Managers hebben het mooiste vak wat er is, ze moeten het alleen opnieuw ontdekken.
Doen ze dat goed, dan herwinnen ze hun maatschappelijke legitimiteit en is de kans groot dat we tijdig uit de crisis komen.
Managers krijgen van alle kanten kritiek. Ze laten hun oren hangen naar de aandeelhouder als enige stakeholder, ze zijn de menselijke maat uit het oog verloren, ze noemen zich manager maar geven geen leiding, of ze geven juist leiding aan medewerkers die zichzelf prima kunnen sturen.
Lees ook:
Managers onder vuur?
Wat u daar zelf van vindt
Frans A. J. van den Bosch, hoogleraar Management Interfaces between Organisations and Environment aan de Rotterdam School of Management, constateert dat ‘de manager’ een imagoprobleem heeft, maar hij gelooft dat dit van tijdelijke aard is. “Als managers weer gaan managen herwinnen ze hun maatschappelijke legitimiteit”, zei hij onlangs in zijn afscheidscollege aan de Erasmus Universiteit.
Doorslaan in marktwerking
Van den Bosch herkent veel in de kritiek die managers te verduren krijgen. “Managers worden gezien als een verlengstuk van de markt, als vertegenwoordigers van de aandeelhouders, mensen die vooral oog hebben voor de korte termijn. De samenleving vraagt om leiders die er ook voor de werknemers zitten en mensen een toekomst bieden. In de huidige tijd is dat logisch, maar je moet ook kijken waar die financiële rol van de manager vandaan komt. In de jaren ’60 en ’70 waren de meeste bedrijven enorm bureaucratisch. We hadden toen behoefte aan meer marktwerking binnen ondernemingen. Die marktwerking is er gekomen en dat is goed. We zijn er alleen in doorgeslagen.”
“We”, zegt Van den Bosch, want hij trekt het zich deels persoonlijk aan. “We zijn in het onderwijs tegemoetgekomen aan de vraag om meer
7 redenen waarom u deugt
marktwerking. Maar als wetenschappers hadden we misschien alerter moeten zijn en eerder moeten inzien dat marktwerking niet zaligmakend is.” Van den Bosch is ervan overtuigd dat het korte termijndenken gaat verdwijnen. “Ik heb jaren zitten wachten op de onderneming die stopt met kwartaalrapportages. Ik ben blij dat Unilever daar inmiddels van is afgestapt, en naar de lange termijn is gaan kijken. Het is een trend. De wal gaat het schip keren. Ondernemingen zijn geen financiële instrumenten. Werknemers willen een stuk levensvervulling in hun werk zien, en hun creativiteit kwijt kunnen.”
Managementmodel als concurrentiewapen
De rol van de manager als vertegenwoordiger van alleen de aandeelhouder, is dus uitgespeeld, concludeert Van den Bosch. “We moeten niet praten over managers maar over managementmodellen: de manier waarop je taken in een onderneming verdeelt. Nu is management per definitie een kwestie van hierarchie. Dat is niet nodig. Je moet kijken waar en door wie de leidingevende taken het beste kunnen worden uitgevoerd. Aan dat model kun je knutselen tot het optimaal werkt. Dat gebeurt veel te weinig. Iedereen gebruikt dezelfde marketingbureaus, dezelfde consultants, dezelfde software. Ik hoor managers vaak zeggen ‘mijn organisatie staat als een huis’. Dan zie je dus niet waar verbeteringen mogelijk zijn. De taak van een manager is juist om te blijven zoeken naar een nog effectiever model. Dát is je kracht ten opzichte van de concurrentie.”
Tip voor managers
Managers worden de nieuwe helden
“Je organisatie is nooit ‘klaar’. Analyseer problemen en ga aan de slag met het (opnieuw) verdelen van managementtaken over je mensen. Dát is de rol van de manager, daar kun je dag en nacht mee bezig zijn. Je managementmodel is je concurrentiewapen. Je concurrenten moeten bij jou komen kijken hoe je het doet. Daar kun je dan terecht apetrots op zijn!”
> Lees ook wat Van den Bosch in MT6 over managers zegt
Lees ook:
- Stop de crisis, denk Rijnlands
- Goed leiderschap loont
- Drie bestuursmodellen
- Gebrek aan charisma heeft voordelen