door: Björn Uyens
Op de Creative Company Conference in Haarlem lichtte hij al een tipje van de sluier op. De regering wil fors schrappen in het aantal subsidies en kiest ervoor om gerichter te investeren. Het kabinet Rutte ziet de creatieve industrie in Nederland als een van de topsectoren, samen met water, agrofood, tuinbouw, hightech, life sciences, chemie, energie en logistiek. Het doel is om ondernemers in die sectoren meer ruimte te geven, door belemmeringen weg te nemen en kansen te bieden.
Er is 1,5 miljard euro beschikbaar voor deze sectoren. Enerzijds in de vorm van lastenverlichting, anderzijds door het opzetten van een investeringsfonds. Victor van der Chijs van OMA is gevraagd om advies te geven.
Cross-over
De creatieve industrie is volgens Van der Chijs op zichzelf gericht en zou meer aansluiting moeten zoeken bij het bedrijfsleven. “De blik van de creatieve professional kan van grote waarde zijn voor het oplossen van problemen’, aldus Van der Chijs. “Zij kijken anders, zijn onafhankelijk en niet gehinderd door praktische kennis of interne processen. OMA brengt dit zelf in de praktijk door naast gebouwen ook winkels, modeshows en zelfs websites te ontwerpen. In deze zogenaamde cross-over moet de regering investeren.”
Van der Chijs is zich ervan bewust dat een deel van de beweging ook uit het bedrijfsleven zelf zal moeten komen: “Het bedrijfsleven is gewend te denken binnen de kaders, dan is het moeilijk om je eigen problemen niet aan te pakken met je eigen middelen.“
Van der Chijs noemt serious gaming als voorbeeld van een geslaagde cross-over. Bij serious gaming gaat het niet om entertainment, maar staat een nuttige toepassing centraal. Elementen uit games worden gebruikt voor educatie of zelfs het oefenen van hulpverlening bij een terroristische aanslag.
Serious Gaming
Een case van ABN Amro en IJsfontein op het Festival of games, eind april, geeft een goed beeld van de mogelijkheden van serious gaming in het bedrijfsleven. ABN Amro heeft verschillende rollenspel-games toegevoegd aan haar e-learning spellen om medewerkers te trainen. In de case blijkt dat om succesvol samen te werken, de creatieve industrie zich aan moet passen aan het tempo (lager) en de verwachtingen (hoger) van het bedrijfsleven. Daarnaast geeft de case aan dat implementatie essentieel is. Creatieve bedrijven zullen dus niet alleen producten moeten leveren, maar ook interne betrokkenheid en draagvlak moeten creëren. Ze moeten zichtbaar en open zijn voor zowel klant als eindgebruiker.
Nederlanders zijn ondernemend, pragmatisch, creatief en kijken al snel over de grens, zegt ook Martijn Hamann, partner bij het investeringsfonds Van den Ende en Deitmers en ook aanwezig op de Creative Company Conference. De afgelopen jaren investeerden zij in ondermeer in Hyves, Bright en Paylogic. De kracht van Nederlanders zit voornamelijk aan de creatieve en de business kant volgens Hamann: “Voor de techniek, investeren we steeds vaker in Duitsland. Die zijn toch degelijker.”
Waar de Nederlandse creatieve industrie internationaal goed wordt gewaardeerd, kan het in Nederland beter. Maar hoe gaan bedrijven de waarde inzien van samenwerking met de creatieve industrie? En hoe gaan creatieve bedrijven zichzelf verkopen in deze nieuwe markt? Door ruimte te bieden aan het experiment kunnen de creatieve industrie en het bedrijfsleven dichter tot elkaar komen, denkt Van der Chijs: “Een level playing field voor iedereen.” En de overheid betaalt voor de bal en zorgt voor thee in de pauze.