Nederland is de derde meest concurrerende economie in Europa. Ons land staat zesde in de Global Competitiveness Index, blijkt uit het zojuist gepubliceerde ‘The Global Competitiveness Report 2018’ van het World Economic Forum (WEF). De top 5 van deze concurrentie-index wordt gevormd door respectievelijk de VS, Singapore, Duitsland, Zwitserland en Japan.
Deze jaarlijkse graadmeter van internationaal concurrentievermogen is uitgevoerd onder 140 landen. Het Erasmus Centre for Business Innovation van de Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM), onder leiding van Prof. dr. Henk W. Volberda, is partnerinstituut van het World Economic Forum en verzamelde de gegevens voor Nederland.
Nederland heeft uitstekende instituties, blijkt uit het onderzoek, in het bijzonder als het gaat om ‘checks and balances’ (juridische onafhankelijkheid, persvrijheid, openheid van de overheid), bescherming van intellectueel eigendom, ethiek en transparantie. Professor Henk Volberda: ‘Nederland beschikt over een uitstekende voedingsbodem voor concurrentie en innovatie, een infrastructuur van wereldklasse, een gezond macro-economisch beleid, en een efficiënte overheid met goed functionerende instituties.’
Ons land heeft daarnaast een goed opgeleide beroepsbevolking en staat op het gebied van onderwijs en vaardigheden op de zesde plaats. Nederland investeert in menselijk startkapitaal als het gaat om vaardigheden van afgestudeerden, digitale vaardigheden, aanvullende trainingen en kritisch denken in het onderwijs.
De Nederlandse economie is ook zeer open en dynamisch. Na de VS en Duitsland heeft Nederland de meest dynamisch economie gekenmerkt door ruimte voor ondernemerschap waarbij het relatief gemakkelijk is nieuwe bedrijven op te zetten of te ontmantelen. Henk Volberda stelt: ‘Er zijn in Nederland steeds meer startende ondernemers die risico durven te nemen en die disruptieve technologieën en nieuwe businessmodellen omarmen. Dit heeft ertoe geleid dat de groei in Nederland steeds meer wordt gerealiseerd door nieuwe innovatieve bedrijven, ‘scale-ups’.’
Innovatie
Maar de Nederlandse economie laat in vergelijking tot ‘super innovators’ als Duitsland, Verenigde Staten en Zwitserland steken vallen op het gebied van toepassing van ICT en het innovatievermogen van bedrijven en kennisinstellingen.
Wat betreft het innovatievermogen staat Nederland op de 9e plaats en valt een groot gat met innovatie-koplopers zoals Duitsland (1e positie) en Zwitserland (3e positie). Volberda stelt dat Nederland nog steeds goed scoort als het gaat om de productie van wetenschappelijke publicaties (8e positie) en de kennisdeling tussen bedrijven onderling en samen met kennisinstellingen (5e positie). Maar de noodzakelijke private en publieke R&D investeringen (2% van het GDP, 19e positie) blijven in Nederland structureel achter.
In Israël wordt bijvoorbeeld 4.3 % van het GDP geïnvesteerd in R&D, in Zweden 3,3% en in Zwitserland 3%. Bovendien wordt in de kwaliteit en reputatie van de onderzoeksinstellingen (17e positie) in Nederland veel te weinig geïnvesteerd, wordt de diversiteit van het personeelsbestand niet optimaal benut (14e positie), en is de invloed van de Nederlandse afnemers om innovatie af te dwingen niet hoog (17e positie). Volberda: ‘Het Nederlandse topsectorenbeleid heeft zonder meer bijgedragen aan een goed innovatie-ecosysteem, maar het bestaande beleid is te veel versnipperd en gericht op behoud van de gevestigde sectoren.’
Technologie
De nieuwe technologische uitdagingen van de vierde industriële revolutie (kunstmatige intelligentie, big data, robotisering, block chain, 3D printing) vereisen volgens Volberda een meer nationaal innovatiebeleid om proactief de noodzakelijke publieke en private investeringen in deze disruptieve technologieën mogelijk te maken. ‘Dit kabinet zou meer moeten investeren in deze nieuwe technologieën en daarmee samenhangende nieuwe bedrijvigheid die de klassieke topsectoren overstijgen.’
De landen in de top 5 van de mondiale concurrentie-index zijn landen die onophoudelijk investeren in het behouden en ontwikkelen van talent en het voortdurend introduceren van hoogwaardige nieuwe producten en diensten op de markt. De VS, Singapore, Duitsland, Zwitserland en Japan behoren tot koplopers door hun eenduidige keuze voor investeringen in technologie en innovatie. Daarnaast beseffen zij dat publiek-private samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven noodzakelijk is om duurzame groei en welvaart te realiseren. Volgens het World Economic Forum zijn structurele hervormingen in de vorm van aantrekkende investeringen in talentontwikkeling, onderwijs en innovatie noodzakelijk om duurzame groei van de wereldeconomie te bewerkstelligen. Nederland zal niet hoger op de lijst komen zonder daaraan mee te doen.