Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Mind your step: waarom de elektrische step de straten verovert (maar niet in Nederland)

Nederland moet vaart maken met nieuwe en duidelijke regels voor deelsteps, betoogt Sprout-expert Danny Hoekzema. ‘We hebben deze innovatieve last-mile vervoersmiddelen hard nodig voor de mobiliteit van de toekomst.’ 

Wist je dat 2018 hét jaar was van de elektrische step? Je ziet ze inmiddels echt o-ver-al! Ja – oké, misschien niet in Nederland, maar wel in de landen om ons heen zoals Duitsland, België en Frankrijk. Daar kwam ik zelf overigens ook pas kortgeleden achter toen ik in Parijs bijna van m’n deelfiets viel van het aantal elektrische deelstepjes dat daar in de straten stond. Je downloadt een app, voert je gegevens in, zoekt een stepje en na het scannen van een QR-code cross je zó weg.

Aanbieders van deelstepjes als Lime en Bird haalden zelfs moeiteloos honderden miljoenen dollars aan investeringen op met het doel de hele wereld te veroveren met hun steps. De héle wereld – behalve Nederland. In Nederland valt bijna nergens een elektrische step te bekennen (laat staan iemand die er een wil delen). Hoe komt dit? Staan wij internationaal bekend als step-haters, of is er iets anders aan de hand? 

Een fata morgana die de vouwfiets doet vergeten

De elektrische step behoort tot het zogenaamde last mile vervoer – hoe overbrug je de afstand tussen de metro en het werk, en kom je zo snel mogelijk van het treinstation op je favoriete terras. Naast de conventionele mobiliteitsoplossingen – zegmaar de basic fiets – zijn er steeds meer alternatieven beschikbaar.

In theorie zijn we voor het ritje trein-terras niet langer gedoemd tot de vouwfiets (die wat mij betreft in de categorie afritsbroek en sokken in sandalen thuishoort) en kunnen we inmiddels ook met een elektrische skateboard, hoverboard, of step de laatste kilometers overbruggen. De praktijk blijkt echter weerbarstig, want alhoewel half Europa al kan genieten van elektrische stepjes en skateboards blijft de mobiliteitsmix in Nederland nog monotoon.

 
De elektrische skateboard is een voorbeeld van een Light Electric Vehicle (Bron: Liam Martens on Unsplash)

Van innovatie, naar in-NO-vatie

Dit komt doordat het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat alle gemotoriseerde voertuigen die niet harder gaan dan 25 km/u grofweg categoriseert als ‘bijzondere bromfiets’. Hierdoor kunnen fabrikanten niet direct naar de RDW voor een typegoedkeuring, maar moeten zij eerst langs het ministerie voor een doorverwijsbriefje.

Op papier is hiervoor gekozen omdat “nieuwe, innovatieve voortuigen [niet altijd] in de reguliere wet- en regelgeving [passen]” en “om ruimte te maken voor dit soort innovaties”, aldus de RDW. In de praktijk komt het erop neer dat de toelating van Light Electric Vehicles  – zoals deze voertuigen in vaktaal genoemd worden – gepaard gaat met het invullen van een giga-lange vragenlijst waarop het ministerie vrijwel altijd ‘NEE’ antwoord.

Uitzonderingen daargelaten. In grote steden rijden al elektrische postwagentjes rond en inmiddels is menigeen tijdens een rustige wandeling door de stad weleens achterna gezeten door een op hol geslagen Segway. Ook de Stint – de elektrische bolderkar die naar verluid in 2019 weer de weg op wil – is destijds onder het label van bijzondere bromfiets de weg op gegaan. 

Regelgeving, experimenteerruimte en ondernemerschap

Maar over het algemeen genomen komt de Light Electric Vehicle-branche door de huidige regelgeving maar moeilijk van de grond. Dat is zonde, zo betoogt ook Maarten Steinbuch, hoogleraar Automotive aan de TU-Eindhoven, in het FD van 23 februari. “Deze lichte elektrische voertuigen zouden weleens de redding kunnen zijn voor de leefbaarheid van de grote binnensteden. Want ze gaan stukken efficiënter om met de schaarse ruimte dan auto’s, of die nou autonoom, elektrisch of wat dan ook zijn.” 

Daarom pleit hij voor een “goede balans tussen regelgeving, experimenteerruimte en ondernemerschap”. Hiermee lijkt Steinbuch op het juiste moment aan de bel te trekken – het ministerie heeft aangekondigd in het voorjaar van 2019 met nieuwe regels te komen voor bijzondere bromfietsen. Met het ongeval met de Stint in het achterhoofd is het echter de vraag in hoeverre deze nieuwe wet ruimte geeft om te experimenteren en innoveren.


Aanbod van e-steps op Bol.com (Bron: Bol.com, 25 februari 2019)

Regelgeving vs. just do it

Inmiddels is het afwachten of het ministerie voor die tijd niet afgesneden zal worden door de elektrische step. Want alhoewel deze steps vaak niet toegestaan zijn op de openbare weg, zijn deze via Bol.com of Alibaba slechts een muisklik tot bezorging verwijderd.

Daarnaast staan ook de Amerikaanse startups Lime en Bird aan de denkbeeldige poorten van Nederland te kloppen. Laatstgenoemde heeft zelfs zijn Europese hoofdkantoor aan de Amsterdamse grachten gevestigd, de eerste Bird-steps van medewerkers werden vorig jaar jaar al gesignaleerd. 

Chaos

Ondermijning van bestaande strenge wetgeving kan mogelijk leiden tot ongewenste situaties, zoals bij de deelfietsen in Amsterdam. Ondoordachte wetgeving daarentegen kan mogelijk leiden tot chaos, zoals al is gebleken in andere steden.

Nederland heeft deze innovatieve last-mile vervoersmiddelen echter nodig voor de mobiliteit van de toekomst – des te belangrijker om snel met nieuwe, goede en duidelijke regelgeving te komen. Want mind your step, de step komt eraan!

Update 4 maart: Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft inmiddels nieuwe (tijdelijke) beleidsregels bekendgemaakt. Hieruit volgt onder andere dat deze ‘bijzondere bromfietsen’ voortaan een extra rem moeten hebben en er extra checks en risicocontroles bij fabrikanten komen. Het Ministerie verwacht volgend jaar een definitief herzien toetsingskader bekend te maken. 

Lees ook:
Sprout test elektrische deelsteps in Lissabon, die zorgen voor totale anarchie
Deze 8 step-startups haalden de afgelopen drie maanden 300 miljoen op
Hoe twee Franse ondernemers binnen 4 maanden 20 miljoen euro ophaalden voor hun Nederlandse deelstepbedrijf