De fiscale bijtelling voor de auto van de zaak verloopt sinds 1 januari via de loonbelasting. Autofabrikanten stunten daarom met uitgeklede versies, speciaal voor de leasemarkt. De business edition rukt op. “Je kunt een auto ook optisch in prijs verlagen.”
Fiat staat met de Croma te boek als bedenker van de busines edition. En nee, dat was niet met de huidige editie van de Croma. Fiat verzon het fenomeen ergens aan het einde van de jaren tachtig. Niet veel later kwam Alfa – uit hetzelfde huis als Fiat – met een soortgelijke zakelijke uitvoering van de Alfa 164, terwijl Volvo snel volgde met de Polar-edities. Inmiddels hebben veel merken een zakenuitvoering van een bepaald model.
Het verschijnsel business edition is dus zeker niet nieuw. De belangrijkste reden dat er dit jaar opeens zoveel publiciteit over dit soort auto’s is, heeft vooral te maken met de verandering in de fiscale wetgeving sinds 1 januari. De bijtelling van de auto van de zaak wordt nu elke maand afgerekend via de loonbelasting en niet meer één keer per jaar bij de inkomstenbelasting. En dat is even wennen. “Het schijnt een cultuurschok te zijn dat je nu elke maand ziet wat een auto van de zaak kost in plaats van één keer per jaar”, zegt Diane Kilian van Mercedes-Benz.
Foefje
In de aard van de zaak is een business edition een foefje om een auto zo laag geprijsd als mogelijk te kunnen aanbieden. Immers, een schappelijke catalogusprijs zorgt voor een zo laag mogelijke bijtelling en dat telt zwaar met de nieuwe manier van aftikken. In het jargon van de leasebranche wordt dit netto pricing genoemd. René van der Horst, directeur van VDH Lease Advies, legt uit hoe dat in de praktijk uitwerkt: “De korting die een leasemaatschappij normaal gesproken krijgt – deze ligt gemiddeld tussen de zes en tien procent – wordt uit de prijs van de auto gehaald, waardoor de catalogusprijs verlaagd wordt met ongeveer het kortingspercentage. Omwille van de marketing wordt de business-versie daarna meestal aangekleed met opties, om te voorkomen dat de auto wordt verward met een ‘instapmodel’. De leasemaatschappij berekent de korting vervolgens door in de afschrijving, waardoor de korting via een omweg toch wordt gegeven. Het leasetarief verandert ook niet. Het is puur schuiven met kortingen dat in het voordeel van de automobilist uitvalt, terwijl niemand pijn lijdt”.
Jacques Geijsen, pr-manager bij Volkswagen, zegt dat nog een ander argument meespeelt bij de uiteindelijke prijs van de zakelijk ingezette auto. “Een belangrijk verschil tussen een particuliere en een zakelijke automobilist, is dat de zakelijk rijder normaal gesproken geen auto inruilt. Die heeft daardoor een andere onderhandelingspositie over de catalogusprijs en mogelijke opties.”
In de aard van de zaak is een business edition een foefje om een auto zo laag geprijsd als mogelijk te kunnen aanbieden. Immers, een schappelijke catalogusprijs zorgt voor een zo laag mogelijke bijtelling en dat telt zwaar met de nieuwe manier van aftikken. In het jargon van de leasebranche wordt dit netto pricing genoemd. René van der Horst, directeur van VDH Lease Advies, legt uit hoe dat in de praktijk uitwerkt: “De korting die een leasemaatschappij normaal gesproken krijgt – deze ligt gemiddeld tussen de zes en tien procent – wordt uit de prijs van de auto gehaald, waardoor de catalogusprijs verlaagd wordt met ongeveer het kortingspercentage. Omwille van de marketing wordt de business-versie daarna meestal aangekleed met opties, om te voorkomen dat de auto wordt verward met een ‘instapmodel’. De leasemaatschappij berekent de korting vervolgens door in de afschrijving, waardoor de korting via een omweg toch wordt gegeven. Het leasetarief verandert ook niet. Het is puur schuiven met kortingen dat in het voordeel van de automobilist uitvalt, terwijl niemand pijn lijdt”.
