Bercan Günel (1963) was pas 38 jaar oud toen zij cfo werd van de internationale beursgenoteerde detacheerder Brunel. ‘Je hebt dus drie handicaps’, concludeerde één van de commissarissen bij haar aanstelling: ‘Je bent Turks, vrouw én jong.’ Een paar jaar later besloot Günel zich in te zetten voor meer diversiteit in de hoogste bestuurslagen in Nederland, te beginnen met een focus op de vrouw/manverhouding.
Dat is inmiddels 20 jaar geleden. In 2009 schreef ze het Quota Manifest dat zich uitsprak voor 40 procent vrouwen in toezichthoudende functie. 225 van de 270 topvrouwen van Nederland ondertekenden het. ‘Dat was de eerste keer dat topvrouwen zich in zulke getallen hebben uitgesproken voor een noodzakelijke verandering.’ Haar ervaringen en die van tien bevlogen (ex-)ceo’s bundelde ze in 2017 in het boek We hebben al een vrouw – Leiderschap en diversiteit in het Nederlandse bedrijfsleven. Kernpunt van het boek: diversiteit is geen cultuurprobleem, maar een kwestie van leiderschap.
Gaandeweg kwam Günel erachter dat niet zozeer ‘diversiteit’ het sleutelwoord is in de verandering waar ze zich sterk voor maakte, maar ‘vernieuwing’. En die diversiteit is een noodzakelijke voorwaarde voor vernieuwing. Met dat besef stond ze in 2014 als medeoprichter aan de wieg van NGL International, een bureau dat zich bezighoudt met executive search en coaching. Haar definitie van een inclusieve organisatie: ‘Een organisatie waar iedereen elkaar stimuleert, inspireert en begeleidt om geheel zichzelf te kunnen zijn. Een organisatie waar anders zijn een regel is in plaats van een uitzondering.’
Maar hoe kunnen we die noodzakelijke spurt nu gaan maken? ‘Als de overheid en bedrijven in Nederland zouden beslissen om geen zaken meer te doen met non-diverse bedrijven, zouden we heel snel een diverse basis hebben.’