Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

‘Ouderen ondernemen uit noodzaak, jongeren uit ambitie’

De tijden dat iedere student een carrière bij Shell of Ahold nastreefde, lijken voorbij. Het aantal jonge ondernemers, ook onder studenten, neemt razendsnel toe. Met dank aan het onderwijs?

 

Daar wordt hard geprobeerd aansluiting te vinden bij de ondernemende generatie, maar dat valt niet mee. Wie vormen de nieuwste generatie ondernemers? “De oude christelijke moraal, van geen risico nemen, verdwijnt langzaam.”

Iedere keer als Bernd Mintjes een nieuwe minor Ondernemerschap start aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), staan er zo’n honderd studenten voor zijn neus. En dat worden er steeds meer. Niet dat ze allemaal ondernemer zijn, maar de belangstelling is er. “Als ik een groep binnen krijg, zijn er zo’n tien die al ondernemer zijn, dertig willen het graag worden en de andere zestig vinden ondernemerschap gewoon interessant maar hebben nog geen plannen”, vertelt Mintjes. Hij bemerkt de afgelopen jaren een cultuuromslag, waardoor ondernemerschap populairder wordt. Dat heeft ondermeer te maken met de opkomst van ict. “Daarmee kun je in korte tijd een grote onderneming uit de grond stampen, en er zelfs beroemd mee worden. Succes trekt aan, in dat opzicht lopen we ook achter de VS aan. Koppel daaraan de stimulerende maatregelen van de overheid en ondernemerschap is een volwaardige keuze. Ouderen gaan ondernemen uit noodzaak, jongeren uit ambitie.”


Opleiding = succes

Dat laatste geldt zeker voor de ondernemers in de 25 onder de 25-lijst van dit jaar. Velen wisten al van jongs af aan dat ze wilden ondernemen, en zien dit ook als het hoogst haalbare. “Ik heb altijd al een enorme geestdrift gehad om een onderneming te starten”, vertelt Ralf Capel (22) van Squeeze Bicycles. Bijna alle jonge ondernemers begonnen in hun tienerjaren te experimenteren met kleine ondernemingen, zoals handelen op Marktplaats, of het organiseren van feesten. Zo maakte Monique van Loon (21) op haar elfde al haar eerste website: “Internet kwam net op en ik verveelde me nogal snel op school.” Voor de overgrote meerderheid van de lijst volgde daarop nog wel een universitaire opleiding. Enkelen zijn daar nog druk mee bezig, anderen hebben er de brui aan gegeven; te druk met de onderneming.
Dat opleidingsniveau klinkt als muziek in de oren van Mirjam van Praag, hoogleraar Ondernemerschap aan de Universiteit van Amsterdam en directeur het Amsterdam Centre for Entrepreneurship (ACE), een samenwerking van verschillende universiteiten en hogescholen.  Want: “Hoe hoger de opleiding, hoe groter de kans op succes. We hebben eens  topondernemers onderzocht, en daaruit bleek dat 62 procent van hen aan een universiteit heeft gestudeerd, en ze hebben die studie bijna allemaal met een bul afgerond. Onder startende ondernemers – en trouwens ook onder de werkende bevolking in het algemeen – is dit maar twaalf à dertien procent.”
Van Praag ziet de belangstelling van studenten voor ondernemerschap toenemen, al ligt dat volgens haar ook aan de groeiende bekendheid van ACE. “Maar ondernemerschap is zeker hot. Als we een ondernemerscafé met een workshop organiseren, komen daar zomaar drie- tot vierhonderd studenten op af. En het is zo’n leuke groep, zulke enthousiaste mensen, erg leuk om te zien.”
Van Praag probeert met ACE de aansluiting tussen onderwijs en ondernemerschap te verbeteren. “We doen veel workshops met ondernemers, om de praktijk binnen de universiteit te halen. Ook laten we studenten ondernemingen starten, puur voor de studie, om die aan het eind weer te liquideren. Zo hopen we dat er een zaadje wordt geplant. Alleen zo komen studenten erachter of ze willen ondernemen of niet.”
Overigens stimuleert ACE niet dat studenten meteen ondernemer worden. “Om succes te hebben, is eerst werken in loondienst belangrijk”, ontdekte Van Praag. De tweehonderd beste ondernemers in Nederland die ze onderzocht begonnen gemiddeld rond hun zevenentwintigste. “Wel hopen we dat jongeren voor een baan op zoek gaan naar de kleinere, innovatieve ondernemingen en niet kiezen voor een carrière bij een statusbedrijf. Het echte ondernemerschap vind je daar minder.”


