Voor de consument is Picnic een supermarkt die in kekke karretjes de boodschappen aan huis bezorgd. Voor cto Daniel Gebler is Picnic veel meer dan een simpele grootgrutter. Het is een techbedrijf.
Gebler is van origine computerwetenschapper, maar ook razend geïnteresseerd in de zakelijke kant van het bedrijfsleven. Hij behaalde een PhD in Computer Science en heeft een MBA-diploma op zak.
Van onderzoeker naar Picnic-cto
De Duitser werkte jarenlang voor Fredhopper, een startup van twee van de oprichters van Picnic dat optimalisatiesoftware maakt voor online retailers. Na zijn promotie raakte hij opnieuw met de founders in gesprek. Daaruit rolde in 2015 een nieuwe functie: chief technology officer bij Picnic. De websuper was toen nog maar net begonnen.
In de acht jaar daarna heeft Gebler het bedrijf razendsnel zien groeien, van nul tot een omzet van ruim 918 miljoen euro in 2022. In die periode heeft hij bijna alle innovatietrajecten meegemaakt die je maar kunt bedenken.
Nog geen ticket? Claim het hier.
Innoveren binnen Picnic
Gebler en zijn teams vinden constant nieuwe manieren te innoveren. Dat moet ook, want innovatie in een bedrijf met fysieke bezittingen zoals distributiecentra en elektrische wagentjes is gecompliceerd. ‘Een puur digitaal bedrijf heeft veel minder beperkingen’, aldus Gebler. ‘Wij moeten veel mensen betrekken met een grote verscheidenheid aan expertises.’
Het heeft tijd gekost om de juiste processen op te zetten. Maar Gebler is trots op wat er nu staat binnen Picnic. Hij noemt de robotiseringsprocessen als succesvol voorbeeld. ‘Vergelijk het met Tesla, dat ook fysieke en digitale diensten combineert. Je kunt een auto kopen met voortdurende software-upgrades, soms zelfs meerdere keren per week. We hebben een soortgelijk model gevonden voor ons hele bedrijf.’
De precieze details wil Gebler niet prijsgeven om concurrenten niet wijzer te maken. Maar het model van Picnic draait om het verplaatsen van zoveel mogelijk bedrijfswaarde van een fysieke naar een digitale laag. ‘Omdat een digitale laag incrementele updates met weinig inspanning mogelijk maakt.’
In dat model zijn volgens Gebler drie dingen van groot belang:
1. Denk in iteraties
Een techbedrijf werkt iteratief: stap voor stap een product of proces steeds een klein beetje verbeteren. Tot er aan het eind een volwassen oplossing staat. Picnic is hier volledig op ingericht. Teams werken niet toe naar één datum wanneer iets opgeleverd moet worden. Ze knippen projecten op in kleinere stappen en denken na over het gehele traject.
‘Het zou niet slim zijn om ons volledig te richten op de eerste versie als we toch al weten dat we er tien nodig gaan hebben’, zegt Gebler. ‘We concentreren ons liever op de totale levenscyclus, waardoor je op een heel andere manier gaat denken over wat je wilt maken.’
2. Kijk verder dan de directe waarde
Picnic is niet blind voor zijpaden. Sterker nog, die zijpaden zijn misschien wel van grotere waarde dan het hoofddoel. Elke innovatie maakt namelijk weer nieuwe usecases mogelijk.
‘In feite zijn we zelfs meer geïnteresseerd in deze tien extra gevallen – de aanvullende opties dus – waarvan we niet weten of en wanneer ze zich zullen voordoen’, aldus Gebler. ‘Wat je bij veel bedrijven ziet is dat optimalisaties zich richten op het opheffen van onzekerheden. Wij gaan bewust de tegenovergestelde kant op.’
3. Gebruik een datafeedbackloop
Tijd is schaars. Mensen die uren turen naar bergen met cijfers op zoek naar incrementele verbeteringen zijn niet efficiënt. Daarom zet Picnic feedbackloops in, om systemen te bouwen die zichzelf automatisch optimaliseren.
‘We hebben een datafeedbackloop voor elk systeem in onze dagelijkse operatie en de resultaten worden continu gebruikt voor de planning en de operaties van de volgende dag’, zegt Gebler. ‘Op die manier kunnen je werkzaamheden elke dag verbeteren, zelfs als je geen enkele regel code verandert.’
Dit artikel verscheen in aangepaste vorm eerder op Innovation Origins.
Lees ook: Hoe Picnic het design van z’n huismerk aanpakte: ‘We wilden geen goedkope uitstraling’