Jacques Geijsen, pr-manager bij Volkswagen, zegt dat nog een ander argument meespeelt bij de uiteindelijke prijs van de zakelijk ingezette auto. “Een belangrijk verschil tussen een particuliere en een zakelijke automobilist, is dat de zakelijk rijder normaal gesproken geen auto inruilt. Die heeft daardoor een andere onderhandelingspositie over de catalogusprijs en mogelijke opties.”
Twee soorten
Er wordt doorgaans gesproken over business edition, maar feitelijk is er sprake van twee varianten. In het eerste geval wordt een auto met kunstgrepen in prijs verlaagd, zodat deze voor iemand die zich een wagen van dat merk normaal gesproken niet kan veroorloven, toch binnen handbereik komt. In het tweede geval is de auto juist bewust uitgebreid.
Onder meer Mercedes-Benz zit op het eerste spoor. Het prestigieuze Duitse merk heeft zich tot nu verre gehouden van het fenomeen business edition, maar gaat in de zomer overstag. Over prijzen en uitvoeringen is nog niks bekend, maar dat er puur voor de zakelijke markt een aantrekkelijk geprijsde Mercedes-Benz komt, staat vast. Pr-manager van Mercedes-Benz Diane Kilian: “Zowel optisch als mechanisch kun je een auto in prijs verlagen. Eén manier is door middel van een chip het aantal pk’s in een motor te verlagen, waardoor de auto in een lagere prijsklasse terechtkomt. Daarnaast kun je een aantal zogeheten dealer fitted options weglaten, bijvoorbeeld een geïntegreerd navigatiesysteem. De catalogusprijs wordt daardoor ook lager.”
Een merk als Volvo gooit het over een andere boeg. Huib de Vries, pr-manager van Volvo, licht toe: “Wij verstaan onder een business edition een auto met een aantal opties, die we via netto pricing als speciale editie op de markt brengen. De zakelijke rjiders beschikt dan over een complete auto, tegen een relatief lage catalogusprijs. Ja, het slaat absoluut aan. Wij hebben twee uitvoeringen, een luxe ‘edition 1’ en een heel luxe ‘edition 2’ en vooral de vraag naar de tweede uitvoering is groot.” Jacques Geijsen van VW bevestigt dit. “Wij bieden een Passat Business aan en daar zit bijvoorbeeld standaard airco in. Bij leaserijders is dat een populair model. Zakelijke rijders willen comfort.”
Er wordt doorgaans gesproken over business edition, maar feitelijk is er sprake van twee varianten. In het eerste geval wordt een auto met kunstgrepen in prijs verlaagd, zodat deze voor iemand die zich een wagen van dat merk normaal gesproken niet kan veroorloven, toch binnen handbereik komt. In het tweede geval is de auto juist bewust uitgebreid.
Onder meer Mercedes-Benz zit op het eerste spoor. Het prestigieuze Duitse merk heeft zich tot nu verre gehouden van het fenomeen business edition, maar gaat in de zomer overstag. Over prijzen en uitvoeringen is nog niks bekend, maar dat er puur voor de zakelijke markt een aantrekkelijk geprijsde Mercedes-Benz komt, staat vast. Pr-manager van Mercedes-Benz Diane Kilian: “Zowel optisch als mechanisch kun je een auto in prijs verlagen. Eén manier is door middel van een chip het aantal pk’s in een motor te verlagen, waardoor de auto in een lagere prijsklasse terechtkomt. Daarnaast kun je een aantal zogeheten dealer fitted options weglaten, bijvoorbeeld een geïntegreerd navigatiesysteem. De catalogusprijs wordt daardoor ook lager.”
Een merk als Volvo gooit het over een andere boeg. Huib de Vries, pr-manager van Volvo, licht toe: “Wij verstaan onder een business edition een auto met een aantal opties, die we via netto pricing als speciale editie op de markt brengen. De zakelijke rjiders beschikt dan over een complete auto, tegen een relatief lage catalogusprijs. Ja, het slaat absoluut aan. Wij hebben twee uitvoeringen, een luxe ‘edition 1’ en een heel luxe ‘edition 2’ en vooral de vraag naar de tweede uitvoering is groot.” Jacques Geijsen van VW bevestigt dit. “Wij bieden een Passat Business aan en daar zit bijvoorbeeld standaard airco in. Bij leaserijders is dat een populair model. Zakelijke rijders willen comfort.”
