Je vindt managen natuurlijk het mooiste vak dat er is. Je doet het al jaren en menig reorganisatie heb je inmiddels achter de rug. De directie ken je. Je weet wie te vertrouwen zijn en wie het achter de ellebogen hebben.
Ach, ja, je medewerkers. Die nieuwe lijkt je geschikt maar voor die haaibaaisecretaresse had het ontslagrecht gisteren al versoepeld mogen worden. Op een dag ontstaat dat loden gevoel in je benen. De files zijn langer en de motregen is niet meer van de vettige voorruit te wissen. Inmiddels kun je de rituelen dromen van je managementteam, die afvinkvergadering, het behaagzieke gedrag van externen. Vooruit, zeg je steeds vaker tot jezelf, laat ook deze dag een challenge zijn. Je draait het bedrijventerrein op met zijn glazen dozen en duikt de schemerige parkeerkelder in. Voordat je de auto uitstapt, overweeg je nog even je opties. Een nieuwe baan. Je laten inschrijven op een headhuntersite.
Opnieuw beginnen. Het afscheidsfeestje en hoe je superieur je zal zeggen dat je aan een nieuwe uitdaging toe was. Levendig zie je voor je hoe je de laatste verhuisdoos in je achterbak stopt. Nee, snoezel je nog even door, helemaal kappen. Een radicale breuk met managen. Stoppen met het gekonkel en de rattigheid. Geen kantelingen meer, geen wurgoekazes van headquarters. Een crêperie beginnen in Bretagne. Ver weg. Vol elan, zoals je dat gezien hebt in reality soaps. Een nieuwe carrière. Dan stap je de auto uit en loop je langzaam naar de hal, naar het toegangspoortje met je badge om je nek. Je glimlacht naar de security officer en zegt: "moggel!"
Joep Schrijvers is auteur van ‘Hoe word ik een rat' en andere kritische boeken over management, mens en maatschappij.