Er zijn drie zaken die ik voor mezelf houd en waar ik het meeste over lieg: mijn vermogen, mijn seksuele uitspattingen en mijn alledaagse leven als Libellemuts.
De vraag die journalisten en vele anderen mij sinds vijf jaar het meest stellen is of ik nu binnen ben. De eerste keer dat ik met deze belangstelling te maken kreeg stond ik met mijn mond vol tanden. Nu brom ik dat je Bakker moet heten om vet te kunnen rentenieren en dat als je echt rijk wilt worden je de handel in moet gaan.
Dan de seks. Ik heb wel eens geprobeerd om te tokkelen over de goddelijke wereld van dark rooms, leerfeesten en mijn voorliefde voor de stijve lat, maar ben er snel mee gestopt want wie is er geïnteresseerd in de libertijnse woelingen van een schrijver? Geen mens en terecht. Het seksleven van anderen en vooral van schrijvers is sinds de democratisering van de dildo en de sling een non-issue geworden. Seks is een commodity en daarom oninteressant.
Voor het overige heb ik een gênant mutsig bestaan. Mijn hoogtepunt van de dag is ‘s avonds om half acht wanneer ik achter het aanrecht sta en voor mijn vriend en mijzelve kook. Pollepel op links, dunschiller op rechts, de nieuwste Allerhande in front en de tuinboontjes in de pan. Mijn privéleven is voor niemand relevant. Er is geen diepe waarheid aan te ontdekken en geen enkel voorbeeld aan te ontlenen. Ook mijn tranen zijn niet anders dan de uwe, lezer. Daarom mag mijn biografie de kortste aller tijden worden: hij werd geboren, had lief en stierf.
Joep Schrijvers is auteur van ‘Hoe word ik een rat' en andere kritische boeken over management, mens en maatschappij.