Ik sta voor een zaal vol mensen. Dat doe ik vaker, dat is mijn werk. Deze keer zijn het allemaal mensen die bij een bank werken. Ik sta op het podium en vertel hen over ‘fompen’. Dat klinkt goor, en dat is het ook wel een beetje.
Ken je nog die buizenpost, die ze vroeger in banken gebruikten? Men stopte iets in de koker, dat verdween in het buizenstelsel en kwam ergens anders ‘fomp!’ weer naar boven.
Niet die buis zijn
Mijn boodschap aan die mensen: jij wilt niet die buis zijn. Je wilt niet dat iemand jou van bovenaf vertelt wat je moet doen, zodat hij uiteindelijk met de eer gaat strijken. Kortom: laat je niet fompen. Als je geen plan maakt voor je eigen leven, word je onderdeel van andermans plannen.
En als manager moet je ervoor zorgen dat jij je werknemers ook niet fompt. Dat je hen geen ellenlange preken door de strot duwt en niet volduwt met ’jouw dingen’, maar dat je hen helpt het beste uit zichzelf te halen.
Zonder gêne
Goed, ik sta dat allemaal op het podium te vertellen. Er wordt gelachen, er wordt gehuild. Na afloop komt de ceo of de cfo, of wie het dan ook was, het podium oplopen. Hij drukt me een bos bloemen en een fles wijn in de hand. Ik sta nog na te dampen, terwijl hij naast me het woord neemt.
Ik denk: hij vertelt de zaal nog even waar de gestampte druiven en het bier te vinden zijn, en hoe laat de schalen met bruin fruit door de zaal gedragen gaan worden. De écht belangrijke informatie.
Maar als hij zijn mond opentrekt, krijg ik ineens het gevoel alsof ik 2 uur lang voor de kat zijn viool heb staan praten. Zonder gêne besluit hij om nog 20 minuten van die bedrijfsruften te laten. Over kwartaalcijfers, over doelstellingen. Over outsourcen en ergens een klap op geven. En ik sta daar dus naast. Met mijn bosje bloemen. De mensen in de zaal kijken alsof ze live een klysma toegediend kregen.
‘Live’ gefompt
Waarom vraagt zo iemand of ik een verhaal wil houden, als hij vervolgens in 20 minuten alle voorbeelden geeft hoe het niet zou moeten? Iedereen wilde het bier. Iedereen wilde de bitterballen. Maar ondertussen werden ze andermaal live gefompt.
Gelukkig kon ik in mijn auto stappen en vluchten. De werknemers in de zaal mochten morgen weer de opdrachten uitvoeren van Fompus Maximus!