Krediet voor kleine ondernemers in Kenia
Verkrijgen van krediet is voor de gemiddelde ondernemer in Nederland niet direct een probleem. Inmiddels wemelt het van de opties om krediet aan te vragen voor de groei van je bedrijf. In Kenia werkt dat net even anders, vertelt Walter aan de Wiel, oprichter van tech-startup Sevi. ‘In een land als Kenia zijn kleine winkels en kiosken zeer belangrijk voor de economie, maar kleine ondernemers die dat soort plekken runnen, hebben zeer gelimiteerde toegang tot financiering.’
Dat is precies het probleem dat Aan de Wiel en zijn compagnon Bartel Verkruijssen met Sevi willen oplossen. ‘Wij leveren software aan Keniaanse fondsen en banken, om voor hen een traditioneel lastige doelgroep te bedienen: eigenaren van kleine bedrijven. Sevi zorgt voor de benodigde IT-infrastructuur, een app, een Know Your Customer (KYC)-check, een kredietrisico-analyse én afhandeling van de geautomatiseerde uitbetaling. Wij sluiten dus eigenlijk de driehoek tussen kiosk, leverancier én de kredietverstrekker, zodat kleine ondernemers een voorfinanciering krijgen met een gedigitaliseerd en transparant kredietproces.’
Silicon Valley van Afrika
Digitalisering is niet altijd een sleutelwoord dat geassocieerd wordt met het Afrikaanse land, maar het bleek het uitgelezen testland voor de diensten van Sevi. ‘Het is een relatief tech-savvy land’, vertelt Aan de Wiel. ‘Ze zien zichzelf ook wel een beetje als het Silicon Valley van Afrika. Mobiel betalen is er heel groot én de ondernemersgeest is groot. Wat ook helpt is dat er eigenlijk één grote speler in de telecomsector is. Ddat maakt het voor ons makkelijker, omdat je maar met één partij hoeft te integreren.’
‘Veel problemen, maar ook veel kansen
De sprong naar Kenia was voor Aan de Wiel en Sevi dus een no-brainer. ‘Ik heb in het verleden veel ondernemers en investeerders geholpen met het opzetten van startups in ontwikkelingslanden. Je ziet dan allerlei problemen, maar ook kansen te over. Als je daar rondloopt, is krediet áltijd een probleem dat speelt. Het is duur, slecht toegankelijk. Mensen hebben er vaak geen bankrekeningen, dan wordt het al snel een lastig verhaal. Wanneer ze wél krediet krijgen, kampen ze met torenhoge rentes en zijn ze bij voorbaat de marges al kwijt.’
Dat bleek ook het uitgangspunt voor Aan de Wiel en mede-oprichter Bartel Verkruijssen. ‘We hadden zoiets van: met technologie moet het mogelijk zijn om risico’s beter in te schatten en zo rentes omlaag te krijgen. Dat was eigenlijk het begin van de missie, die sindsdien onveranderd is gebleven. We zijn begonnen als SaaS-platform voor microfinancieringen, voor banken. Na een aantal maanden hadden we een paar banken op het platform, maar toen bracht de covidcrisis de hele boel tot stilstand.’
‘Krediet draait om wederzijds vertrouwen’
Reden voor Aan de Wiel en Verkruijssen om nog eens goed naar het businessmodel te kijken. ‘We hebben uiteindelijk verschillende experimenten gedaan, waarna we op dit model zijn uitgekomen. We merkten dat ondernemers vooral behoefte hebben aan werkkapitaal om alles eigenlijk voor te financieren. Dat is wat we nu doen: we faciliteren tussen de leveranciers, de kleine winkeliers en de kredietverstrekkers. Maar zorgen ook voor genoeg menselijk contact, door de bestaande relatie tussen de leverancier en winkelier.’
Het draait namelijk binnen krediet áltijd om wederzijds vertrouwen, vertelt Aan de Wiel. ‘Daarin is de Keniaanse cultuur compleet anders. Als je de cultuur niet kent of begrijpt, dan ben je binnen een paar maanden weer weg. Je moet het omhelzen als iets moois. Een Keniaanse ondernemer is namelijk eerder geneigd niet terug te betalen als hij het geld binnen een puur digitale omgeving, binnen een app heeft geleend. In hun cultuur is het maar een app: die hoef je niet terug te betalen. We proberen met technologie én de bestaande relatie tussen de leverancier en winkelier de menselijke factor erin te brengen.’