Mindset

Volgens ondernemers uit de lijst is het met de combinatie onderwijs en ondernemerschap nog niet al te best gesteld. Universitair geschoolden missen vooral de praktijk; theorie is nodig en brengt je ver, vinden ze, maar over het runnen van een bedrijf leer je nagenoeg niks. Ook docenten die gevoel hebben voor ondernemerschap worden door velen gemist. Roel Korting, ondernemer achter WeFact, VandaagOpstap en Zenda, en student Technische bestuurskunde in Delft: “In het onderwijs hoor je een docent af en toe snel zeggen ‘Na je opleiding kun je een onderneming oprichten.’ Maar helaas blijft het daarbij. Er zijn nauwelijks aanspreekpunten voor ondernemers, of docenten met wie je eens van gedachten kan wisselen. Juist leeftijdsgenoten te laten vertellen hoe ze begonnen zijn, wat er bij komt kijken en wat ze bereikt hebben, maakt studenten enthousiast! Onderwijsinstellingen moeten vaker ruimte maken voor presentaties van jonge ondernemers. Ik heb zelf in mijn omgeving gezien dat dit werkt. Een aantal mensen uit mijn omgeving zijn mede door mijn verhalen een onderneming begonnen.”
De energie van jonge ondernemers moet nog vat krijgen op de opleidingen, vindt rechtenstudent en oprichter van Studentbier.nl Michiel Heynen: “Vaak wordt van jongs af aan aangeleerd dat ‘als je later groot bent’ je voor een bedrijf gaat werken. In mijn ogen moet dit worden omgebogen naar ‘als je later groot bent ga je mogelijk wel je eigen bedrijf runnen’. Het is in mijn ogen een kwestie van mindset.”
Uit onderzoek van de Kamer van Koophandel en stichting Jong Ondernemen blijkt dat slechts twintig procent van de startende ondernemers vindt dat hij of zij goed voorbereid is door het onderwijs. Het onderwijsaanbod in Nederland is niet goed afgestemd op (bevordering van) zelfstandig ondernemerschap, vinden ze.
De Kamer van Koophandel Nederland en Jong Ondernemen hebben daarom een convenant getekend, met als doel het ondernemerschap bij leerlingen van basisscholen tot en met het hoger-  en wetenschappelijk onderwijs te bevorderen, en de kwaliteit van ondernemerschap te verbeteren. Ze zien graag studenten als parttime ondernemers. “Studenten die naast hun studie parttime ondernemen, zien hun bedrijfjes vooral als een oefening voor latere ondernemingen. In veel gevallen ervaren ze hiervoor echter onvoldoende begrip vanuit hun opleiding”, ziet de KvK.

Enorme groei

Het aantal jonge ondernemers is de afgelopen jaren wel omhoog gespoten. Waren er in 2007 nog 13.421 starters onder de 25, twee jaar later waren dat er al 43.095, zo becijferde de KvK. Bernd Mintjes ziet de groei: “Als we vroeger een pitchwedstrijd bij Square One (investeringsfonds voor studentondernemers, red.) organiseerden, zaten er veertig studenten in de zaal. Nu zijn dat er tweehonderd. Jongeren lijken bereid meer risico te nemen dan vroeger. Dat is ook niet zo gek, want het oude adagium dat een vaste baan zekerheid biedt, is natuurlijk langzaam aan het verdwijnen. Overigens willen van de honderd studenten nog steeds zestig een baan bij een multinational, maar ondernemerschap neemt toe. Dat is mooi, want innovatie komt van nieuwe ondernemingen. Van de top-20 grootste bedrijven in de VS zijn er twaalf na 1980 gestart, allemaal door jongeren. Nederland komt daar niet aan. Kijk de top-20 hier maar eens na, en je komt alleen stokoude bedrijven tegen. En met respect voor Philips, maar we kunnen niet blijven leunen op honderd jaar oude ondernemingen.”
Ligt dat ook aan het onderwijs? Is er genoeg kennis aanwezig om jongeren de goede kant op te sturen? Niet als je het aan de jongeren uit onze lijst vraagt. Slechts twee vinden dat ondernemerschap voldoende gestimuleerd wordt vanuit de opleiding, en meer dan veertig procent vindt de kennis over ondernemerschap op de opleiding ver onder de maat. Ook Mintjes erkent het probleem. “Er is zeker niet genoeg kennis in het onderwijs. Van oudsher zijn we in dit land gewend om fulltime docenten aan te stellen, maar hoe gaat iemand die twintig jaar in het onderwijs zit aan een jongere uitleggen hoe die moet ondernemen? We hebben juist deeltijd onderwijzers nodig, die ook ondernemer zijn. Betrek die mensen erbij!”


Nieuwe generatie

Het aantal jonge ondernemers groeit dus, maar verandert ook het soort bedrijven? En wat kenmerkt deze ondernemende generatie? “Vijftien jaar geleden werden er met name technische ondernemingen gestart, veelal beschermd met octrooien”, beschrijft Mintjes. Dat waren dan met name technische vindingen waar een onderneming omheen werd gebouwd. “Nu komt er meer zakelijke dienstverlening op. Veel bredere bedrijven die lang niet allemaal zullen overleven. Het is meer een verdringingsmarkt aan het worden, maar dat vind ik wel positief. Als ondernemers maar de kans krijgen om opnieuw te beginnen. Dynamiek betekent dat er ook afvallers zijn, en daarvoor moet de faillissementswet versoepeld worden.”
Mirjam van Praag ziet met name dat de jongeren ambitieuzer worden, en kiezen voor de maatschappelijke kant van ondernemerschap; duurzaamheid en zorg zijn populaire markten. Daarbij neemt de ‘risicoadoptie’ toe. Er zijn relatief veel allochtone starters, een groep die van nature meer risico neemt, denkt Mintjes. “Maar de oude christelijke moraal, van geen risico nemen, verdwijnt langzaam.”
 

25 ondernemers de 25

Bekijk hier de slideshow met alle ondernemers onder de 25

Of lees hier de interviews

Gucci op een Zaanse zolderkamer (Ydence)

De heldendaden van Jorn Besselink (Movible)

Mijn vader staat op de Speeddial (Goossens events)

Vioolbouwer met lak aan Stradivarius (Zlata)

Bruine kroeg wordt blauwe lunchbar ((Blue Blue)

 

Lees ook het boek: van student tot ondernemer of volg het seminar Van passie naar professie (24-06)

Alle artikelen uit de rubriek levensfasen op een rij.