“Prijzen zijn een interessant fenomeen. De prijs van een product of dienst weerspiegelt allerlei factoren: de hoeveelheid inspanning die is verricht om te komen tot het resultaat, of dat resultaat bijzonder is en of de gebruikte materialen zeldzaam zijn. De indirecte sociale of ecologische kosten komen vaak niet terug in de prijs.
Neem de sociale kosten van kinderarbeid. Deze kinderen volgen geen onderwijs en krijgen minder kansen om hun talenten te ontplooien. Dat is zonde, want mensen die wél de kans krijgen om hun talenten te benutten zijn vaak gelukkiger. Maar het is ook zonde omdat we zelf niet optimaal van de talenten van de volgende generatie zullen profiteren. Dat is een enorme economische schadepost. We profiteren op korte termijn van goedkope krachten ten koste van een gigantisch toekomstig potentiëel.
Het is niet makkelijk om alle directe en indirecte kosten zichtbaar te maken. Een klant van Ecofont zei eens dat hij liever een paar bomen liet kappen om zijn medewerkers – weliswaar zo min mogelijk – te laten printen dan dat hij ze elke paar jaar de nieuwste iPad gaf om documenten digitaal te bekijken. Hij had berekend dat de belasting voor het milieu in het eerste geval minder is, omdat de productie van de iPad zelf ook vervuilend is.
Een organisatie die een methode heeft ontwikkeld om de ‘werkelijke prijs’ boven tafel te krijgen is de True Price beweging. En dat slaat aan. Zo maakt Puma met de methode inzichtelijker wat de echte prijs van hun schoenen is en heeft Utrecht Challenge recent een project gestart om een aantal Utrechtse producten door te lichten.
Consumenten eisen verantwoorde producten, de producenten zullen vanzelf aan die vraag willen voldoen.
De overheid probeert ook met subsidies en belastingen de ecologische en sociale kosten zichtbaarder te maken. De vervuiler betaalt extra, terwijl duurzame investeringen een financiële stimulans krijgen. Dat is een mooi streven, maar werkt pas echt goed op wereldschaal. Nu kan een Nederlandse staalproducent de meest duurzame en efficiënte installaties ter wereld hebben, maar vanwege de Europese CO2 emissierechten duurder zijn dan concurrenten. Opdrachten verdwijnen daardoor naar bedrijven buiten de EU en zo ontstaat juist meer vervuiling in plaats van minder.
Bewegingen als True Price kunnen – met voldoende volgers – wel resultaten boeken op wereldschaal. Als consumenten eisen dat producten verantwoord worden gemaakt, zullen de producenten vanzelf aan die vraag willen voldoen. Economie en duurzaamheid worden vaak als tegenpolen gezien, maar het verrassende is dat de totale kosten juist niet hoger worden. De homo economicus kiest dan logischerwijs voor de producten waarvan de ‘werkelijke prijs’ het laagst is. Als we economischer gaan denken komt het met de duurzaamheid wel goed.”