Bedrijf Hotel Den Haag-Nootdorp
Geopend in april 2007
Ambitie het beste viersterren hotel van Den Haag hebben
Hij hoorde het zijn vader een keer terloops tegen een oom zeggen. “Bill gaat Nootdorp doen.” Sinds april 2007 runt de 21-jarige Billy van der Valk het nieuwe hotel langs de A12 bij Den Haag-Nootdorp. Daar ging geen diepgaand vader-zoon gesprek aan vooraf. De Van der Valks zijn nooit zo direct, zegt Billy van der Valk. “Op een gegeven moment kreeg ik wel door wat de bedoeling was. Het hotel in Nootdorp was in aanbouw en het stel dat het zou gaan runnen, haakte af. Ik kreeg steeds vaker projecten toegeschoven. Nieuwe sloten inkopen, televisies bestellen, mijn vader liet me meekijken met de tekeningen en nam me mee naar besprekingen.”
En daar stond Billy van der Valk op 12 april, de dag van opening van zijn hotel. Als ‘jong pikkie van twintig’, zoals hij het zelf zegt. “En dan moet je gaan bewijzen dat je het kan.”
Hij heeft 52 neven en nichten, maar Billy van der Valk is de eerste van de vierde generatie Van der Valks die een eigen hotel runt. De rest studeert nog. Zelf brak Van der Valk zijn studie aan de Hoge Hotelschool in Den Haag al na een jaar af. Los van het feit dat hij te veel feestte en te weinig studeerde, had hij er voortdurend ruzie omdat hij vond dat het anders moest. “Je wordt er opgeleid tot general manager van een vijfsterren hotel. Iemand die 95 procent van zijn tijd op kantoor zit en maar vijf procent op de werkvloer. Terwijl dat juist andersom moet zijn.”
Geen hotelschool kan natuurlijk op tegen de praktijkopleiding die iedere Van der Valk-telg in eigen huis krijgt. Billy van der Valk is letterlijk opgegroeid in het hotel van zijn ouders, Hotel Schiphol A4. “Ik heb nooit in een gewone wijk gewoond en spelletjes op straat gespeeld. We hebben acht jaar boven het hotel gewoond en ik speelde daar met mijn vriendjes verstoppertje. Een geweldige plek.” Gewerkt werd er al op jonge leeftijd. “Vanaf mijn negende hielp ik mee. Het begon in de keuken met het vullen van slagroomsoesjes, later mocht ik ijsjes scheppen en daarna de voorgerechten maken. Ik heb in de bediening gezeten, ben manager housekeeping geweest, heb receptie gedaan. Toen ik aan de Hoge Hotelschool begon, had ik al zo’n acht jaar ervaring.”
In Hotel Schiphol is hij na zijn korte studietijd in twee jaar klaargestoomd om aan het echte grote werk te beginnen. De verwachtingen zijn groot. De investering van twintig miljoen euro moet terugverdiend worden en Van der Valk wil dat zijn hotel binnen vijf jaar het beste viersterren hotel van Den Haag is. De familie kijkt van een afstand toe. Opa Arie informeert regelmatig hoe het met de stand van de bank is. “Het is bij ons echt een spel. Ik ben nu de eerste van de vierde generatie, maar wil natuurlijk ook de beste zijn.”
Hij geeft toe dat hij, vergeleken met zijn medestudenten aan de hotelschool, een enorme voorsprong heeft. Waar iemand met een andere achternaam onderaan moet beginnen, runt hij als een Van der Valk op 21-jarige leeftijd een eigen hotel. Maar wat valt er dan voor de toekomst nog te wensen? “Er zijn zoveel mogelijkheden binnen het concern”, zegt Van der Valk. “Het lijkt me leuk om straks mijn broers en zussen te helpen als ze ook in het bedrijf gaan werken. Misschien wil ik later de inkopen voor het hele concern gaan doen, dat lijkt me het leukste dat er is. Maar eerst wil ik ervoor zorgen dat dit het beste viersterren hotel van Den Haag wordt.” De eerste zeven maanden zijn veelbelovend geweest. “Ik heb altijd geleerd om ingetogen optimistisch te zijn, maar eigenlijk gaat het onwijs goed.”
Door Karin Quint
