Janine Benyus leert bedrijven anders naar de natuur kijken, en daarmee geld te verdienen.
Van oorsprong is ze bioloog en schrijver. Ze verwonderde zich altijd al over de ingenieuze manieren waarop planten en dieren zich aan weten te passen aan veranderende habitat en klimaatomstandigheden. Woestijnhagedissen die de morgendauw van hun eigen lichaam drinken, of het procedé waarmee bladeren zonlicht omzetten in energie: fotosynthese. In 1990 leidde die belangstelling bij Janine Benyus (1958) tot een nieuwe gedachte: ‘Wat kunnen wij mensen leren van al deze uit miljoenen jaren evolutie voortkomende oplossingen en hoe kunnen we ze zodanig imiteren dat ze voor ons bruikbaar worden?'
Ze besloot haar volgende boek over dat onderwerp te schrijven en ging op onderzoek naar mensen en laboratoria die al met vergelijkbare vragen bezig waren. Dat onderzoek mondde zeven jaar later uit in een nieuw boek: Biomimicry: Innovation inspired by nature. Het boek sloeg aan. "Een half jaar later begonnen bedrijven contact met me op te nemen. In eerste instantie Nike en tapijtfabrikant Interface. En die vroegen of ze hun designers langs mochten sturen."
Interesse minimaal
Voor ze het wist werd Benyus als consultant geraadpleegd en besefte ze dat ze in business was. "Ik ben koortsachtig op zoek gegaan naar andere biologen die met het bedrijfsleven wilden werken en zo is Biomimicry Guild ontstaan." Ondertussen geniet ze wereldwijde erkenning (Fortune noemde haar onlangs nog One of the ten new gurus you should know; Time gaf haar in 2007 de titel International Hero of the Environment) en heeft de firma klanten als GE, Boeing en Herman Miller in de boeken staan en een aantal zeer winstgevende projecten afgerond.
In Nederland is de interesse voor biomimicry nog minimaal. Er is het bedrijf SolarBotanic, dat met behulp van kunstmatige bladeren zon en en wind wil omzetten in energie. Maar verder is het stil. Misschien dat daar na haar recente bezoek op 5 februari verandering in komt.
VAN NATUUR TOT PRODUCT
Bladeren => tapijt
"Voor Interface (omzet $1,3 mrd) hebben we het probleem aangepakt dat wanneer je een tapijttegel vervangt, die altijd afsteekt tegen de rest van de vloer." Door een tapijtvloer te vergelijken met de met bladeren bedekte bodem in het bos, kwamen ze op het idee een willekeurig patroon te creëren met meerdere kleuren, waardoor vervanging van een tegel niet opvalt. Daarbij werd een recycling-proces opgezet waarmee de productie van de tapijttegels bijna volledig duurzaam en milieuvriendelijk werd. "Het heeft geresulteerd in een nieuwe productlijn die nu 40 procent van Interface's omzet genereert."
Lotusblad => verf
Lotusbladeren zien er altijd schoon uit, wat komt doordat ze een bolle structuur hebben die maakt dat modder, stof en andere zaken er bij een regenbui afvallen. Gebaseerd op dat principe heeft het Duitse bedrijf Sto AG met behulp van nanotechnologie een verf ontwikkeld die hetzelfde bewerkstelligt en bij gebruik aan de buitenkant van gebouwen voor flinke besparing op schoonmaakkosten zorgt. Daarnaast zijn bedrijven hetzelfde principe gaan toepassen op glas, tegels, plastic (naar verluidt is GE daarmee bezig) en zelfs stoffen voor (be)kleding.
Koffervis => auto
Mercedes Benz ontwikkelde in 2005 een auto gebaseerd op de stroomlijnprincipes van een unusual supject: de tropische koffervis. De vierpersoons auto – de Bionic – bleek een CW-waarde te halen van 0,19. Dat is 0,06 minder dan de Honda Insight; de meest gestroomlijnde personenauto op de weg (in de VS), maar wel een tweezitter. Bijgevolg verbruikt de Bionic uitgerust met een 140 pk-dieselmotor gemiddeld 4,3 liter per 100 kilometer; in die klasse ongekend. Mercedes brengt de auto niet in productie, maar gebruikt hem wel om de aerodynamica van zijn kleinere modellen te verbeteren.