Tien jaar na hun studie hebben ze hun ambitie gerealiseerd. Ze zitten hoog in de organisatie en verdienen veel geld. Maar dan? Vier portretten van dertigers die snel carrière maakten.
Goudhaantjes worden ze genoemd. Rond de dertig, hoogopgeleid, een jaar of zeven werkervaring en een functie aan de top. Door de krapte op de arbeidsmarkt kunnen ze overal aan de slag en maken ze in rap tempo carrière. Ze deinzen nergens voor terug en grijpen elke nieuwe kans aan. Daarmee ziet hun loopbaan er totaal anders uit dan die van hun, zeg, tien jaar oudere collega's. Die begonnen als sales assistant en eindigen twintig jaar later als commercieel directeur. De goudhaantjes zitten al na zeven jaar op hun plek.
“Ik noem ze de eager beavers,” zegt directeur Marjan van Lier van coachingbureau Carnac. “Het zijn mensen die zich ongelofelijk vastbijten in een uitdaging. Ze zijn zeer bijdehand, gaan altijd voor de tien en beschikken over een grote sociale intelligentie waardoor ze zich bij velen geliefd maken.”
KPMG Ebbinge deed onderzoek naar deze groep. Een profielschets van de goudhaantjes toont aan dat ze bijna allemaal man zijn (91 procent), een of meer academische opleidingen achter de rug hebben (85 procent) en zich al tijdens hun studie wisten te profileren. Welke richtingen zijn de basis voor succes? Ruim de helft heeft een economische studie gevolgd, een derde heeft een technische achtergrond en 8 procent een juridische basis. Tijdens hun studie zat het er al in: 30 procent is geslaagd met een gemiddeld eindcijfer tussen de 8 en 9; 6 procent behaalde zelfs een 9 of 10.
Zo'n zeven jaar na het afstuderen werkt bijna de helft in een groot bedrijf, met meer dan vijfduizend werknemers, in een algemene managementfunctie, in een – vaste – fulltime baan. En bijna de helft heeft gewerkt in het buitenland. Op dat moment hebben ze gemiddeld drie werkgevers gehad. Om geld zit deze groep niet verlegen. Een topper verdient gemiddeld 88.000 euro. Daar staan dan wel werkweken van ruim vijftig uur tegenover. “Het zijn mensen met veel ambitie die heel veel over hebben voor hun carrière,” zegt Lutgarde Liezenberg, manager MD-consulting en assessment van KPMG Ebbinge.
Geld genoeg, maar de grootste drijfveer om te werken, is intellectuele groei. Liezenberg: “Als jonge hond willen ze alle mogelijke kennis tot zich kunnen nemen.” Anders dan bij de andere generaties gaat het hen niet om meer, meer, meer. Wil een goudhaantje luxe, dan bedingt hij een hoger salaris dan wanneer hij een sober leven verkiest.
Verslavende druk
Maar wat als je na zeven jaar bent waar je wezen wilt? Uitgaande van een pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar betekent dat dat 'eager beavers' nog minstens dertig jaar voor de boeg hebben. Veel van deze mensen krijgen te maken met een vervroegde midlifecrisis, zegt Jan Jacobs, directeur van FunktieMediair, een bureau voor onder andere loopbaanbegeleiding. “Waar veertigers zich gaan afvragen of dit het nu allemaal is, stellen dertigers zich de vraag: wat wil ik eigenlijk? Hun leven is in zo'n sneltreinvaart gegaan dat ze nooit een echte keuze hebben hoeven maken.”
In de traditionele situatie kijkt Jacobs bij bemiddeling van kandidaten naar drie elementen. Eén: heeft iemand de juiste papieren (opleiding en werkervaring), twee: past die persoon bij het bedrijf, drie: waar liggen zijn of haar ambities. Bij de dertigers die nu al zo hoog in de organisatie zitten, is de aandacht voor het derde punt onevenredig hoog. “Waar staan ze nu en waar over vijf jaar? Wat zijn hun drijfveren om te werken? Het zijn vragen die een werknemer normaal gesproken aan zichzelf stelt, maar waar zij nooit over hebben hoeven nadenken omdat het balletje toch wel rolde.”