Groeien met Hollandse nuchterheid
Na een aantal maanden bleek het model goed te werken. ‘Ons model is gebaseerd op kleine leningen waar wij een klein percentage van pakken’, vertelt Aan de Wiel. ‘Het zijn kleine marges, waardoor je volume nodig hebt om winstgevend te worden. Daar is de businesscase op ingesteld. De strategie is om eerst in Kenia te schalen en vervolgens op te schalen naar andere landen. Veel startups groeien op basis van risicokapitaal, met een volledige focus op groei én marktaandeel. Ik wil liever gefaseerdere groei, break-even draaien met een gezond verdienmodel: groeien met Hollandse nuchterheid.’
Dat bleek dan ook het gemeengoed toen Aan de Wiel met Sevi op zoek ging naar externe investeerders. ‘Elke startup loopt tegen een fase aan: wanneer ga je fundraisen? Ben je al ver genoeg, maar ook weer niet té ver? Je spreekt dan met veel investeerders en gooit het net zo wijd mogelijk. Dan heb je er altijd een aantal met wie het klikt op de inhoud.’
‘Heel grote impact’
Eén van die kliks was met Invest International, een joint venture van de Nederlandse Staat (51 procent) en Ontwikkelingsbank FMO (49 procent). Als impact-investeerder verstrekt het financieringen aan startups, scaleups, mkb, maar ook grotere corporates.
‘Wat mij aanspreekt aan Sevi is dat het een groot en hardnekkig probleem aanpakt én ook nog schaalbaar is’, vertelt Ivo van der Horst van Invest International.
‘Daardoor kan het een heel grote impact hebben. De kleine ondernemer is de ruggengraat van veel economieën. Die blijven op een bepaald plateau zitten als ze niet aan financiering komen. Je zit dan klem, terwijl er op de juiste plekken genoeg geld is. Wat Sevi probeert te doen met een digitale oplossing raakt de kern van de Afrikaanse economie, door kleine ondernemers toegang te geven tot financiering.’
Impact én een verdienmodel: win-win
‘Je ziet tegenwoordig dat veel investeerders jagen op software-oplossingen, omdat het jackpot is wanneer zo’n bedrijf snel groeit’, ziet Van der Horst. ‘Of zo’n bedrijf ook echt op lange termijn positieve impact maakt, is minder van belang. Dit is juist waar wij vanuit Invest International wél naar kijken’.
Maar de financiering van Invest International is bepaald niet bedoeld als goodwill. ‘Er valt met dit businessmodel gewoon geld te verdienen’, ziet Van der Horst. ‘En dat is ook een voorwaarde. Omdat Sevi al een tijdje bezig was en de potentie zo groot is, waren we positief over deze propositie. Helemaal gezien de impact die het product heeft. Natuurlijk zijn dit soort investeringen om veel redenen natuurlijk alsnog erg risicovol. Maar, daarom bestaan wij ook. Wij zijn niet op zoek naar startup-unicorns, maar naar ‘Impact Impalas’: bedrijven die, al dan niet met technologie, échte impact willen maken op een duurzame en schaalbare manier.’
Geloven in de missie én het probleem’
Met een investeringsronde van 1,1 miljoen euro, mede gefinancierd door Invest International, kijkt Aan de Wiel terug op een geslaagd proces. Wat zou hij andere impact-ondernemers adviseren?
‘Ik vind het vooral belangrijk om bij een missie te blijven. Je bent een bedrijf om een bepaalde reden gestart, met een duidelijk doel. Daarin mag je product best veranderen, maar zolang je hetzelfde probleem (dat je oplost, red.) maar vooropstelt. Wanneer je in gesprek raakt met financiers, dan is het heel makkelijk om te denken dat je het tóch anders moet doen. Er wordt namelijk áltijd wel iets afgeschoten. De crux zit in dat je júist niet bang moet zijn om te geloven in je eigen missie en het probleem dat je op wil lossen.’
Dat sentiment wordt gedeeld door Van der Horst. ‘Ik spreek veel ondernemers die bijvoorbeeld in Afrika iets willen doen. Zij willen dírect impact maken, maar er moet áltijd een businessmodel achter zitten, dat tevens een probleem oplost. Het is heel mooi als jij impact wilt creëren, maar vraag en aanbod moeten bij elkaar komen. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Maar als jij een verdienmodel kunt vinden en daarop focust, dan kun je wel degelijk de gewenste impact maken.’
Over Invest International
Invest International ondersteunt Nederlandse bedrijven bij het internationaal financieren van innovatieve oplossingen die bijdragen aan het realiseren van de Sustainable Development Goals van de VN en aan het toekomstige verdienvermogen van Nederland. Vandaar de slogan ‘Dutch Solutions for Global Challenges’. Het Start-up en Scale-up team is gespecialiseerd in financiering voor jonge ondernemingen met ambitieuze plannen in uitdagende landen. Het team beheert twee fondsen namens het ministerie van Buitenlandse Zaken: het Dutch Good Growth Fund (DGGF) en het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF). Meer weten? Kijk op investinternational.nl of e-mail [email protected].