Zelfontbrandende kerstverlichting en smeltende snelkokers. Staat ‘made in China’ voor gevaar, of is er sprake van een hetze tegen de spullen uit de Volksrepubliek?
De Chinezen beweren dat er in Amerika en Europa een hetze wordt gevoerd tegen hun producten. En daar kunnen ze wel eens gelijk in hebben. Natuurlijk is een deel van het speelgoed, keukengerei en kleding afkomstig uit China troep. Dat is al jaren zo. De laatste tijd liggen Chinese spullen echter onder een vergrootglas. En als je goed zoekt, vind je altijd wel wat; loodhoudende verf in de poppetjes van Mattel of sporen van formaldehyde in overhemden en broeken. Toch is de huidige mediahype buiten proportie. Als zo’n groot deel van de producten in China gemaakt wordt, is het niet gek dat ook daar de meeste missers vandaan komen. Westerse bedrijven doen ook wel eens iets fout. Zo hadden we de afgelopen jaren oververhitte batterijen in de laptops van Apple en Dell. En zat er ooit niet glas in de babyvoeding van Numico?
Het opblazen van incidenten rond Chinese producten komt sommige bedrijven en (Democratische Amerikaanse) politici goed uit. Vooral in de VS is het een extra argument voor protectionistische maatregelen. Op zijn minst moet China zijn munt devalueren, want anders… Het gaat erin als koek bij de kiezer. Die komt er overigens snel genoeg achter dat iedere maatregel die Chinese producten duurder maakt, uiteindelijk niet in zijn voordeel is.
Hogere invoerheffingen op Chinese producten of de devaluatie van de Renminbi leidt enkel tot inflatie. De consument voelt het meteen in zijn portemonnee. Banen levert dit soort maatregelen ook al niet op. Voordat westerse producenten op het dalende aanbod zouden kunnen inspelen, worden speelgoed en overhemden door Bangalezen of Vietnamezen gemaakt.