Neuroplasticiteit, dark data, click farm, gratis werk, native advertising, legsie, oversharing: een verse lichting buzzwoorden.
Buzzwoorden zijn als besmettelijke ziektes: je loopt ermee rond voor je het weet. Buzzwoorden zijn ook als vaktijdschriften: als je ze bijhoudt, weet je wat er speelt. Hieronder de nu buzzende woorden: de nuttige, leuke en onzinnige.
Neuroplasticiteit
Term uit het hersenonderzoek. Met de komst van betere hersencannners is hersenonderzoek al jaren een rage. Voortdurend worden we om de oren geslagen met studies waaruit zou blijken dat bepaald gedrag (bijvoorbeeld koopgedrag van consumenten, puberaal gedrag) toe te wijzen is aan specifieke hersenprocessen. Om het nog interessanter te maken wordt er jargon bij gebezigd zoals de frontale kwab of hippocampus, die het gedrag zouden aansturen. Het nu populaire woord neuroplasticiteit is een goed voorbeeld. Waar het op duidt is dat de hersencellen, als geleiders van elektrische impulsen, zich kunnen aanpassen als bepaalde ‘paden’ vaak worden gebruikt. Maar dat de hersenen deze magische eigenschap van de neuroplasticiteit bezitten is nu ook weer niet zo’n verbluffend nieuwtje: het verschijnsel was al wat langer bekend onder de prozaïsche term ‘leren’.
Dark data
Retoriekvorm uit de IT. De afgelopen jaren heeft de IT-sector nieuwe diensten proberen te verkopen onder het label big data, de opvolger van business intelligence. Het laatste label was sleets geraakt, zoals dat gaat met hypes in de IT. Er moet steeds opnieuw een term worden gelanceerd – als de vlag waaronder congressen kunnen worden georganiseerd en boeken geschreven. Dark data is precies dezelfde vlag als big data: doe meer met de gegevens in (en over) je bedrijf. ‘Dark’ is mooi gekozen retoriek; het verwijst naar geheimzinnige donkere hoekjes van uw server waar gegevens neerslaan, waaruit vast allerlei waardevolle informatie te destilleren zal zijn. Halen, die pot met goud!
Click farm
Stemleger. In te zetten als je bedrijf een bepaalde internetpoll wil winnen, of zo veel mogelijk likes op Facebook wil hebben. De click farm is een groep goedkope arbeidskrachten die de hele werkdag doorbrengt met op bepaalde buttons te klikken. Als Noord-Koreaanse dictators de verkiezingen naar hun hand zetten, waarom zou jij dat dan niet mogen doen?
Gratis werk
We hadden al de onbetaalde stageair, nu hebben we ook de onbetaalde opdrachtnemer. Zo deed dit jaar een advocatenkantoor 3 maanden lang werk voor Shell en een reclamebureau 40 dagen voor iedereen die maar langskwam, zonder factuurs te sturen. De crisis dwingt ons om ultieme acquisitiemiddelen (van resp. een baan en een klant) in te zetten. Maar het is een middel met risico’s: rode cijfers komen wel erg snel dichterbij als er geen inkomsten zijn. En: hoe snel wennen de potentiële werkgevers resp. opdrachtgevers aan deze nieuwe, voor hen wel erg luxueuze verhoudingen? Wordt met andere woorden de markt vernacheld? In gewilde sectoren zoals de goedendoelenbranche is men er overigens al jaren aan gewend. Mensen willen dolgraag bij een ‘goede’ organisatie werken, waarschijnlijk omdat ze dan met een helderblank geweten ’s avonds in hun pyama stappen. De NGO’s maken graag gebruik van dat enthousiasme. Onlangs plaatste het Wereld Natuur Fonds een vacature voor een PR-professional, liefst hbo-geschoold en bereid om 32-40 uur te werken, met een honorarium van 125 euro per maand. Naar aanleiding van veel verontwaardiging op Twitter en Geenstijl.nl is de advertentietekst inmiddels aangepast.
Native advertising
Buzzwoord uit de marketing, waar men kampt met teruglopende resultaten van o.a. banner en advertentiecampagnes. Het idee van native advertising is dat de boodschap wordt verpakt in gerichte uitingen die beter aansluiten bij de concrete gebruikerservaringen. Voorbeelden zijn boodschappen tussen Twitter-, Facebook- of zoekresultatenfeeds, en sponsorde video’s op YouTube. De laatste voorbeelden kenden we overigens al onder de naam virals, en wat nieuw is aan native advertising is hoe dan ook de vraag, behalve dat het onderscheid tussen gesponsorde en niet-gespondsorde content in veel (social) media steeds moeilijker vast te stellen is.
Legsie
Variant op de selfie: het zelfportret dat op social media wordt geplaatst. De legsie is een portret van uitsluitend de eigen benen. Uitsluitend en alleen bedoeld om de wereld te laten zien hoe mooi bruin we al zijn.
Oversharing
Digitaal informatieëxhibitionisme. Dat we geneigd zijn om soms (te) veel details van ons persoonlijke leven aan publieke kanalen zoals Facebook toe te vertrouwen, is bekend. Maar het verschijnsel neemt steeds groteskere vormen aan. Het gaat verder dan je bruine benen laten zien. Niet alleen willen we graag twitteren dat ons eitje bij het ontbijt iets te zacht was, maar we schrikken er ook niet voor terug om te melden wanneer en met wie (en hoe) we de liefde hebben bedreven, dat ons zoontje juist zijn eerste luier heeft volgepoept en dat we in onderbroek naar Big Brother op tv hebben gekeken. Op Oversharers.com worden de meest flagrante gevallen verzameld. Wetenschappers hebben zich inmiddels gestort op het curieuze verschijnsel dat we dingen op internet zetten die we onze beste vrienden nog niet zouden toefluisteren. Nu maar hopen dat het zoontje waarover getwitterd werd wanneer zijn eerste ontlasting plaatsvond, later geen publieke functie krijgt – waarin zijn tegenstanders dat onwelriekende feit graag zullen gebruiken om hem te kakken te zetten.