Veel managementboeken zijn geschreven door goeroes, wetenschappers, oud-journalisten of middelmanagers die met een boek een nieuwe wending aan hun carrière wilden geven. Daar is niets mis mee, maar het geeft wel meteen aan waarom het boek van Kim Scott iets toevoegt.
Scott, die vorig jaar al door MT.nl werd geïnterviewd, houdt zich tegenwoordig met haar bedrijf Candor vooral bezig met leiderschapsontwikkeling, maar in de tientallen jaren daarvoor stond ze zelf met haar poten in de modder.
Scotts carrière begon in Moskou. Als slaviste ging ze net na de val van de muur aan de slag bij een diamantbedrijf waar ze de leiding kreeg over Russische diamantslijpers. Ze begon vevolgens een niet al te succesvolle start-up in Silicon Valley, en kwam uiteindelijk bij Google terecht waar ze de leiding kreeg over wat toen nog een experiment was, maar nu de money maker van Google: Adsense en Adwords. Na succesvolle jaren bij Google werd ze gevraagd om bij Apple leiderschapstrainingen te verzorgen.
Scott heeft een succesvolle loopbaan. Ze werkte bij de twee meest succesvolle bedrijven ter wereld. Ze werkte rechtstreeks met iconen als Larry Page en Sergey Brin van Google, Sheryl Sandberg en Jonothan Ive (Apple). Het zou heel gemakkelijk zijn om in haar boek vooral over haar successen te vertellen, maar dat doet ze juist niet. Ze laat zien dat haar succes steunt op dertig jaar fouten maken en daar vervolgens van leren. Ze vertelt in anekdote na anekdote hoe ze op haar bek ging en vervolgens welke les ze daaruit trok.
Sandberg en Page
Ze vertelt hoe Sheryl Sandberg (toen Google, nu COO van Facebook) haar vertelde dat haar presentatie inhoudelijk wel deugde, maar dat ze door haar ‘eh’s’ dom overkwam. Ze moest naar een spraakcoach. Ook schrijft ze hoe ze in een boze bui een mail stuurt aan Larry Page met veel anderen in de ‘cc’ waarin ze zijn idee afbrandt. Achteraf blijkt dat ze hem helemaal niet begrepen heeft.
De belangrijkste les die ze leerde van die bewuste e-mail: kritiek leveren mag, maar doe het niet en plein public maar onder vier ogen. Als je gelijk hebt, is het beter voor degene die je bekritiseert, als je geen gelijk blijkt te hebben, bespaar je jezelf een hoop ellende.
Zachte heelmeesters
Het hele boek door laat Scott zien hoe ze door haar fouten beter werd en maakt ze de lezer deelgenoot van haar inzichten. Haar belangrijkste conclusie: wees radicaal openhartig. De meeste fouten door managers worden gemaakt omdat ze niet eerlijk zijn naar hun medewerkers. Soms omdat ze de boel manipuleren, maar veel vaker omdat het zo moeilijk is om iemand de waarheid te zeggen.
Rampzalige empathie noemt ze dat. Als iemand niet functioneert moet je dat zeggen, zonder omwegen. Stel je het uit en draai je eromheen, dan maak het alleen maar erger. Je maakt het erger voor het team dat zich afvraagt waarom iemand wegkomt met prestaties die ver onderdoen voor die van hen. Dat team raakt gedemotiveerd.
Maar ook voor de persoon in kwestie is het wreed. Die heeft een manager die complimenten en schouderklopjes geeft, terwijl hij tegelijkertijd non-verbale signalen van zijn team krijgt dat er iets aan zijn werk niet deugt. Scott vertelt in het boek openlijk hoe ze zelf deze fout maakte bij ‘Bob’. Bob was zo aardig dat ze hem niet durfde aan te pakken. Ze spaarde Bob totdat het echt niet anders kon en ontslag onvermijdelijk was geworden. Bob’s woedende reactie: ‘Maar waarom heb je nooit wat gezegd?’.
‘Radicaal Openhartig’ is een leerzaam boek en beter leesbaar dan de meeste managementboeken. De anekdotes zijn illustratief, maar omdat Scott vaak niet in details treedt, wil het nooit echt spannend worden.
Kim Scott, Radicaal openhartig, Levboeken