Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Muhammad Yunus: ‘Je hoeft van niemand orders aan te nemen. Die keuze is aan jou’

Muhammad Yunus gaat de interim-regering in Bangladesh leiden om daar na maanden van studentenprotesten de rust te herstellen. Hij is bekend van zijn baanbrekende werk met microkredieten waarvoor hij in 2006 de Nobelprijs voor de Vrede ontving. MT sprak de 84-jarige econoom bijna twintig jaar geleden over zijn visie op leiderschap. Lees het interview nog eens terug.

muhammad yunus
Foto: Getty Images

Dit is een herpublicatie van een interview dat MT/Sprout (toen nog MT) in 2006 had met Muhammad Yunus.

Het is muisstil in de afgeladen zaal van de Rode Hoed in Amsterdam. Af en toe schuift iemand zachtjes op de ongemakkelijke houten stoelen heen en weer. Iedereen luistert gefascineerd naar het rustige verhaal van een charismatische oude man met wit haar en indrukwekkende bruine ogen. 2005 is het jaar van het microkrediet.

Op uitnodiging van het tijdschrift Ode is de Bengaalse econoom Muhammad Yunus, de vader van het microkrediet, twee dagen in Amsterdam. Iedereen wilde hem spreken. Bankiers, de pers en Maxima, ambassadrice van het microkrediet. Dat was zeker niet altijd zo. Sterker nog, hij werd jarenlang uitgelachen en voor gek verklaard.

Hij vertelde het verhaal van de Grameen Bank in Bangladesh (volksbank in het Bengaals), die werd opgericht in 1983. Als professor in de economie was hij de hele dag bezig met analyses en grote getallen. Maar voor de deur stierven zijn landgenoten van de honger en leefden in armoede. Hij ging op onderzoek uit. En kwam erachter dat een groep van 42 mensen gezamenlijk schamele 27 dollar nodig had om zelfstandig een kleine business te runnen.

Hij leende hen het geld. Om iets voor iemand anders te kunnen betekenen en zich niet langer achter theorieën in een ivoren toren te verstoppen. En kreeg tot zijn eigen verbazing het geld terug. De economie professor raakte ervan overtuigd dat kleine leningen wonderen zouden kunnen doen. De bankiers die hij vervolgens benaderde zagen niets in het idee om kredieten te verstrekken aan arme mensen. Die waren niet kredietwaardig. Nou, het waren in zijn ogen de banken die niet menswaardig zijn.

Vrouwen investeren kredieten beter

De bank had al begin deze eeuw 1500 vestigingen die service verleenden in 55.000 dorpen (70 procent van het totaal aantal dorpen). De bank had 5 miljoen leners waarvan 96 procent vrouw. Het bleek dat als vrouwen krediet krijgen dat dit de familie en gemeenschap meer ten goede komt. Het kostte de medewerkers van de Grameen Bank echter jaren om de Bengaalse vrouwen zover te krijgen geld te accepteren. Traditioneel waren het alleen mannen die voor kredieten in aanmerking komen.

100 miljoen mensen Bijna 100 procent van de leningen wordt terugbetaald. Mede dankzij de Grameen Bank was de armoede in Bangladesh verminderd en het inkomen van de bevolking gestegen. Yunus riep dat 100 miljoen families in 2005 een microkrediet zouden hebben. Hij kreeg gelijk.

Het slotapplaus in de Rode Hoed was oorverdovend. De staande ovatie onvermijdelijk. Hier en daar werden zelfs enkele tranen weg geveegd.

Een dag later verklaart hij de ontroering goed te begrijpen. ‘Het verhaal raakt hun hart, niet het verstand. Het raakt de kern van mensen. Hoe kan het zo simpel zijn? Waarom heb ik het niet eerder gezien? Deze man vertelt niet een of ander sprookje. Als ik een Harry Potter-verhaal had voorgedragen, was er niets gebeurd. Ik sprak vanmiddag nog met een groep bankiers over de kredieten die wij aan bedelaars geven en ook zij werden emotioneel. Bankiers staan nou niet bepaald bekend om hun heftige emoties. Ze hadden er nog nooit over nagedacht dat je ook met bedelaars zaken kunt doen.’

