Gooi je ook regelmatig het werk over de schutting zonder nog maar een enkele keer achterom te kijken om te zien of alles goed gaat? Of kun je jouw werk juist niet loslaten? Beide manieren zijn niet effectief. Delegeren is een vak, vier tips om het goed te doen:
1. Ken je plaats
Het lijkt misschien aardig, maar je team werk uit handen nemen is een gebrek aan vertrouwen. Als je blijft doen wat je deed toen je zelf nog in het team zat, waarom zou je dan zijn gepromoveerd? Ga managen, niet zelf uitvoeren.
2. Bij twijfel, doen
Er is bedrieglijk weinig wat niet kan worden gedelegeerd. Mits je maar absoluut duidelijk bent over wát je verwacht. Niet over hóe je het verwacht, dat kunnen ze best zelf verzinnen.
3. Laat los, maar niet te veel
Check niet elke vijf minuten hoe het gaat, maar wees wel beschikbaar: stel vragen en dicteer het antwoord niet. Geef mensen druk, geen stress. Je merkt het verschil vanzelf: bij stress gaan ze klagen, bij druk leven ze op.
4. Deel de pluim, niet de blaam
Je kunt alles delegeren, behalve verantwoordelijkheid. Complimenten kun je het werk laten volgen, klachten niet. Die zijn helemaal voor jou, tenzij je jouw team tegen je in het harnas wil jagen.
