WeWork werd vier jaar geleden in New York uit de grond gestampt door Adam Neuman en Miguel McKelvey. Het bedrijf telt nu 29 locaties in 13 steden in de VS, Groot-Brittannië, Israël en – vanaf volgende maand – aan de Weteringschans in Amsterdam.
Na een financieringsronde van 355 miljoen dollar eind vorig jaar wordt het bedrijf op 5 miljard dollar gewaardeerd, meldde de Wall Street Journal eerder op basis van ‘bronnen’. Neuman en McKelvey sleepten tot nu toe 564 miljoen aan funding binnen. De omzet ligt nu op ongeveer 150 miljoen dollar per jaar. Dit jaar wil het bedrijf het aantal vestigingen opkrikken naar 60.
WeWork verhuurt flexibele werkplekken voor zelfstandige ondernemers en startups. Daarnaast springt het in op de behoefte van grote bedrijven om zo dicht mogelijk tegen de hippe en innovatieve bedrijvigheid van deze kleine ondernemers aan te schurken; in de VS geldt dat bijvoorbeeld voor KPMG, News Corp en Coca-Cola, die teams bij WeWork hebben ondergebracht.
Abonnement
Het model van WeWork is gebaseerd op een maandelijks abonnement. De (vanaf)prijzen variëren van 175 dollar voor een ‘on demand’ werkplek tot 2175 euro voor een vaste ruimte voor 6 personen, inclusief zaken als wifi, koffie, postservice en toegang tot vergaderruimtes. De grootste ruimte is voor 16 personen.
Het bedrijf ziet zichzelf als een ‘community of creators’, zegt woordvoerster Rajdeep Gahir. ‘Mensen die graag agile zijn. Wij bieden ze een ruimte waar ze makkelijk kunnen opschalen.’
Zie ook:
Hoe Eduard Schaepman Spaces te lijf gaat
Flexkantoren Spaces nu van Regus
B.Amsterdam maakt droomplek van oud IBM-pand
25 onder de 25: BounceSpace
WeWork ziet de gemeenschappelijke sfeer als het belangrijkste verschil met concurrenten als Spaces, waarbij het bedrijf ook graag de link legt met de deeleconomie. ‘Er is bij ons een zeer sterk gevoel van gemeenschap, mensen helpen elkaar. Als een klein bedrijf bijvoorbeeld juridisch advies nodig heeft, dan vraagt hij dat aan de advocaat die boven zit.’
Interactie
WeWork stimuleert die interactie door leden een eigen digitaal profiel te geven en een app waar vragen en mededelingen worden gedeeld. Ook de structuur van de gebouwen, met hun vele gemeenschappelijke ruimtes, moet daaraan bijdragen. Het laatste zetje zijn de evenementen waar alle leden naartoe kunnen.
De eerste Nederlandse vestiging biedt plek aan 350 mensen. ‘Amsterdam is een hele diverse, internationale stad met veel startup-activiteit’, licht de Gahir toe. ‘Dat past goed bij ons concept.’ Het feit dat de overheid in Amsterdam, net als in Londen, ondernemerschap actief promoot draagt er volgens haar toe bij dat de timing ‘perfect’ is.
Kwetsbaar
WeWork huurt zijn kantoren zelf – volgens Vastgoedmarkt sloot het voor de eerste 2000 vierkante meter in Amsterdam een contract voor 25 jaar. Die vaste lasten maken het bedrijf kwetsbaar als de verhuur terugloopt tijdens bijvoorbeeld een crisis, schreef de Wall Street Journal. Maar voorlopig laat het bedrijf zich niet tegenhouden: Een tweede vestiging, ook in Amsterdam, opent naar verwachting in het tweede kwartaal. Die locatie moet een capaciteit krijgen van ongeveer 1000 mensen.
‘Goed nieuws voor Amsterdam’
Jorn van Lieshout, oprichter van cowerkplek BounceSpace volgt WeWork al enkele jaren. Hij noemt het ‘een uitgedokterd concept dat online in ieder geval als een huis staat’
(Klik om verder te lezen)
‘Dat een grote Amerikaans club met internationale ambities er voor kiest naar Amsterdam te komen is natuurlijk een erg goed signaal. Dat betekent dat Amsterdam er toe doet en dat er markt is (ontstaat).’
‘Wij zaten met BounceSpace al na een half jaar tot de nok vol op de Overtoom en al hoewel er door onze flexibiliteit altijd verloop is (members komen en gaan), blijft er voor ons een ruimtetekort op de locatie. Dat er een alternatief is in de stad is wat dat betreft dus alleen maar goed.’
‘Als BounceSpace een geschikte tweede locatie vindt dan gaan we natuurlijk nog eens goed bekijken wat Wework in Amsterdam aanbiedt om ons daarvan te blijven onderscheiden of daar in ieder geval iets op aan te vullen.’
‘Maar, uiteindelijk is het goed nieuws voor Amsterdam!’