 Gezamenlijk dromen van een mooie wereld

Zijn drive en motivatie waren een wereld zonder armoede en oorlog. Dat er voor iedereen voldoende mogelijkheden zijn om zich te ontwikkelen. Of mensen daar gebruik van maken is hun keuze, maar de opties moeten er zijn. ‘Dan is het een betere wereld. Wat zou het dromen anders voor nut hebben? Als ik van eten droom, droom ik toch ook van het best mogelijke eten. Laat ons gezamenlijk van een mooie wereld dromen. Alleen al het denken aan een betere wereld zal de wereld verbeteren. Als we ons alleen slechte dingen kunnen voorstellen, zullen die gebeuren. Dat is de power of imagination.’

Hij had nooit verwacht zoveel prijzen en erkenning voor zijn werk te krijgen. Daar was hij niet mee bezig. Het was simpelweg een lokaal probleem waarvan zijn omgeving zei dat hij het niet kon oplossen. Volgens hen kon je arme mensen simpelweg geen geld lenen.

‘Daar werd ik woest van en ging het maar zelf doen. Maar snel genoeg realiseerde ik me dat het niet slechts een regionaal probleem was, maar een wereldwijd probleem. Ik begon tegen alles en iedereen aan te praten, maar werd steeds voor gek verklaard. Inmiddels is duidelijk dat het mogelijk is. Elke prijs is een erkenning dat wat ik zeg en doe ergens op slaat. Daar ben ik natuurlijk blij mee. Dat is fantastisch. Ik word heel blij als ik een zaal met studenten toespreek en zij enthousiast raken. Want de wereld gaat op hun schouders breken, niet op de mijne, als er niet snel iets verandert.’

Leiderschap was volgens hem soms een keuze, soms een positie. ‘Als je een hoge positie bekleedt en er niet wijs mee omgaat, ben je geen leider. Dan leid je niet. Een hoge positie is een voordeel, maar hoe je ermee omgaat is aan jou. Je kan er net zo makkelijk weer van af vallen.’

Een leider moet de richting bepalen

De belangrijkste eigenschappen van een leider zijn volgens hem de vaardigheid om vooruit te kunnen denken, de realiteit inschatten en anders interpreteren dan de meesten. Een leider moet de juiste richting aanvoelen en aangeven.

‘Zoals in het midden van de oceaan, waar iedereen alle kanten op wil. Maar de leider bepaalt de richting en als het land verschijnt, krijgt hij gelijk en de mensen het vertrouwen dat hij een goede leider is. In de meeste gevallen moet de leider in de toekomst gelijk krijgen, ook al slaan zijn ideeën in eerste instantie nergens op. Jouw trackrecord rechtvaardigt je positie.’

Als leider moet je jouw volgers begrijpen, vond Yunus. Je moet in staat zijn besluiten te nemen die medewerkers kunnen uitvoeren. ‘Je kunt niet met wilde plannen komen waar geen hond iets van begrijpt. En pas als de taken zijn uitgevoerd, zien medewerkers dat zij iets hebben gedaan wat in eerste instantie onmogelijk leek. Daar heb je hen doorheen geleid. Het potentieel van mensen herkennen en weten wie wat het beste kan doen – teambuilding dus – is tevens een van de belangrijkste eigenschappen.’

Leiderschap kun je ontwikkelen

Hij geloofde dat je leiderschap kunt ontwikkelen ook al hebben sommige mensen er meer aanleg en talent voor en anderen veel oefening nodig en ervaring. Ook al zijn de juiste elementen aanwezig, zul je deze nog altijd moeten bijschaven en polijsten. Zonder de juiste aandacht verkwansel je jouw talenten.

Leiderschap is gewoon hard werk, maakte hij duidelijk. Het vereist een heleboel denken en voelen. Je bent verantwoordelijk voor het werk van anderen waar zij zich voor inspannen. ‘Als zij het gevoel hebben dat je hun energie verspilt, hebben ze geen vertrouwen meer. En dat vertrouwen winnen is leiderschap. Je moet duidelijk maken dat al het werk de moeite waard is.’

Gewone mensen die ongewone dingen doen

Yunus bewonderde politieke leiders als Mahatma Ghandi of Martin Luther King, maar vond wel dat hij het op zijn eigen eigen manier moet doen. Zijn werk was zo verschillend van wat zij hebben gedaan dat hij zijn eigen script moest leren schrijven.