Jacobs noemt het een luxeprobleem, en zo zien de toppers het zelf ook. Althans, degenen met wie het goed gaat. Maar niet met alle eager beavers gaat het goed. Bij Carnac kloppen steeds vaker dertigers aan die vastlopen. Van Lier: “Het grootste probleem is dat ze zichzelf zijn kwijtgeraakt. Ze hebben zich al die tijd zo geïdentificeerd met hun loopbaan. Ook omdat ze zeer loyaal zijn aan hun werkgever. Er komen mensen bij mij die met gemak voor tweehonderd collega's in de bres springen, en zelf zes sessies nodig hebben om zichzelf weer te leren kennen. Die mensen dachten altijd dat ze alle vrijheid hadden, maar in feite zitten ze gevangen.” Dat het zo ver kan komen, verbaast haar niet. “De druk is heel verslavend. Je hebt grote verantwoordelijkheden en mensen kijken naar je op.”
Van Lier beschouwt het als een fenomeen van de nieuwe tijd. “De rol van de medewerker in de organisatie is veranderd. Waren jongeren eerder een onderdeel van het proces, nu zijn het de instrumenten van de organisatie. De oude tijd komt niet meer terug.”
Roland van der Vorst (33)
Managing partner FHV/BBDO
'Mijn angst is dat ik me ga hechten aan dit leven'
Niemand had kunnen bedenken dat Roland van der Vorst het zo snel zo ver zou schoppen. “Ik kreeg het schooladvies mavo. Mijn ouders wisten me met veel moeite toch op een scholengemeenschap geplaatst te krijgen. Met gemak heb ik gymnasium gehaald. Ook voor mijn twee studies bedrijfskunde en communicatiewetenschap heb ik zelden hard hoeven werken.”
Vijf jaar geleden werd Van der Vorst gevraagd als research executive bij reclame- en marketingbureau FHV/BBDO. Een half jaar later werd hij manager en een jaar daarna kreeg hij de verantwoordelijke functie van strategy director, waarbij hij zelfstandig klanten van merkstrategisch advies moest voorzien. Drie jaar later werd hij een van de vijftien partners van het bureau en sinds een jaar heeft Van der Vorst met nog drie anderen zitting in het managementteam. Nooit eerder bij FHV maakte iemand zo snel carrière.
“Zelf stond ik daar helemaal niet bij stil. Ik dacht wel: wauh. Maar het ging heel natuurlijk. Tja, en dat je dan plotseling leiding geeft aan mensen met veel meer ervaring, dat doet wel beroep op je emotionele intelligentie. Ik heb nooit gemerkt dat ze zeiden, wat een jong jochie op zo'n positie. Ik ben inhoudelijk sterk en kon daardoor altijd veel toegevoegde waarde leveren.”
Voor zijn laatste promotie ligt dat anders. Zelf ervaart hij die stap als de grootste tot nu toe. “Er is een wezenlijk verschil tussen zelf goed willen zijn en anderen goed laten zijn. Nu ben ik manager en moet ik een klimaat scheppen waarin andere mensen kunnen groeien. Dat is een bijna karakterologische verandering.”
Dat hij nu in de top van Nederlands grootste merkenbureau zit, een aanzienlijk salaris verdient en een dure auto rijdt, is eigenlijk nog altijd wennen. “Ik zie mijn carrière vooral als inhoudelijke ontplooiing, meer dan een hiërarchische stap. Geld is geen drijfveer, anders was ik nooit aio geworden. Al merk ik dat ik me de laatste tijd wel meer voor auto's ben gaan interesseren. Het is een zekere angst van mij, dat ik me ga hechten aan het leven dat ik nu heb en dat het mijn ontwikkeling in de weg gaat staan. Misschien dat ik daarom ook de behoefte heb om mijn proefschrift af te maken. Het overleg met mijn professor houdt me met beide benen op de grond.”
Het grootste bureau, de grootste klanten, de hoogste positie. Wat nu? “Dat houdt me wel bezig. Iemand zei tegen mij: je maakt een vervroegde midlifecrisis door. Binnen de bureauwereld zit ik aan de top. Al kan ik in het verspreiden van mijn gedachtegoed nog verder groeien. Vreemd is het dat alles tot nu toe vanzelf liep – het inhoudelijke bracht me verder – maar dat ik toekomstige keuzen meer zal moeten afdwingen. Het is een veilig idee dat ik altijd weer de inhoudelijke kant van het vak kan oppakken. Op den duur denk ik dat ik wel weer zal teruggaan naar de universitaire wereld en dat ga combineren met een adviseursfunctie.”
Suredj Autar (31)
Vice president Schiphol Group
'Ik wil leren dat een zeven ook voldoende is'
“Als ik vroeger van een tentamen terugkwam, werd me niet gevraagd of ik geslaagd was, maar of ik een negen of een tien had gehaald.” Suredj Autar vermoedt dat zijn enorme prestatiedrang toen is geboren.
