De Dow-Jonesindex sloot 0,7 procent hoger op 16.518,54 punten. De brede S&P 500 steeg 0,6 procent tot 1878,21 punten. De Nasdaq verloor 0,3 procent tot 4067,67 punten, waarbij een groter verlies in de laatste handelsminuten werd weggewerkt.
Yellen zei in een toespraak voor het Amerikaanse Congres dat de centrale bank de economische groei in het land moet blijven stimuleren. Beleggers reageerden in eerste instantie wat geschokken op haar opmerking over de vertragende Amerikaanse huizenmarkt, die ze als een van de gevaren voor de economie bestempelde. Deze zorgen werden snel opzijgezet.
Internetbedrijven
Internetbedrijven stonden weer, in negatieve zin, in de schijnwerpers. Ze staan al enige tijd op de beurs onder druk, omdat beleggers zich zorgen maken over het verdienmodel van de sector en de hoogte van de koersen. Dinsdag werd Twitter afgestraft na het aflopen van een periode waarin bepaalde aandeelhouders hun stukken niet mogen verkopen. Dat zette Twitter bijna 18 procent lager.
Het aandeel herstelde woensdag niet van de klap en noteerde een min van 3,7 procent. Maar ook de kwartaalresultaten van aanbiedingssite Groupon (min 20,7 procent) en het bericht dat Yahoo (min 6,6 procent) een deel van zijn belang in Alibaba van de hand moet doen als dit reusachtige Chinese bedrijf naar de beurs gaat, werden slecht ontvangen.
Facebook verloor bijna 2 procent in navolging van de andere internetbedrijven. Een andere opvallende verliezer was overigens AOL, eigenaar van de The Huffington Post en TechCrunch. Tegenvallende prestaties zetten het aandeel bijna 21 procent in de min.
Mondelez
Opvallende winnaar was Mondelez met een plus van 8,2 procent. Douwe Egberts neemt de koffieactiviteiten van zijn Amerikaanse branchegenoot over. Mondelez, in Nederland bekend van merken als Jacobs en Carte Noir, ontvangt in totaal 5 miljard dollar (3,6 miljard euro) in contanten en zal daarnaast een belang van 49 procent houden in het fusiebedrijf.
De euro was 1,3914 dollar waard, tegen 1,3917 dollar bij het slot van de Europese beurshandel. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 1,3 procent tot 100,75 dollar. Brentolie werd 1 procent duurder op 108,17 dollar per vat.
