Arthur Martinez, de Amerikaanse voorzitter van de Raad van Commissarissen ABN Amro is geen voorstander van het Nederlands two tier model. Om de tekortkomingen van het bestuursmodel te ondervangen koos hij "een heel on-Nederlandse oplossing", zegt hij in het Financieele Dagblad.
Als voorzitter van de Raad van Commissarissen hield Martinez toezicht op Rijkman Groenink en zijn Raad van Bestuur. En dat in een organisatievorm die niet de zijne is. Sterker nog: "Toen ik (anderhalf jaar geleden, az) aantrad was mijn persoonlijke doelstelling om te zorgen dat de commissarissen van ABN Amro meer gingen werken als een Amerikaans bestuur – dichter op het bedrijf, met meer contact met mensen op lagere managementniveaus. Het idee dat afstand goed is, is niet van deze tijd."
On-Nederlands
In de turbulentie van opdringerige aandeelhouders, de afgeblazen fusiegesprekken met ING en de biedingstrijd voelde het two tier als een handicap. "We hebben een heel on-Nederlandse oplossing gekozen door binnen de raad van commissarissen een transactiecomité op te zetten, dat sturing gaf aan de dagelijkse onderhandelingen. We hadden dagelijks contact, regelmatige besprekingen onze eigen adviseurs en toegang tot de adviseurs van de raad van bestuur." Allemaal elementen die in een one tier model vanzelfsprekend zijn.
Vertrouwensenquête
Binnen de top 200 van dé Bank rommelde het al langer. Martinez signaleerde dat na een vertrouwensenquête onder die groep hoge managers. "De klacht luidde dat de bestuurders onvoldoende met één mond spraken en er leken verschillende agenda's te bestaan." In feite nog een argument voor het Angelsaksische one tier. De non executive boardmembers hebben daar direct contact mee. Een enquête was dan misschien niet nodig geweest. Want zo zegt Martinez: "Het signaleren van het probleem was het begin van de oplossing."
