‘Dat is mijn stoel, die vrijkomt.’ Dat is wat Jeroen van den Oetelaar (1987) als jonge projectleider bij DAF tegen de toenmalige directeur zegt, wanneer zijn directe leidinggevende ermee stopt. Zo wordt hij op 27-jarige leeftijd als programmamanager hoofdverantwoordelijk voor de ontwikkeling van een nieuwe voertuigserie van de vrachtwagenfabrikant, het grootste R&D-project van dat moment.
Kansen kun je afdwingen, vindt hij. En ja, natuurlijk had hij ook de juiste competenties voor de job. Maar dat is niet genoeg. ‘Je moet ook zichtbaar zijn.’
Dat was in 2012. Inmiddels zijn we ruim tien jaar verder en is Van den Oetelaar opgeklommen tot chief engineer en director product development bij DAF, een rol die hij sinds juni van dit jaar bekleedt. Hij is daarmee ook toegetreden tot de raad van bestuur.
Heel eerlijk, bij zijn aantreden had hij nooit gedacht dat hij zo lang bij hetzelfde bedrijf zou werken. ‘Maar de doorgroei- en ontwikkelmogelijkheden zijn legio.’
Al is dat volgens hem altijd een combinatie van factoren. Karaktereigenschappen – hij omschrijft zichzelf als gepassioneerd, ambitieus en sterk resultaatgericht – maar ook timing, bijvoorbeeld. ‘Op het juiste moment in je carrière moeten de juiste posities beschikbaar komen. Zeker op weg naar de top, waar het steeds smaller en competitiever wordt. Dan moet je er op het juiste moment staan, en met de juiste competenties voor die volgende stap.’
Dat vraagt om planning. ‘Waar wil ik over drie jaar staan, en over vijf jaar? En waar moet ik dan nu aan werken?’
Op zijn huidige vijfjarenplan staat in elk geval: werken aan het verder uitbouwen van wat hij de ‘kracht van kwetsbaarheid’ noemt. ‘Ik denk dat kwetsbaarheid en krachtig leiderschap heel mooi samen kunnen gaan. En dat is niet iets van de jongere generatie alleen. Ik merk dat collega’s, ongeacht leeftijd of achtergrond, het een verademing vinden als leidinggevenden zich kwetsbaar durven op te stellen. Zeker in een technisch georiënteerd bedrijf als het onze.’
In meer algemene zin: waar moeten álle leiders volgens hem de komende vijf jaar aan werken? Het belangrijkste thema is het vinden van de juiste balans tussen maatschappelijke verantwoordelijkheid en (economisch) duurzame groei, stelt Van den Oetelaar. ‘Dat is nodig om de uitdagingen die voor ons liggen – waarvan de energietransitie een grote is – te bekostigen.’
Naast een ‘zorgvuldig investeringsbeleid en scherpe kaders’ vraagt dat om leiders die de rust kunnen bewaren en keuzes durven uitstellen. ‘Het technologielandschap verandert razendsnel. Je moet kunnen versnellen zodra het moet, maar je niet vastleggen als het nog niet hoeft’, legt Van den Oetelaar uit. ‘Dat vereist lef.’