In zijn functie van vice-president business development werkt Autar direct onder de raad van bestuur en is verantwoordelijk voor de algehele commerciële beleidsvorming en de ontwikkeling van de locatie Schiphol. Bestuurslid Marike van Lier-Lels is zijn coach. “Mijn ambitie na mijn afstuderen was om op mijn dertigste leiding te geven aan een unit. Maar op dat niveau zat ik al toen ik 26 was.”
Autar deed werktuigbouwkunde in Delft en sloot die studie af met 11 tienen. Halverwege zijn vervolgstudie – economie in Rotterdam – werd hij benaderd door Schiphol voor een traineeship. Zijn carrière raakte in een stroomversnelling toen hij enkele jaren later een aanbieding kreeg van een groot consultancybureau. Bij de luchthaven raakten ze in paniek en boden de toen 24-jarige een mba aan en een internationale functie. “Ik wist niet wat me overkwam. Ik heb gezegd dat ze helemaal gek waren.” In zeven jaar tijd stootte Autar door naar de top van Schiphol. Een wonderkind? “Ik heb een duidelijke focus, ben ambitieus én heb veel geluk gehad. Ik ben iemand die dingen naar zich toetrekt, maar 60 procent van de tijd is het me gewoon overkomen.”
Dat hij het op 31-jarige leeftijd zo ver heeft geschopt, ziet hij als een groot voordeel. “Ik ben iemand die snel gemangeld wil worden. Op mijn 35e wil ik de belangrijkste ontwikkeling achter de rug hebben. Dan wil ik meer geduld hebben en leren dat een 7 soms ook voldoende is.”
Succes heeft een keerzijde, realiseert Autar zich. Tot een jaar geleden werkte ik tachtig uur per week. Eén avond at ik thuis. Nu zijn dat er vier. Ik probeer een betere balans in mijn leven te vinden. Naast hard werken, wil ik me ook op sociaal vlak ontplooien. Ik sport veel, zit in een aantal besturen, en wil misschien cursussen gaan geven op een universiteit.”
Geld speelt niet de belangrijkste rol. “Toen ik voor deze functie werd gevraagd, vroegen ze wat ik wilde verdienen. Ik zei: dat kan me niet schelen, als ik maar de kans krijg van deze functie te maken wat ik wil. Ik verdien meer dan mijn vrouw en ik kunnen opmaken. Al kan mijn vrouw er aardig wat van.”
Vorig jaar kreeg hij drie aanbiedingen, dit jaar waren het er al twee. Die heeft hij bekeken en afgeslagen. “Ik krijg nu de kans om heel jong bekend te raken met het werkterrein van een strategische staf. Dat is geweldig. Uiteindelijk ben ik iemand die zijn stempel ergens op wil drukken. Daarom hoop ik dat mijn volgende baan een zware lijnfunctie met eindverantwoordelijkheid zal zijn. Hoe ik nog dertig jaar zinvol ga invullen? Dat is lastig. Maar daar denk ik niet over na. Dat zien we dan wel weer. Ik voel me vooral heel gelukkig. Uiteindelijk wil ik wel bestuursvoorzitter worden.”
Erik van Markus (34)
Strategic sales director Benelux Carlson Wagonlit
'Ik ben nooit superambitieus geweest'
“Ik had tien jaar geleden absoluut niet kunnen voorzien dat ik nu op dit niveau zou zitten. Ik kwam op de arbeidsmarkt in een tijd dat het helemaal niet goed ging met de economie. Ik kon maar met pijn en moeite een stageplaats vinden.” Erik van Markus is strategic sales director Benelux en sinds een jaar lid van het managementteam van Carlson Wagonlit Nederland.
Van Markus' doel was om tegen zijn pensioen commercieel eindverantwoordelijk te zijn. Die positie bekleedt hij nu. “Ik ben nooit superambitieus geweest, maar telkens als ik iets had bereikt, besloot ik toch maar een stap hoger te gaan. Kennelijk zijn mijn ambities toch groter dan ik zelf denk.” Zijn snelle carrière schrijft hij toe aan het ontmoeten van de juiste mensen op het juiste moment. Ook werkte hij steeds in organisaties met een platte structuur. “Als je daar boven het maaiveld uitkomt, kun je snel naar de top.”
