Banken voorspellen hogere spaarrentes dit jaar, en zij kunnen het weten. Een sprong naar 5 procent zou erin zitten. In dat geval is sparen opeens niet zo’n sullig idee meer.
Heeft u nog een aardig bedrag staan op een vergeten spaarrekening? Check dan eens even welke rente u daarop vangt. Tweederde van het totale spaargeld van de Nederlanders – de lieve som van 225 miljard euro – staat weg te kwijnen op rekeningen met (extreem) lage rente. Switchen naar een beter renderende spaarrekening is een goed idee, al is een karige 2,5 procent op dit moment het maximaal haalbare. Houd daar even de inflatie tegenaan van een kleine 2 procent plus de vermogensrendementheffing van 1,2 procent en je levert per saldo nog steeds in. Maar een beetje minder inleveren is natuurlijk altijd aan te bevelen.
Slimmer lijkt het om zo’n bedrag in aandelen te stoppen, bijvoorbeeld van bedrijven met dividendrendementen van 4 of 5 procent. Alleen kan de koers van het aandeel altijd kelderen, dat wel. Vanaf eind vorig jaar leken aandelenbeleggingen kat in het bakkie, maar met alle onrust in het Midden-Oosten en de catastrofes in Japan is opnieuw onzekerheid troef. Heel begrijpelijk als u uw kruit liever even droog houdt. En misschien ook wel reuze verstandig.
Banken verwachten dat de spaarrentes dit jaar eindelijk weer gaan stijgen, mogelijk terug naar de niveaus van 2008. En ze hebben steekhoudende argumenten. Zoals de nieuwe liquiditeitsregels van Basel III waardoor banken meer stabiele langetermijnfinanciering nodig hebben. Een belangrijk deel daarvan moet van spaargeld komen.
De laatste maanden kropen de spaartarieven al wat op, maar het bleef bij kruimelwerk. Als zometeen inderdaad die 5 procent in zicht komt, heeft u een prima rendement op een uiterst simpel, uiterst safe product. Neem nu dan nog even genoegen met die 2,5 procent en zwicht niet voor het wat hogere tarief op een termijndeposito. En houd prijsvechters als WestlandUtrecht, Bank of Scotland, SNS Bank en Friesland Bank in de gaten.
Lizanne Schipper schrijft over personal finance. [email protected]
> Dit artikel is afkomstig uit MT magazine. Bestel de nieuwste editie online