen binnen te halen
• Je relaties zijn robuuster dan je denkt, veel klanten keren terug
• De klanten die je kwijt raakt, wilde je die eigenlijk wel?
• Maak pas afspraken met je relaties nadat je doorstart met de curator helemaal rond is