Voor de kantonrechter staat een man die een mooie carrière heeft gemaakt bij zijn voormalig werkgever. In 1993 is hij begonnen als magazijnmedewerker die nauwelijks eigen verantwoordelijkheden droeg. Een jaar later tekent hij een arbeidsovereenkomst met daarin een concurrentiebeding.
Nieuwe functie
In de loop van vijftien jaar heeft hij echter een steeds belangrijker functie gekregen en uiteindelijk werd hij hoofd inkoop. In 2008 geeft eiser samen met collega’s te kennen dat hij zijn werkgever – die inmiddels is overgenomen door een ander bedrijf – wil verlaten om een eigen onderneming op te richten. Zijn werkgever schorst hem en de arbeidsovereenkomst wordt door de kantonrechter ontbonden met toekenning van een vergoeding van € 67.052,00 bruto.
KvK
Nog datzelfde jaar schrijft eiser zijn bedrijf in bij de Kamer van Koophandel. Hij vindt niet dat zijn werkgever hem aan het in 1994 ondertekende concurrentiebeding kan houden, omdat hij de laatste jaren heel ander werk deed dan de functie waarvoor hij destijds is aangenomen. Het feit dat hij in 2006 een nieuw contract kreeg met een hoger salaris en een auto van de zaak, en daarbij de toevoeging ‘voor de rest blijft alles zoals eerder bepaald’, betekent volgens hem niet dat het beding ook in zijn nieuwe functie geldt.
Kantonrechter
De kantonrechter volgt deze redenering. Door de ingrijpende wijziging van de arbeidsverhouding, welke redelijkerwijze niet was te voorzien voor de werknemer toen deze het beding aanvaardde, is het beding aanmerkelijk zwaarder gaan drukken. De man heeft nergens anders werkervaring opgedaan dan binnen het bedrijf van zijn voormalig werkgever en de kans dat hij dus een gelijkwaardige baan kan vinden bij een andere organisatie is klein. Het concurrentiebeding wordt daarom ongeldig verklaard.