Compagnons: Enzo Slijpen (20) en Ravi Roosblad (24)
Wat: verhuur en huur van allerhande zaken door particulieren
Start: november 2011
Personeel: 2 freelancers
Omzet: nog niets, maar de dienst is dan ook nog gratis
Op z’n tiende importeerde hij Pokemonkaarten die hij op school verkocht en op z’n twaalfde had hij samen met zijn oudere broers zijn eerste kerstbomenbusiness. Vreemd is het dus niet dat Insinger op zijn 22e, een eigen bedrijf heeft. Sindo is een netwerk op peer-to-peerbasis waar iedereen zijn overtollige spullen te huur kan aanbieden. Insinger: “Stel: je koopt een skibox van een paar honderd euro. Die gebruik je één week per jaar. Na de vakantie zet je hem op zolder neer, maar nu zet je hem op Sindo en verhuur je de box aan een andere gebruiker.”
[VOTEBUTTON GROUP=”25 onder de 25 publieksprijs” ITEM=”Sindo.nl”]
Een bedrijf opzetten is onderdeel van Insingers studie en hij bedacht Sindo samen met twee studiegenoten. Ze wilden iets doen met sociale netwerken en combineerden dat met de verminderde sociale cohesie in de Nederlandse wijken. Waar kun je tegenwoordig nog terecht als je een gat in de muur wil, maar geen boormachine? “Alles wordt tegenwoordig gesocialised op internet. We zijn precies op het goede moment ingesprongen op de hype van collaborative consumption.” Gezamenlijk consumeren dus.
Op Sindo kun je alles verhuren wat los of vast zit. Insinger haalt het voorbeeld aan van de man die een piepkleine kamer verhuurt als opslagruimte voor een winkelier aan de Kalverstraat. Gebruikers van Sindo.nl wonen nu nog vooral in de grote steden, maar het netwerk zal zich naar Insingers verwachting gestaag uitbreiden. Zelf was hij een van de eerste aanbieders: hij zette zijn reisgids over Peru op de website. “Nadat je er bent geweest staat hij in de boekenkast als leuk aandenken, maar zo kun je er iemand anders blij mee maken.”
Gebruik van de website is nu nog gratis. Op termijn gaan verhuurders een percentage van de winst afdragen aan Sindo. Reclame op de website is nu nog niet interessant. Insinger: “De gebruiker vindt dat niet prettig, en de inkomsten zijn niet de moeite waard.”
Tekst: Eefje Rammeloo