Als de jongst gekozen president ooit (hij was 43 toen hij zitting nam in het Witte Huis) stond Kennedy symbool voor een nieuwe generatie. Hij was een charmante, gevatte spreker en leek gemaakt voor het televisietijdperk. Kennedy zat pas drie jaar in het Witte Huis toen hij werd neergeschoten.
#1. Leren van fouten
Zijn eerste jaar als president was een ramp, erkende hij zelf. De ontmoeting met Sovjet-leider Nikita Khrushchev was een vernederende ervaring en ook zijn poging om het communistische regime van Fidel Castro in Cuba een halt toe te roepen mislukte dat jaar.
Kennedy was iemand die zijn fouten durfde toe te geven en tijdens zijn presidentschap continu bleef leren. Op die manier behaalde hij een aantal buitengewone prestaties. Zijn bekendste succes boekte hij in de Cubacrisis. Kennedy wist een kernoorlog af te wenden en een vreedzame overeenkomst met de Sovjet Unie te sluiten.
#2. Inspireren
Zijn vermogen om te inspireren was misschien wel Kennedy’s grootste kwaliteit. Met charismatisch leiderschap wist Kennedy het Amerikaanse volk op emotioneel en persoonlijk niveau te bereiken. Een leiderschapsstijl die door kenners ook wel transformationeel leiderschap wordt genoemd.
‘Change is the law of life. And those who look only of the past or present are certain to miss the future’, zei Kennedy eens. ‘Een transformationeel leider is charismatisch, bezit overtuigingskracht, inspireert en heeft een uitdagende visie. Mensen wíllen zo’n leider volgen en zetten graag een stapje extra’, vertelde Janka Stoker, hoogleraar leiderschap, in een eerder interview met MT. ‘Het gaat vaak om een groter belang. Denk maar aan de beroemde speech van Kennedy: ‘Ask not what your country can do for you—ask what you can do for your country.’
#3. Valkuil
Tegelijkertijd was zijn charme een valkuil. Kennedy stond bekend als een rokkenjager en had contact met maffiavrienden, zoals Frank Sinatra. Daarnaast sliep hij met de vriendin van een maffiabaas uit Chicago, die hier op zijn beurt een terugbetaling voor verlangde. Kennedy maakte pas een einde aan deze maffiabanden toen FBI-baas J. Edgar Hoover hem onder druk zette.
#4. Externe expertise
Kennedy was een idealist en geloofde in de waarde van goede ideeën en mensen. Hij omringde zichzelf graag met de knapste knoppen; ervaren en doortastende adviseurs die hij aanmoedigde om tegen hem in te gaan. Bij het maken van beslissingen vroeg Kennedy zijn teamleden altijd om hun individuele mening. Pas na het wegen van de verschillende adviezen, maakte hij een beslissing. Een open cultuur waarin iedereen zich vrij voelde een mening te verkondigen was voor Kennedy essentieel onderdeel van zijn leiderschap.
#5. Management in crisistijd
Kennedy was een goede crisismanager. In de Cubacrisis wilde de stafchefs van het Pentagon zo snel en hard mogelijk reageren, nog voordat de Sovjet Unie de raketten op Cuba operationeel zouden maken. Kennedy voelde aan dat een agressieve actie de snelste route naar een kernoorlog was, tegelijkertijd wilde hij de raketten op Cuba niet accepteren.
Wat deed Kennedy? Hoe groot de druk ook was, Kennedy bleef kalm en weigerde om een gehaaste keuze te maken. Hij verzamelde zoveel mogelijk informatie en creëerde de breedst mogelijke feitelijke basis voor zijn beslissing. Waar anderen een catastrofe zagen, zag Kennedy mogelijkheden.