Er stonden geen grote nieuwe goeroes op en we mochten geen nieuwe Malcolm Gladwell verwelkomen. Maar toch was 2011 geen slecht boekenjaar, met enkele juweeltjes die u zeker de kerstvakantie kunnen doorhelpen. Hier volgen ze.
Steve Jobs – de biografie (Walter Isaacson)
Stel je wordt geconfronteerd met de ene na de andere tendentieuze biografie die over je verschijnt. Je wilt dat er na je dood een evenwichtig beeld van je ontstaat. Wat doe je? Je nodigt de beste biograaf uit die je kent, geeft hem alle informatie waar hij om vraagt en laat hem zonder enige restricties opschrijven wat hij wil. Het was een laatste geniale zet van Steve Jobs die ten grondslag ligt aan Steve Jobs – de biografie. Geniaal omdat een schrijver die zo behandeld wordt, zijn uiterste best zal doen om een genuanceerd beeld neer te zetten. En dat is precies wat het boek doet: Jobs leven wordt in rijk detail beschreven inclusief de eigenschappen die hem groot maakten en inclusief zijn driftbuien, doorgeschoten perfectionisme en ongevoelige botheid. Maar toch raakt de lezer zijn sympathie niet kwijt. 700 pagina’s over de ‘man van de eeuw tot nu toe’, tegelijk een boek tjokvol lessen over leiderschap en innovatie.
Adapt (Tim Harford)
In zijn nieuwe boek gaat Harford (bekend van The Undercover Economist) in op het boeiende proces van economische vernieuwing. Bedrijven vertrouwen op hun afdelingen die zich bezighouden met r&d en economisch onderzoek. Maar Harford maakt duidelijk dat de wereld veel te ingewikkeld en onvoorspelbaar is om daar met gestructureerde plannen op te reageren. ‘Adapt’ gaat om de kunst van de aanpassing: niet door te denken dat je alles kunt zien aankomen, maar door te durven experimenteren, fouten te durven maken en snel weer op te staan. Boeken van Harford zijn zo prettig om te lezen omdat hij econoom is en processen nuchter tot hun economische essenties weet terug te brengen. En hij vertelt veel boeiende verhaaltjes.
Money & Power (William D. Cohan)
In het nog niet in het Nederlands vertaalde Money & Power richt William Cohan (een voormalige zakenbankier die eerder geruchtmakende boeken schreef over Lazard Frères en Bear Stearns) zijn pijlen op Goldman Sachs. Lezers die hoopten dat diep in het internationale bankwezen toch nog een warm kloppend hart te vinden was, raken hun laatste optimisme kwijt. Goldman is de machtigste bank ter wereld en in het boek wordt beschreven hoe ze haar macht danig misbruikt, onder meer door klanten tegen elkaar uit te spelen en het in de strijd gooien van de politieke connecties. Wederom een lijvig boek (650 pagina’s) waarin de historie van Goldman Sachs in veel detail wordt beschreven. De meeste lezers zullen de laatste 10 jaar, met onder meer de dubieuze rol van de bank in de hypothekencrisis, het interessantst vinden.
De wil tot welvaart (Grand Pursuit; Sylvia Nasar)
Na het pessimisme van de bankensector is het tijd voor een optimistisch verhaal. De Engelse biograaf Nasar hinkelt door de economie van 1840 tot nu en beschrijft de bijdrage van de geniale mannen en vrouwen die de economische wetenschap mede vorm hebben gegeven. Het gaat haar niet om de ontwikkeling van de wetenschap zelf, maar om de invloed die deze mensen met hun werk hebben gehad. Doordat ze bij de economen (van Marx via Keynes tot Milton Friedman en Amartya Sen) laat zien met welke uitdagingen ze achtereenvolgens werden geconfronteerd en welke oplossingen ze daarvoor vonden, leest het boek als een interessante historische schets vanuit economisch oogpunt. Leesbaar en boeiend, ook voor niet-economen.
Het 3de alternatief (The 3rd Alternative; Stephen R. Covey)
Nadat Coveys beroemde 7 Habits de afgelopen jaren moesten worden toegepast op families en kinderen, en door Covey-zoons nog meer aanvullende boeken werden uitgebracht, verscheen er in 2011 eindelijk weer een ‘nieuw’ idee van het (zelf-)leiderschapsorakel uit Provo, Utah. Of eigenlijk toch niet zo nieuw, want in de 7 eigenschappen wordt al de aanzet gegeven tot de hoofdgedachte van The 3rd Alternative, namelijk dat het onder alle omstandigheden slimmer, verstandiger en vruchtbaarder is om samen te werken in plaats van ruzie te maken. Als 2 partijen met elkaar steggelen, zegt Covey, gaan ze elk proberen voor zichzelf het meeste eruit te halen. Maar ze zouden meer te winnen hebben als ze samen op zoek gaan naar hun ‘derde alternatief’, een oplossing die voor iedereen de meeste winst in zich heeft. Het klinkt als een bijna banale waarheid-als-een-koe, maar in de woorden van Covey, verlucht met vele aansprekende voorbeeld, komt de boodschap toch aan.
