De Dow-Jonesindex sloot 0,8 procent hoger op 16.956,07 punten. De brede S&P 500 boekte 0,7 procent winst tot 1973,32 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq kreeg er 1,2 procent bij tot 4458,65 punten.
Kort na opening van de handel werd bekend dat de bedrijvigheid in de Amerikaanse industrie in juni gestaag was toegenomen, hoewel in een tempo die een fractie lager lag dan in mei. De index die de bedrijvigheid weergeeft noteerde een stand van 55,3 tegen 55,4 een maand eerder. Opvallend was dat de deelindex voor nieuwe orders flink groeide, van 56,9 in mei naar 58,9 in juni. De bouwuitgaven in de VS bleken in mei met 0,1 procent te zijn gestegen ten opzichte van april.
Chrysler
Verder maakten verscheidene autoproducenten de verkoopcijfers voor juni bekend. General Motors bleek 1 procent meer auto’s te hebben verkocht in vergelijking met dezelfde maand vorig jaar, ondanks de slechte reclame van de miljoenen auto’s die dit jaar terug werden gehaald naar de garage. Analisten hadden gerekend op een verkoopdaling van 6 procent. Op de beurs kreeg GM er 3,6 procent bij.
Ook Chrysler wist de verkopen flink op te krikken, alleen Ford moest het doen met slechtere verkoopcijfers dan vorig jaar. Het autofonds verloor 0,2 procent op Wall Street.
Netflix
Aanbieder van internettelevisie Netflix won 7,4 procent na een adviesverhoging van Goldman Sachs. De bank besloot tot de opwaardering vanwege de potentiële internationale groei die Netflix nog kan realiseren.
Twitter kreeg er 2,6 procent bij. Het bedrijf maakte dinsdag bekend dat bankier Anthony Noto de nieuwe financieel directeur wordt. Hij volgt Mike Gupta op, die een nieuwe functie bij Twitter krijgt. De managementwissel volgt op het nieuws, in juni, van het vertrek van bestuurder Ali Rowghani na een vermeende machtsstrijd met topman Dick Costolo.
Valuta
Het sterke cijfer over de bedrijvigheid in de Chinese industrie, die in juni in het hoogste tempo dit jaar bleek te zijn toegenomen, stuwde onder meer de beurskoers van computerfabrikant IBM, die bijna 3 procent winst bij schreef.
De euro was 1,3680 dollar waard, tegen 1,3684 bij het sluiten van de Europese beurzen. De prijs van een vat Amerikaanse olie noteerde vlak op 105,40 dollar. Brentolie stond 0,2 procent lager op 112,18 dollar per vat.