Esther Slegtenhorst-van Spronsen (1979) laat zien dat het niet nodig is om te switchen van werkgever om een geweldige carrière te hebben. Ruim 22 jaar geleden begon ze bij Unilever om er nooit meer weg te gaan. Ze werkte in verschillende functies: van sales tot marketing, op zowel global als lokaalniveau en binnen verschillende productcategorieën zoals voeding en persoonlijke verzorging. Op dit moment is ze General Manager Foods Nederland.
Positief, toekomstgericht, empathisch en niet bang om af te wijken van de gebaande paden. Dat zijn de eigenschappen die de leider bij Unilever ver hebben gebracht in haar carrière. Ze had het geluk om een aantal leiders op haar weg te ontmoeten die haar vormden als mens die ze nu is.
‘Zo leerde Anne-Gien Haan mij dat de afslag kiezen die lef vereist de groei oplevert die je verdient. En liet Debora van der Zee mij de magie inzien van mensen in hun kracht zetten. Door ze zowel te helpen het talent te ontdekken als ook de ruimte en het vertrouwen te geven om dit verder te ontwikkelen.’ Ze ziet zichzelf als een input-leider: iemand die een duidelijke richting voor de organisatie neerzet, de juiste talenten binnenhaalt en een cultuur bouwt waarin hun volledige potentie benut kan worden.
Met ondersteunend leiderschap onderscheidt de next-generation manager zich van leiders die nu aan de absolute top zitten. ‘Het ontwikkelt zich naar een mensgerichte aansturing, waarbij je wel helpt bij het zetten van een duidelijke visie, maar niet vervalt in micro-sturing. Door te veel in de controle te treden, tast je de bevlogenheid van je mensen aan en bereik je juist het tegenovergestelde.’
Nu ze zelf een business lead-rol heeft, ervaart ze dat je juist als leider het verschil kan maken wanneer het tegenzit. In tijden van grote economische uitdagingen is het uitzetten van een visie van essentieel belang, terwijl je blijft luisteren naar de behoeften van je teams en ze betrokken houdt in de weg vooruit.
Statische organisaties met vaste functieomschrijvingen en banen zijn volgens de leider bij Unilever verleden tijd. ‘Organisaties zullen moeten bewegen van de grote piramide-opzet naar volledig onafhankelijke units met eigen autonomie. De wereld verandert snel, daar moet je competitief in blijven en dus zal de bedrijfsstructuur daar ruimte in moeten bieden. Dat geldt ook voor talent management, toewerkende naar een meer fluïde organisatie waar mensen werken vanuit hun talent en passie, in plaats van de traditionele vaste functies.’
Slegtenhorst-van Spronsen ziet dat leiders in het verleden konden groeien door expertise en ervaring, maar dat de nieuwe generatie leiders daar niet op kan terugvallen. De wereld is immers rap in ontwikkeling, waardoor het niet lukt om alle kennis zelf te hebben. ‘We zullen nieuwsgierig moeten blijven naar vooruitgang en hoge veerkracht tonen om hier continu op aan te kunnen passen. Maar ook kwetsbaar durven zijn en de organisatie aanmoedigen om nieuwe dingen uit te blijven proberen. Daar is een bedrijfscultuur voor nodig die vanuit de top neergezet moet worden.’
De 44-jarige leider ondervindt dat de druk op organisaties alleen maar verder toeneemt, bijvoorbeeld door bedreigingen als klimaatverandering. Lef is iets wat de nieuwe generatie nodig heeft om hierop te kunnen reageren. ‘We zullen onder spanning komen te staan om onze verantwoordelijkheid te nemen om goed te doen voor de maatschappij en planeet alsmede de economische groei van het bedrijf.’
Ook de technologische ontwikkelingen hebben impact op leiderschap. Niet meegaan in de ontwikkelingen is geen optie voor een ‘future fit organisatie’. ‘We zullen een balans moeten zoeken tussen de toegevoegde waarde van mensen versus technologie.’
Over haar leiderschapsles is Slegtenhorst-van Spronsen kort, maar duidelijk: stay humble, be kind.