De chocoladeoorlog tussen Chocolate King en rivaal Dobla is, althans voorlopig, voorbij. Het hof maakte een dezer dagen een einde aan de jarenlang voortslepende ruzie tussen de fabrikanten uit Alkmaar en Heiloo.
Dobla vond de staafjes en chocolade krul van Chocolate King wel heel erg lijken op haar eigen chocolade, en het was ook wel duidelijk hoe dat zo was gekomen: de technische projectleider op de afdeling ‘R&D Productie en Techniek’ was naar de concurrent overgelopen.
Dobla levert chocoladedecoraties aan de groothandel en professionele afnemers in meer dan vijftig landen. Tot het assortiment behoren staafjes gemaakt van tweekleurige chocolade getiteld Panatella en Cigarillo en een tweekleurige chocolade krul genaamd Rose. Chocolate King roert zich op dezelfde markt, ook met tweekleurige chocolade staafjes (Neo Choc) en een tweekleurige chocolade krul onder de naam Shell.
De desbetreffende technicus was van 1985 tot 2007 betrokken bij de ontwikkeling de chocoladeproducten van Dobla en het onderliggende productieprocedé, dus Dobla was bepaald not amused toen zijn rivaal soortgelijke producten introduceerde. De technicus had immers een geheimhoudingsplicht, dus mocht hij die kennis niet zomaar toepassen. De voorzieningenrechter vond dat ook, maar in hoger beroep draaide het hof het vonnis terug.
Het argument: Het uiterlijk van de chocolade is noch door de vorm noch door de versiering voldoende oorspronkelijk om als werk in de zin Auteurswet te worden aangemerkt. Daar komt bij dat Dobla de vorm van haar eigen chocolade al eens had ontleend aan een chocoladestaafje van weer een andere fabrikant. En of het geheimhoudingsonderzoek is geschonden, dat kan alleen een eventuele bodemprocedure uitwijzen.
Concurrentiebeding
Had Dobla dit kunnen voorkomen? Middel 1 is het concurrentiebeding, dat de werknemer verbiedt om gedurende 24 maanden na het einde van de dienstbetrekking te gaan werken in dezelfde functie bij een bedrijf in dezelfde producten en/of diensten en dat gevestigd is binnen een straal van 200 kilometer van de huidige werkgever. Maar zo’n beding moet dan wel nadrukkelijk zijn overeengekomen zijn en daarnaast ook nog eens billijk zijn. Het komt voor dat het beding bij de kantonrechter wordt aangevochten.
Niet onder concurrentiebeding? In het algemeen geldt dat kennis en ervaring en de contacten die men heeft opgedaan in zijn werkzame leven, geen schending betekent van de geheimhoudingsplicht.
Middel 2, de geheimhoudingsplicht, moet je ook contractueel laten vastleggen. In beginsel geldt het geheimhoudingsbeding voor de periode dat de arbeidsovereenkomst van kracht is en voor de periode daarna. Toch is het niet zo dat kennis en ervaring en de contacten die men heeft opgedaan in zijn werkzame leven, automatisch een schending inhouden van de geheimhoudingsplicht. Je kunt niet iemand beletten zijn carrière elders voort te zetten.
In een zaak tussen een werknemer en zijn voormalige werkgever, een bedrijf dat depots voor klein chemisch afval levert, trok de laatste aan het kortste eind. De werknemer begon een eigen bedrijf in de productie van betonnen platformen en andersoortige betonnen producten, en verkocht ook depots voor klein chemisch afval. Dat mocht van de kantonrechter. Die oordeelde dat hij anders door de geheimhoudingsplicht te beperkt werd in zijn mogelijkheden om zich verder in vrijheid te ontplooien. Een geheimhoudingsbeding mag dus niet snel ruimhartig geïnterpreteerd worden.
Toch kan een concurrentiebeding ook roet in het eten gooien: chipspecialist Mark Papermaster was nog maar net aan de slag gegaan bij Apple – een ‘droombaan’, vond hij zelf – of hij werd teruggefloten door zijn voormalige werkgever IBM. Die bood een doorbetaling van salaris als hij niet zou overstappen naar een concurrent. Papermaster werd desondanks directeur van de apparatendivisie van Apple, waarna IBM naar de rechter stapte. En ook die achtte het gevaar aanwezig dat Papermaster bedrijfsgeheimen van IBM zou kunnen openbaren.