Upgraden
Volgens Peter Kerstens, manager object costing en ordening services bij Leaseplan (een van de grootste leasemaatschappijen in Nederland), is de keus voor de te volgen strategie vooral afhankelijk van het soort zakenauto. “Merken die zakken met hun prijsniveaus willen een auto aanbieden met een vooraf bepaalde instapprijs. Maar merken die upgraden willen juist een rijk uitgeruste auto verkopen tegen de scherpst mogelijke prijs. Dat laatste zie je vooral bij auto’s die niet voor het management of de directie zijn. Zeg maar de auto’s voor de buitendienstmedewerkers.”
Kerstens merkt vooral bij auto’s in de lagere zakelijke regionen dat steeds sterker op de prijs wordt gelet, zowel van de auto zelf als van opties. “Je ziet steeds vaker dat een bedrijf voor een bepaalde auto een hele tree lager instapt. Dan worden het VW Polo’s in plaats van Golfs. Dat scheelt aanzienlijk in de kosten van het wagenpark. Verder wordt steeds beter gelet op opties die ook achteraf worden ingebouwd. Een geïntegreerd navigatiesysteem kan wel heel mooi zijn, maar je ziet steeds vaker dat wordt gekozen voor een veel goedkoper systeem dat later wordt gemonteerd. Dat werkt net zo goed, maar scheelt vaak honderden euro’s.”
Volgens Peter Kerstens, manager object costing en ordening services bij Leaseplan (een van de grootste leasemaatschappijen in Nederland), is de keus voor de te volgen strategie vooral afhankelijk van het soort zakenauto. “Merken die zakken met hun prijsniveaus willen een auto aanbieden met een vooraf bepaalde instapprijs. Maar merken die upgraden willen juist een rijk uitgeruste auto verkopen tegen de scherpst mogelijke prijs. Dat laatste zie je vooral bij auto’s die niet voor het management of de directie zijn. Zeg maar de auto’s voor de buitendienstmedewerkers.”
Kerstens merkt vooral bij auto’s in de lagere zakelijke regionen dat steeds sterker op de prijs wordt gelet, zowel van de auto zelf als van opties. “Je ziet steeds vaker dat een bedrijf voor een bepaalde auto een hele tree lager instapt. Dan worden het VW Polo’s in plaats van Golfs. Dat scheelt aanzienlijk in de kosten van het wagenpark. Verder wordt steeds beter gelet op opties die ook achteraf worden ingebouwd. Een geïntegreerd navigatiesysteem kan wel heel mooi zijn, maar je ziet steeds vaker dat wordt gekozen voor een veel goedkoper systeem dat later wordt gemonteerd. Dat werkt net zo goed, maar scheelt vaak honderden euro’s.”
Achteraf monteren, of toch niet?
De catalogusprijs van een auto wordt vastgesteld op het moment dat de Rijksdienst voor wegverkeer (RDW) een kenteken toekent aan de auto. Alles wat dan aan, op of in de auto zit, telt voor de prijs mee. Het lijkt dus aantrekkelijk om een auto zo kaal mogelijk te laten registreren en daarna alsnog aan te kleden. Maar zo simpel is het niet. Er zijn namelijk accessoires waar je amper of helemaal niet op afschrijft. Een auto met automatische versnellingsbak, metallic lak, airco of geïntegreerd navigatiesysteem levert aan het einde van de leasetermijn meer op dan dezelfde auto met dezelfde kilometerstand zonder luxe. De afschrijving is daarmee ongeveer dezelfde. En omdat afschrijving voor een belangrijk deel de leaseprijs bepaalt, schiet je er dus niks mee op.
De catalogusprijs van een auto wordt vastgesteld op het moment dat de Rijksdienst voor wegverkeer (RDW) een kenteken toekent aan de auto. Alles wat dan aan, op of in de auto zit, telt voor de prijs mee. Het lijkt dus aantrekkelijk om een auto zo kaal mogelijk te laten registreren en daarna alsnog aan te kleden. Maar zo simpel is het niet. Er zijn namelijk accessoires waar je amper of helemaal niet op afschrijft. Een auto met automatische versnellingsbak, metallic lak, airco of geïntegreerd navigatiesysteem levert aan het einde van de leasetermijn meer op dan dezelfde auto met dezelfde kilometerstand zonder luxe. De afschrijving is daarmee ongeveer dezelfde. En omdat afschrijving voor een belangrijk deel de leaseprijs bepaalt, schiet je er dus niks mee op.