Vooral de laatste stap naar het managementteam vond hij groot. “Ik heb zeker een jaar nodig gehad om te wennen. Je weet nog niet hoe de spelregels zijn en met beperkte ervaring moet je strategische beslissingen nemen. Mijn kennis bestrijkt vooral mijn vakgebied, de sales, maar in het managementteam beslis je over de disciplines heen. Discussies over bijvoorbeeld IT-beleid en personeelszaken moet ik toch veelal op gevoel voeren. Mijn mede-leden hebben allemaal verschillende rollen in uiteenlopende organisaties bekleed. Ik heb alleen nog maar bij Randstad gewerkt.”
Zijn jonge leeftijd heeft hij nooit als een probleem ervaren. Wel is de druk om te presteren groot. “Het houdt me dag en nacht bezig. De groeidoelstellingen zijn hoog en de concurrentie is zwaar. Maar dat went.”
In de huidige branche zit Van Markus aan zijn top. Wat nu? Hij denkt er regelmatig over na. Maar zijn verdere loopbaan concreet uittekenen, is lastig. “Hier wil ik nog zeker twee jaar blijven. Daarna wil ik drie maanden sabbatical – mijn weekenden zijn nu wel heel kort. En op mijn 55e wil ik stoppen met werken. Als ik verder wil komen, zal ik een mba moeten volgen. Om stevig onderbouwde beslissingen te kunnen nemen, heb ik voor mijn gevoel een bredere basis nodig. Een deel van mijn succes is mijn kennis van deze branche. Vraag is of ik dit ook elders kan.”
Dat hij het op deze leeftijd zover heeft geschopt, vindt hij vooral een luxeprobleem. “Ik heb het er weinig met familie en vrienden over. Ik zeg altijd dat ik in de sales werk. Valse bescheidenheid, denk ik. Met oud-collega's praat ik er wel eens over. Ik ben inderdaad een uitzondering. Gelukkig doet mijn vriendin iets heel anders, zij werkt in de biologische gewasbestrijding.”
Jeroen Kok (35)
Managing director Trans Link Systems
'Ik ben slim genoeg om hele slimme mensen te begrijpen'
“Toen ik laatst een oud-klasgenoot van de middelbare school tegenkwam, grapte hij: ben je nog geen minister geworden?” vertelt Jeroen Kok. Hij is managing director van Trans Link Systems, dat in december 2001 door de vijf grootste Nederlandse vervoerbedrijven, waaronder NS, werd opgericht als opdrachtgever voor een nieuwe generatie vervoerbewijzen.
Vorig jaar werd hij voor deze functie gevraagd door de OV-directies, onder andere Hans Huisinga. De voormalige NS-topman kende hij uit zijn vorige baan als directeur bereikbaarheidsoffensief van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Daarvoor was Kok, die algemene economie studeerde in Amsterdam, verantwoordelijk voor de vervoersaanbesteding van de HSL-Zuid voor datzelfde ministerie.
Geluk of talent? “Ik ben geen whizzkid. Maar ik ben slim genoeg om hele slimme mensen te begrijpen. En ik heb de mazzel gehad dat ik mensen tegenkwam die mijn kwaliteiten zagen en me de kans gaven voor de troepen te gaan staan.” Degenen die hem in het diepe hebben gegooid, is hij naar eigen zeggen zeer veel verschuldigd. “Tot je 35e kun je veel leren. Daarna wordt dat toch een stuk minder.”
Waar anderen de regie van hun carrière nog wel eens verliezen, zegt Kok altijd bewust zijn eigen keuzen te hebben gemaakt. “Ik heb altijd gekeken waar ik echt voor wil gaan. En dat is een plek waar ik een deuk in een pakje boter kan slaan.” Wel beseft hij dat de verleiding van geld en status groot is.
“Op mijn 26e reed ik in een zwarte Audi, toen ik op de radio een nummer van de Talking Heads hoorde: Beautiful house, beautiful wife… Ik dacht: waar ben ik mee bezig. Maar nu ben ik 35 en heb ik een mooi huis en een mooie vrouw.” Kok ziet het vooral als een kans uit duizenden. Zelf kijkt hij er niet meer echt van op. “Ik heb een aantal vrienden en kennissen die in hetzelfde schuitje zitten. Je zoekt elkaar toch op. En dan merk je dat het allemaal nog sneller, spannender en groter kan.”
Halverwege de dertig, een naar eigen zeggen “mooi salaris” en de zeggenschap over de aanbesteding van een miljoenencontract. Hoe nu verder? “Ik ben er echt geen seconde mee bezig. Laatst deed ik een case voor een internationaal management programma van mba Erasmus. Ik kwam er met zoveel energie vandaan, dat ik dacht: misschien moet ik me daar meer op gaan richten. Over twee jaar? Over tien jaar? Ik zou het echt niet weten.”