In 1976 won hij zelf olympisch goud, nu is hij al bijna 25 jaar schaatscoach. Een coach doet niet veel anders dan een manager op kantoor, vindt de Amerikaan. “Je moet ze happy houden en motiveren.”
Als coach probeer je het beste uit je mensen te halen. Wat dat betreft doe ik niet veel anders dan een manager op een regulier kantoor. Net als een manager moet een schaatscoach zijn mensen happy houden, want ze moeten hard werken. Je probeert ze te motiveren. En ze moeten resultaten kunnen boeken, zodat ze gemotiveerd blijven. Hoe je dat aanpakt, verschilt per persoon. Tegen de ene schaatser moet je schreeuwen vanaf de zijlijn, de ander leg je strikte trainingsprogramma's op en weer een ander moet je juist de vrijheid geven. Je moet dat aanvoelen, een coach moet feeling hebben.
“Mijn grootste kwaliteit is dat ik contact maak met mensen. Ik zoek verbinding met mensen. Daar hou ik van; ik heb gevoel voor mensen. Maar ik kan mensen ook laten vallen. Als mijn schaatsers 110 procent geven, krijgen ze 110 procent terug. Het gaat mij om de inspanning, niet om het winnen, zeg ik altijd. Doen ze geen moeite, dan verlies ik mijn geduld. Ik word boos. Als coach heb je een plan; je moet geen schaatsers erbij hebben die niet willen, dan verspreidt de onwilligheid zich als een ziekte. Met als gevolg dat je de controle verliest. Als ik één ding had kunnen overdoen in mijn periode bij de SpaarSelect-ploeg – ik heb veel meer fouten gemaakt, laat ik het over mijn vorige team liever niet hebben – maar goed: als ik één ding anders mocht doen, dan zou ik geen langetermijncontracten voor de schaatsers meer bedingen. Ik had bij SpaarSelect zeer goede contracten eruit gesleept – voor mezelf, maar zeker ook voor het team. Wat ik geleerd heb is dit: als alles te goed geregeld is, gaan mensen zich te comfortabel voelen. Sommige schaatsers hadden het gevoel gekregen dat ze konden doen wat ze wilden.
“Van mij wordt gezegd dat ik een emotionele coach ben, ik zou de technische kant van het vak verwaarlozen. Alsof het een het ander uitsluit. Je kunt je door een professor laten informeren over de laatste wetenschappelijk inzichten. Waar het op aan komt, is hoe je ze implementeert. Daar toont zich de leider. De Amerikaanse footballcoach Vince Lombardi heb ik altijd zeer bewonderd. Hij was streng, eenvoudig, direct en haalde het beste uit zijn mensen. Zijn team geloofde in hem.
De New Yorkse Green Bay Packers werden vijf keer NFC kampioen.
“Wat je nodig hebt als coach is respect. Je kunt geen schaatsers máken, ze moeten wíllen. Als het startschot gaat, kan ik niet ook nog voor ze gaan schaatsen, dat moeten ze zelf doen. Ik voel me trouwens wel in alle omstandigheden verantwoordelijk voor mijn schaatsers, al is dat niet altijd terecht. Kijk, een topteam kun je op de podia krijgen, maar met zo'n team als de VPZ-ploeg moet je realistisch zijn. Je kunt van een steak nou eenmaal geen hamburger maken; wel kun je zorgen voor de juiste seasoning en spices. Toevallig heb ik daar ook verstand van: ik maak de beste ribs en sauzen ter wereld. In Wales, Wisconsin heb ik jarenlang een steak- en ribhouse gerund. The Rusty Blade (het roestige schaatsijzer, red) heette dat. Ik denk erover hier in Zuidlaren, waar ik woon, iets soortgelijks op te zetten. Als mijn vrouw Marianne Timmer klaar is met schaatsen misschien.
“Ik heb slechtere teams gehad dan VPZ. En toch grote resultaten geboekt.
In voormalig West-Duitsland bijvoorbeeld had ik het slechtst denkbare team, maar ik had na verloop van tijd drie goede mannen die meedongen naar de wereldcup en die soms ook een plaatsje op de Eu-ropese podia veroverden. Ik wil bij VPZ betere prestaties, enkele schaatsers die meedoen voor de wereldbeker, misschien de wereldkampioenschappen. “Dat ik zelf geschaatst heb, werkt soms positief, soms negatief. Ik weet waar mijn schaatsers doorheen gaan. Ik voel voor ze als ze aan het trainen zijn. Soms heb ik medelijden. Schaatsen is bruut, het doet pijn. Net als boksen. Als er sprake is van een mismatch kan schaatsen ook verschrikkelijk wreed zijn.
Je kunt je niet zoals bij voetbal of hockey verschuilen achter een teamgenoot.
“Schaatsen is alles wat ik ken. Opgegroeid in Madison, waar de winters erg koud zijn, stond ik al met drie jaar op de schaats. Maar ik denk niet dat achtergrond ertoe doet in de sport. In business evenmin trouwens. In zaken en topsport moet je vooral willen en houden van wat je aan het doen bent. Natuurlijk, je moet wel research doen en te weten komen wat speelt in het veld. Maar dan komt het erop aan dat je je ook daadwerkelijk gaat toeleggen op hetgeen je ambieert. Ik heb in mijn leven zo eigenlijk altijd gekregen wat ik wilde, terwijl sommige mensen misschien veel meer talent hadden.”
CV Peter Mueller
1954 > geboren in Madison, Wisconsin (VS)
1976 > olympisch schaatskam-pioen 100 meter Innsbruck
1980 -1995 > bondscoach Oostenrijk, VS, Duitsland en Frankrijk. Coach Dan Jansen en Bonnie Blair
1996 > bondscoach KNSB-sprintploeg. Successen met Jan Bos, Gianni Romme en Marianne Timmer
1999 > trainer SpaarSelect
2002 > trainer VPZ