“Koninklijke Ahrend is een van de bekendste Nederlandse merken met een eigen signatuur en historie”, zegt Verspuij. “Het is zowel een iconisch als een vertrouwd merk. Bijna 130 jaar oud. Een trots bedrijf dat staat voor design, kwaliteit, duurzaamheid en innovatie. Met een omzet van ruim 300 miljoen, vier fabrieken en 1450 collega’s wereldwijd.”
De duurzaamste
In de sector is Ahrend de duurzaamste kantoorinrichter. “Dat klopt en dat verbaast ons niets”, zegt Verspuij. “Door circulair te ontwerpen, het gebruik van kwalitatieve materialen en ons beleid op het gebied van service en onderhoud, zien we bij klanten dat ons meubilair extra lang meegaat. We hebben dan ook veel opdrachtgevers die jarenlang klant zijn en steeds weer terugkomen.”
Bij Ahrend lag de focus al vroeg op duurzaamheid. Verspuij zegt daarover: “Enerzijds door onze klanten, waaronder de Nederlandse overheid, die als een van de eerste duurzaamheid op de agenda had staan. Anderzijds heeft duurzaamheid voor ons altijd een belangrijke rol gespeeld. Eigenlijk al vanaf de oprichting. Wij kijken continu wat we kunnen verbeteren, ook in onze keten. Onze ambitie is niet alleen onze eigen CO2-uitstoot te minimaliseren. We willen met ons meubilair en circulaire diensten ook graag bijdragen aan de CO2-doelstellingen van onze klanten.”
Circulaire ambities
Opmerkelijk zijn de circulaire ambities van Koninklijke Ahrend. Verspuij legt dat graag uit: “Circulariteit staat centraal in onze designstrategie. Zo voorkomen we onnodig afval en putten we de aarde niet uit. Om de levensduur van ons meubilair nog extra te verlengen, bieden we daarbij ook tal van circulaire diensten aan. Door bijvoorbeeld meubilair te laten leasen, bestaand meubilair goed te onderhouden en meubilair te refurbishen. De CO2-uitstoot kan hiermee tot wel 90% omlaag.”
Kijken naar de toekomst
“Onze ambities op het gebied van duurzaamheid gaan nog veel verder”, besluit Verspuij. “Vorig jaar hebben we als eerste in de markt ons gecommitteerd aan de Net-Zero Science Based Targets, met als doel om CO2-neutraal te zijn in 2050. Voor ons is dat de standaard.”