Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Cco Jumbo: ‘Na elke overname werd onze formule sterker’

Jumbo veranderde in 12 jaar tijd van een klein familiebedrijf met 37 winkels in de tweede supermarktketen van Nederland, met een omzet van bijna 7 miljard euro. Nog altijd wordt het bedrijf vanuit Veghel geleid door de familie. ‘Maar grote beslissingen worden niet meer aan de keukentafel genomen.’

Colette Cloosterman-van Eerd
Foto: Maurits Giesen

Bavaria-cfo Frank Swinkels en MT-hoofdredacteur Thijs Peters, zijn richting Veghel  gereden om Colette Cloosterman-van Eerd te interviewen. Ze is de zus van  CEO Frits van Eerd en verantwoordelijk voor de winkelformules. We willen weten waar het familiebedrijf het lef vandaan haalde om de laatste jaren zoveel overnames te doen. Hoe integreer je een bedrijf dat groter is dan jezelf? Wat doet dat met je familie?

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Op het grote nieuwe hoofdkantoor hangen door het hele gebouw foto’s uit de jaren twintig van de voorloper van Jumbo, de groothandel in koloniale waren van Johan van Eerdt, de achteroom van Karel van Eerd. Jumbo mag de omvang van een multinational hebben, het is in de kern nog een familiebedrijf en laat dat ook graag zien. Zelfs vader Karel is ondanks zijn 78 jaar nog altijd actief in de zaak als voorzitter van de raad van commissarissen. Zijn drie kinderen, Colette, Frits en Monique zitten in de directie.

Denken jullie al na over de rol van de volgende generatie Van Eerd?

‘Ik ben pas vijftig. Frits en mijn zus Monique moeten nog vijftig worden. Zelfs mijn vader denkt nog niet over stoppen. En mijn oudste is 18, dus daar zijn we eigenlijk nog niet echt mee bezig. Je wilt natuurlijk wel dat het bedrijf in de familie blijft, maar de kinderen moeten het ook echt willen. En ik denk dat het goed is dat ze eerst ergens anders werken. Dat heb jij toch ook gedaan Frank, bij een bank?’

Je rugzakje vullen, noemen wij dat bij Bavaria.

‘Ja. Toen ik was afgestudeerd dacht ik “ik wil niet in de zaak”. Niet als de dochter van de baas. Niet naar Veghel. Ik heb vier jaar bij de Hema gewerkt. Daar was ik gewoon Colette.’

Nooit een kroonprinses geweest.

‘Mijn vader heeft ook nooit gezegd: jullie moeten de zaak in. Maar op een gegeven moment kreeg Hema een meer supermarktachtige benadering. En toen dacht ik, ook omdat mijn vader een beetje worstelde met zijn winkels, “dan moet het misschien toch maar”.’

Was jij als oudste de eerste die in de zaak kwam?

‘Frits zat er al in. We zijn alle drie productmanager geworden. Frits had brood, ik had vleeswaren en Monique had kaas. Elke week moesten we in een kamer aan mijn vader vertellen wat voor bijdrage we hadden geleverd aan de omzet. Na een paar jaar ging Frits Jumbo leiden en ben ik marketing gaan doen. In begin was ik folders aan het maken. De bloemkool of de prei in de aanbieding, wat is beter? Al snel kwam ik tot de conclusie: daar gaan we de oorlog niet mee winnen. We moeten een winkel neerzetten waar je echt naartoe wilt gaan. We hebben toen aan de keukentafel de 7 zekerheden verzonnen. Veel service, lage prijzen, geen wachtrijen. Naast marketing heb ik ook nog een tijd HR en finance gedaan. Dat kwam door mijn vader. Tijdens mijn huwelijk, in zijn toespraak zei hij: “Colette krijgt een nieuwe functie. Die wordt de nieuwe financieel directeur.” Ik wist van niks!’