Nederlandse bedrijven belonen hun werknemers steeds vaker óók flexibel. Zo'n 95 procent van de Nederlandse ondernemingen beloont winst- of prestatieafhankelijk, blijkt uit de cijfers van de Hay Group. Wat wel opvalt: het flexibele deel wordt groter. "En die trend is positief," vindt het VNO-NCW.
In 2007 steeg het aandeel flexibel tot van 7,5 tot 8,5 procent van het jaarsalaris. Nog niet schokkend veel, maar een opwaartse trend die in ieder geval door het VNO-NCW positief wordt gewaardeerd. Echter, het is nog ver verwijderd van de door de Rudi Nieuwenhoven, directeur sociale zaken van de werkgeverskoepel, gewenste verhouding ‘half-half': half vast en de andere helft prestatieafhankelijk.
Conjunctuur
Nieuwenhoven pleit ervoor "de helft van alle beloningen eenmalig en flexibel te maken. Dat maakt de loonkosten voor de werkgevers beter beheersbaar." Achtergrond van deze werkgeverswens is natuurlijk de krapte op de arbeidsmarkt en de druk op de loonkosten die dat teweeg brengt. In een hoge conjunctuur is dat goed te betalen, maar als het tij keert vreest Nieuwenhoven voor een "molensteen".
Bonus
Veruit de meest voorkomende variabele beloningsvormen zijn performance based. 89 procent van de ondernemingen beloont prestaties op korte termijn. Verder worden er veel discretionaire bonussen uitgekeerd. Deze extra beloningen zijn niet gekoppeld aan vooraf omschreven targets, maar worden toegekend naar het persoonlijk inzicht van de manager. Daarnaast kent zo'n 29 procent een winstdelingsregeling.
Loonstijging
Die opwaartse druk op de loonkosten is niet alleen de door Nieuwenhoven gevreesde toekomstige molensteen. Het is ook goed nieuws voor de persoonlijke liquiditeit. Volgens Hay ging Jan Modaal er 3,5 procent op vooruit en kregen professionals en managers er zo'n vijf procent bij. Voor volgend jaar verwacht Hay een iets hogere stijging.
Meer over dit onderwerp:
- Factor arbeid flexibel inzetten
- "Waarom betalen als iemand niet functioneert?"
- MT500 – You're fired! Of toch niet?
