Homerun

Wat: Recruitmentplatform
Wie: Willem van Roosmalen (32) en Thomas Moes (29)
Sinds: 2015
Funding: informal

De recruitmentsoftware van Homerun combineert vacatures met story telling en marketing: het draait bij de vacatures op Homerun meer om de cultuur van een bedrijf dan om bepaalde skills. “We zorgen ervoor dat je als bedrijf je cultuur kunt laten zien. Daarmee vervangen we ouderwetse vacatures door rijke en verhalende vacatures”, zegt mede-oprichter Willem van Roosmalen, die met Thomas Moes Homerun drijft. Denk aan foto’s van de werkplek en ruimte voor een meer informele tone of voice. Bovendien kunnen sollicitanten een beter beeld van zichzelf kunnen geven aan de hand van verrassende vragen in een Slack-achtige omgeving. Die opzet zorgt er volgens Homerun voor dat bedrijven bijvoorbeeld maar 3 in plaats van 6 uur kwijt zijn aan een sollicitatie.

Rijke vacatures

Van Roosmalen en Moes leerden de behoefte van bedrijven kennen met hun werk voor Fontanel.nl, een ondenemerssite voor de creatieve industrie. Daar merkten ze dat online vacatures vaak oppervlakkig en nietszeggend waren. Tegelijk zagen Van Roosmalen en Moes dat bedrijven als Airbnb, Heineken en Uber wel hele rijke vacatures maakten, omdat zij de kennis en middelen hebben. “Die technieken maken we nu toegankelijk voor kleinere bedrijven.”

VanMoof, Blendle klant

Homerun telt drie jaar na de start 500 klanten, die een vast bedrag per jaar of per vacature per maand betalen. Daaronder een paar klinkende namen als Decathlon, Renault, Takeaway, VanMoof, Ace&Tate, Tony’s Chocolonely, WeTransfer, Blendle en Publicis. Die klanten beheren ergens tussen de 5 en 80 actieve vacatures per maand. Tot nu toe hebben meer dan 250.000 mensen via Homerun gesolliciteerd. Ongeveer 15 procent van de klanten komt uit het buitenland, een percentage dat de komende jaren naar verwachting oploopt.

Eigen middelen

Homerun financiert tot nu toe – op een kleine informele investering na – alles uit eigen middelen. “Maar we staan altijd open voor investeerders, we wijzen ze nooit helemaal af.”