Wat vraag je een man die in bijna veertig jaar tijd zijn bedrijf liet groeien van 600.000 gulden omzet (1975) naar meer dan 2 miljard euro omzet (2012)? Een man die zijn bedrijf naar de beurs bracht, hetzelfde bedrijf zowel autonoom als via tientallen acquisities hard liet groeien en volgend jaar – misschien, eventueel – met pensioen gaat? Goede vraag, dus vroegen we het Jan Aalberts zelf – want over hem gaat het hier. Topondernemer Aalberts, op dit moment nog president bij gigant Aalberts Industries, zal tijdens Challengerday vragen uit het publiek beantwoorden. De vraag die hij niet wil horen, luidt als volgt:
=> Beste meneer Aalberts, heeft u geld voor me?
Het is de vraag die hem het meeste wordt gesteld door (jonge) ondernemers, zo vertelt hij. Aalberts: ‘Je bent een beetje laat, zeg ik dan altijd, want geld had je eerder moeten hebben. Vervolgens vraag ik wat de visie dan is.’ De vraag kan beter gesteld worden als je iets wilt gaan beginnen, daar een plan voor hebt, maar verder nog niets hebt gedaan, vertelt de oprichter van Aalberts Industries. In een eerder stadium dus. ‘Dan is het een andere vraag. Als je de vraag later stelt, zeg je eigenlijk: ik ben al bezig, het gaat niet zo goed en ik heb geld nodig.’
In het begin hulp geven
WIE IS JAN AALBERTS?
Meer weten over de visie van Jan Aalberts? Lees dan het uitgebreide interview dat Management Team met hem had: ‘Ik kan niet tegen mensen die tevreden zijn’Volgens Aalberts kost het je twee jaar als je een beginnend bedrijf tot een succes wilt maken. ‘Minimaal. Maar dan moet je ook het financiële plaatje op orde hebben. Mensen die me die vraag over geld stellen zijn met iets begonnen, maar hebben zich financieel niet ingedekt. Ze zijn veel te optimistisch geweest. Als iemand het financieel niet goed voor elkaar krijgt, kan je voordat hij of zij begint al hulp geven. Op zo’n moment kan je ook de inschatting maken of iemand zo’n plan zou kunnen uitvoeren. Soms zeg ik tegen iemand: je moet dat nooit doen, je bakt er niets van. Maar je moet ook niet altijd naar me luisteren. Ik zeg dan: ik weet het ook niet, maar denk niet dat je het kan.’
Zelf verkeerd ingeschat
De ondernemer wijst naar zichzelf. ‘Ik was ook zo overmoedig, toen ik in 1975 startte. Tuurlijk! Ik ben niet de meest fantástische ondernemer, integendeel.’ Aalberts moest twee weken na de start van zijn bedrijf in 1975 zes van zijn tien medewerkers ontslaan. Mensen hadden hem gewaarschuwd dat het crisis was, dat het niet zou lukken, maar de ondernemer wilde het tegendeel bewijzen. ‘Ik was op papier al failliet. De technologie waar ik mee begon was zó uniek, dat we zelf de markt moesten creëren. Dat duurde veel langer dan verwacht, dat had ik verkeerd ingeschat.’