Een leven lang leren klinkt als een prachtige allitererende slagzin, maar in de praktijk komt er op de werkvloer nog weinig van terecht. Werknemers wereldwijd besteden gemiddeld zo’n 34 uur per persoon per jaar aan bedrijfsopleidingen en cursussen, zo blijkt uit onderzoek van de Association for Talent Development. Nauwelijks genoeg om bij te blijven in hun bestaande baan en het bereidt medewerkers zeker niet voor op de toekomst.
En dat terwijl we alle reden hebben om te denken dat dat nodig is. De komende twintig jaar zal werk een nieuwe invulling krijgen. We blijven niet meer standaard ons hele werkende leven bij hetzelfde bedrijf, banen worden (deels) geautomatiseerd. Robots die ons werk sneller en efficiënter doen, nemen banen over; het werk van bijvoorbeeld secretaresses en callcentermedewerkers is niet meer hetzelfde als pakweg tien jaar geleden.
CEO Volkmar Denner van het Duitse technologiebedrijf Bosch deed afgelopen maand een oproep aan het bedrijfsleven en de politiek: digitalisering is niet zomaar een technologisch fenomeen, het zorgt voor nieuwe vraagstukken die ons hele leven zullen veranderen. ‘Natuurlijk hoeft niet iedereen een softwarespecialist te worden, maar hoe kunnen we zoveel mogelijk mensen de mogelijkheid bieden om mee te blijven draaien in een veranderende arbeidsmarkt?’ vraagt Denner zich af op de website van het bedrijf.
Ondergeschoven kindje
Het antwoord op die vraag: ontwikkeling. Jonge, talentvolle medewerkers én de oudere medewerkers die al dertig jaar binnen het bedrijf werken en hun baan langzaam zien verdwijnen: allemaal hebben ze er baat bij dat ze worden voorbereid op een nieuwe manier van werken. Nick van Dam, partner bij McKinsey en wereldwijd verantwoordelijk voor Learning & Development, ziet bedrijven te langzaam anticiperen. ‘Ontwikkeling is nog vaak een ondergeschoven kindje. Veel leiders vragen zich af waarom ze meer moeten doen aan ontwikkeling als dat geen impact heeft op het succes van de organisatie.’
Opleidingen en cursussen zetten duidelijk niet genoeg zoden aan de dijk, ziet ook Bosch-CEO Denner. ‘Na een lange dag werken heeft niet iedere medewerker zin om nog eens in de schoolboeken te duiken. Het maakt het des te belangrijker werk en leren als één te zien.’ Van Dam sluit zich daarbij aan. ‘Als medewerkers 34 uur per jaar leren, dan blijven er nog bijna dan 1800 uur per jaar over die ze op het werk doorbrengen. Die tijd moet je effectief gebruiken.’
Leren op het werk is zeer efficiënt, zo blijkt uit onderzoek van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, verbonden aan de Universiteit Maastricht. 85 procent van de tijd die mensen op hun werk aan leerzame activiteiten besteden heeft betrekking op informeel leren. Een collega die je dingen uitlegt, vakliteratuur lezen of een nieuwe vaardigheid onder de knie krijgen: van acht uur informeel leren leer je evenveel als van een acht uur durende cursus.
Leren tijdens werk
Het voordeel van informeel leren? Kennis wordt in kleinere delen opgedaan, zodat het brein het gemakkelijker kan onthouden. Ook de vele herhalingen in dagelijkse taken maakt het gemakkelijker kennis op te slaan. ‘Bovendien is de materie direct toepasbaar in je werk. Dat is bij cursussen en opleidingen altijd nog maar de vraag’, zegt Sandra Gaarenstroom, bij financieel dienstverlener Achmea verantwoordelijk voor talentontwikkeling.
E-book Gratis e-book over feedbackcultuur
Download het gratis e-book van Persona.fit en lees over feedbackcultuur, de eyeopeners binnen een organisatie en hoe de Persona.fit methode jouw bedrijf naar een nieuwe hoogte kan leiden.
lees verderSinds 2017 ligt bij Achmea de nadruk op leren tijdens werk. ‘Als we een leven lang willen blijven leren, moeten we ons realiseren dat het ontwikkelen van medewerkers meer is dan iemand naar een opleiding sturen’, aldus Gaarenstroom. Medewerkers bij Achmea krijgen de kans om stage te lopen op een andere afdeling, dragen opgedane kennis aan elkaar over en denken zo samen na over de baan van de toekomst. ‘Veel afdelingen hebben nu al met automatisering te maken. Daar begeleiden wij zelf onze medewerkers bij.’
Als voorbeeld noemt ze de klantenservice en de financiële afdelingen van de verschillende verzekeraars die onder Achmea vallen. ‘Deze afdelingen hebben te maken met een grote mate van automatisering. Chatbots zijn steeds beter in staat om antwoord te geven op vragen van klanten, algoritmes hebben financiële data sneller uitgeplozen dan mensen ooit zullen kunnen.’ Een team van leidinggevenden die op deze afdelingen werken, ontwikkelde een programma waarmee medewerkers beter voorbereid worden op deze ontwikkelingen. ‘Nu het repetitieve werk door computers wordt gedaan, blijft moeilijker werk over voor medewerkers’, zegt Gaarenstroom. ‘De vraag is nu: welke cognitieve vaardigheden en denkwijzen moeten medewerkers ontwikkelen om het werk vol te houden?’
Dit is een verkorte versie van het artikel dat eerder verschenen is in MT Magazine. Klik hier voor een abonnement.