De onafhankelijkheidsbeweging in Bangladesh hielp hem zichzelf te ontwikkelen. En ook zijn ervaring tijdens de studie economie in de VS heeft hem veel geleerd. ‘Daar was in de jaren zestig en zeventig zoveel aan de hand. De Civil Rights-beweging betekende veel voor mijn latere werk. Het gebeurde op mijn campus. De zwarte gemeenschap was een compleet uitgestoten en afgewezen groep. Zij rebelleerden tegen de discriminatie en segregatie. Onmenselijke zaken als apartheid in een geciviliseerde samenleving.’

‘Dat waardigheid wordt geweigerd op basis van je huidskleur maakte veel indruk op mij. De zwarte gemeenschap had geen enkele macht, niet economisch of politiek. Toch zijn ze in opstand gekomen en hebben een heleboel “gewone mensen” ongewone dingen gedaan en veel impact gehad. Niemand gaf hun een kans, maar de waarheid was aan hun zijde, dus langzaamaan veranderde de wereld. Er werden wetten veranderd en rechtszaken gevoerd in plaats van een oorlog.’

Elk mens een ondernemer

Tot zijn ongenoegen werd er te vaak gesuggereerd dat je in loondienst moet om inkomen te genereren. Dat was een veel te mechanische manier om naar de samenleving te kijken. Daarmee word je afhankelijk van anderen.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

‘Dat is moderne slavernij met meesters waarbij je moet gehoorzamen. In mijn ogen is elk mens een potentieel ondernemer. Dat moet meer worden gecommuniceerd op scholen, universiteiten en thuis. Je hoeft van niemand orders aan te nemen. Die keuze is aan jou. Er wordt onvoldoende duidelijk gemaakt dat er keuzes mogelijk zijn. Er moeten natuurlijk organisaties zijn die de keuzes mogelijk maken, die kredieten verlenen en voor faciliteiten zorgen zoals het leasen van gereedschap. Maar je moet niet de dromen van mensen wegnemen. Als je de droom van iemand wegneemt, is hij niets meer. Niets meer dan een dier.’

Geen onderdeel van een machine

Mensen geloven niet dat ze een keuze hebben, zo zijn ze volgens hem niet opgevoed. ‘Je moet hard werken en een baan nemen. Als je nooit alle keuzes en mogelijkheden hebt gezien, ben je niet in staat om tegen je baas te zeggen: rot op, ik hoef hier niet te werken als het mij niet bevalt. Ik hoef geen deel te zijn van een machine, een klein radertje. En het is nu mogelijk. Meer dan ooit tevoren. Door de informatietechnologie kunnen alle mensen over de hele wereld met elkaar samenwerken. We hoeven niet eens een kantoor te hebben. Waarvoor? Je komt voor bepaalde projecten bij elkaar. En als het project klaar is, is het bedrijf klaar.’

Hij is geen fan van het systeem van sociale zekerheid. ‘Het is toch raar dat als je een uitkering krijgt en iets bijverdient, je dat geld moet inleveren? Dat is toch een schande? Als ik baas was van een uitkeringsinstituut, zou ik een feest houden als iemand weer eigen geld begon te verdienen. Jij hebt iets verdiend! En dat zou ik verder aanmoedigen. Totdat hij geen uitkering meer nodig heeft.’

Ingebouwde afhankelijkheid

‘De huidige sociale zekerheid houdt mensen afhankelijk. We hebben het systeem verneukt. De sociale zekerheid moet geen permanent huis zijn, maar een tijdelijk onderkomen. Tot nu toe is het vooral een menselijke dierentuin waar we gezonde mensen houden en regelmatig voeden en behandelen.’

Hij zou nooit de schulden van iemand kwijtschelden. Dat was geen oplossing. ‘Ik zou alleen het geld niet willen, maar daarmee een fonds – een opleidingsfonds bijvoorbeeld – creëren. Zelfs als je maar een dollar kan betalen, dan doe je die dollar in dat fonds. Dan zou ik een groep samenstellen met de beste mensen uit dat land om dat geld te managen. Zo kun je leningen geven aan studenten of microkredieten aan ondernemers. Dan zou het geld niet zomaar verdwijnen. Nu heeft het land zelf er weinig aan als de schulden worden kwijtgescholden. Daar worden alleen maar meer geweren van gekocht. Het gaat erom dat mensen leren verantwoordelijkheid te nemen. Met liefdadigheid haal je het initiatief bij mensen weg, Je kunt niet zomaar geld of voedsel schenken, je moet ervoor zorgen dat je nooit meer terug hoeft te komen omdat de mensen zichzelf redden.’